Figuur 2. Percentage kaartbladen van de schaalserie 1:50.000
dat voor 1980 is versehenen.
ge landen een eerste verkenning nog moet worden
uitgevoerd, terwijl in andere landen vooral de herzie-
ning speelt.
Typering van de kaarten naar inhoud
Wegenklassifikatie
Wezenlijk onderdeel van elke topografische kaart is de
weergave van het wegennet. Wanneer we uitgaan van de
vooronderstelling dat een topografische kaart dient
voor de orientatie in het veld, dan zou een klassifikatie
naar breedte van de weg, de verharding en het aantal
rijstroken voor de hand liggend zijn; deze kenmerken
zijn immers in het terrein zichtbaar. De funktie van een
weg of de beheerder ervan zijn in wezen geen zichtbare
dementen, maar dienen toch vaak als kriterium bij de
klassifikatie van de wegen. In de meeste landen vinden
we een kombinatie van twee of meer kriteria. Vinden
we bij andere kategorieen zelden een funktionele inde-
ling, maar een indeling gebaseerd op terreinkenmerken,
de wegenklassifikatie is vaak de uitzondering op de
regel.
Alleen Denemarken, Zweden, Finland en Oostenrijk
kennen een indeling gebaseerd op uitsluitend terreinken
merken. Op de Duitse kaart is de indeling naar
'Hauptstrasse' en 'Nebenstrasse' gebaseerd op de
breedte en is de indeling naar beheer terug te vinden in
de wegnummers. In de meest recente editie van de
TK50 is nu ook een indeling gemaakt naar 'Fernver
kehr' en 'Regionalverkehr'.
Bij de indeling naar wegbreedte is geen algemene regel
te vinden: het aantal klassen en de grenzen ertussen va-
rieren sterk.
Vegetatie
In een groot aantal landen wordt geen onderscheid ge
maakt tussen de verschillende vormen van landbouw.
Alleen wanneer het gaat om dementen die het land-
schap bepalen en gedurende längere tijd stabiel blijven,
vinden we ze terug: boomgaarden, wijngaarden en hop-
verbouw. Nederland maakt als enig land onderscheid
tussen gras- en bouwland.
De indeling naar boomsoort is zeer ver doorgevoerd in
Italie. Zweden kent een indeling naar hoogte, c.q. leef-
tijd van de bomen en naar kaalslag. De Bondsrepubliek
Duitsland maakt op de nieuwe editie onderscheid naar
al dan niet regelmatige aanplanting en vermeldt het
nummer van het betreffende bosareaal. De voorstellen
voor een nieuwe Belgische topografische kaart gaan
ook in de richting van een meer gedetailleerde weergave
van de bossen.
Bebouwing
De funktie van gebouwen komt in de meeste kaarten
niet tot uiting, met uitzondering van de kerk. Uit de
5-10 weken
10 - 30 weken
30 - 50 weken
geen
Figuur 3. Gemiddelde duur van de terreinverkenning voor een
herziening van een kaartblad 1:50.000.
66
KT 1990.XVI.3
25-50
50
onbekend
1 week
1-5 weken
gegevens