van is veel groter. Bovendien betekent dit dat de gege-
vens voor de topografische kaart van deze grootschalige
kaartserie afkomstig zijn en niet of in mindere mate
van luchtfoto's op kleinere schaal.
Binnen de kleinere schaalseries is ook de aandacht niet
evenredig verdeeld: in Frankrijk, Groot-Brittannie en
Zwitserland is de schaal 1:25.000 zeker zo belangrijk als
de schaal 1:50.000, met name vanwege het grote ver-
koopsukses. In Frankrijk zou men zelfs geen kaart
1:50.000 produceren wanneer dit geen militaire eis was.
In Portugal wordt de kaartserie 1:50.000 door het Insti-
tuto Geogräfico e Cadastral geproduceerd en de serie
1:25.000 door de Servigo Cartogräfico do Exercito.
Oostenrijk kent alleen een kaart 1:25.000 als (zuiver fo
tografische) vergroting van de 1:50.000. Zweden, Fin-
land en Luxemburg produceren een kaart op schaal
1:20.000 (een schaal waar ook Belgie naar toe wil). Ier-
land, Noord-Ierland en Noorwegen kennen deze schaal
niet.
Een vergelijkbaar beeld geeft de schaal 1:100.000:
niet in produktie in Groot-Brittannie en Noord-
Ierland;
gestopt met produceren in Ierland, Oostenrijk (er
bestond daar alleen een uit de kaart 1:200.000 ver-
grote kaartserie 1:100.000), Portugal;
een noodeditie in Nederland (een verkleinde
1:50.000);
in Finland wordt een nieuwe editie van de kaartserie
1:50.000 geproduceerd die ook de bestaande
Figuur 1. Grootschalige en topografische kartering.
1:100.000 moet gaan vervangen.
In Belgie, Spanje en Italie is men aan een nieuwe serie
begonnen.
Herziening
Zowel naar de methode van verkrijgen van de nieuwe
gegevens, naar de tijd die men aan het verkrijgen en
bewerken van deze gegevens besteedt, als naar de Perio
de tussen twee herzieningen is er sprake van een grote
verscheidenheid in de Europese kartering. In vrijwel
alle landen wordt op basis van luchtfoto-interpretatie
of een recente grootschalige kaartserie de kaart 1:50.000
bijgewerkt. Alleen voor die plekken waar onduidelijk-
heden bij de interpretatie bestaan wordt gericht een ter-
reinverkenning uitgevoerd. Een volledige terreinverken-
ning wordt alleen in Belgie en Nederland regelmatig
uitgevoerd.
Bij de Ordnance Survey van Groot-Brittannie en van
Noord-Ierland (deze karteringsdiensten zijn onafhanke-
lijk van elkaar) is de basis een kaart op schaal 1:1250 in
de dichtbevolkte gebieden, 1:2500 in minder dichtbe-
volkte gebieden en 1:10.000 in de zeer dunbevolkte ge
bieden van met name Schotland en Wales. Deze kaart
serie wordt door de Ordnance Survey zelf bijgehouden,
door lokale kantoren waar gestreefd wordt naar een
herziening elk half jaar. Een groot deel van deze kaart
serie is inmiddels digitaal aanwezig. Op basis van deze
zeer aktuele kaart wordt een herziening van de 1:25.000
en 1:50.000 gemaakt op het moment dat er sprake is
van belangrijke veranderingen, met name in het we-
genstelsel. Dit kan betekenen dat er in gebieden die
sterk aan verandering onderhevig zijn elke twee jaar
een nieuwe kaart 1:50.000 verschijnt.
In de Bondsrepubliek wordt elke vijf jaar volgens een
strak schema een herziene versie van de 'Grundkarte'
gemaakt (in Beieren de 'Flurkarte') door de lokale Ka
tasterämter, die dit doen op basis van luchtfoto's, de
bijgewerkte kadasterkaart en beperkte terreinverken-
ning. Deze Grundkarte is de basis voor de bijwerking
van de 1:25.000 (TK25) en, parallel daaraan, de
1:50.000 (TK50) en de 1:100.000 (TK100). Kontrole van
deze gegevens door het Landesvermessungsamt is mo-
gelijk door vergelijking van de luchtfoto's en de
Grundkarte; een terreinverkenning door het Landesver
messungsamt komt zeer beperkt voor. De kwaliteit van
de kaart 1:25.000 en 1:50.000 wordt dus in hoge mate
bepaald door het werk dat de honderden verschillende
Katasterämter leveren.
De tijd die wordt uitgetrokken om een (na)verkenning
in het veld uit te voeren is zeer divers. Op zieh is dit lo
gisch: in dichtbevolkte landen als Nederland en Belgie
is een intensievere verkenning vereist dan in bijvoor-
beeld Finland. Het aantal dagen dat men aan de ter
reinverkenning besteedt is echter vooral afhankelijk van
de methode van verkenning. De gegevens van figuur 3
moeten met veel reserve worden bekeken: een eenduidi-
ge vergelijking is moeilijk te maken door de zeer ver
schillende produktiemethoden en het feit dat in sommi-
KT 1990.XVI.3
65
groot- en
kleinschalig
in een dienst
groot- en
kleinschalig
apart