(Digitales Landschafts Modell, DLM) geeft alleen de topologische struktuur. In een tweede model (Digitales Kartographisches Modell) moet vanuit het DLM een kartografisch beeld ontstaan door automatische toeken- ning van Symbolen en een automatische generalisatie. De koppeling tussen beide modellen is nu onderwerp van Studie, konkrete resultaten zijn er nog niet. Daar waar nu de kaart geheel of gedeeltelijk digitaal tot stand komt, wordt meestal gewerkt met een bestand dat ook andere toepassingen mogelijk maakt dan alleen het produceren van eindfilms. De kaart 1:50.000 wordt tot nu toe alleen in Ierland, Noorwegen, Zweden en Finland geheel digitaal vervaar- digd. In Frankrijk en Belgie zijn er voorstellen voor een digitale kaart, in Spanje (IGN) zijn er experimenten gaande met de digitale produktie, evenals in Italie en Portugal. In Nederland wordt een deel van de 1:50.000 al digitaal geproduceerd en de eerste proeven van een vrijwel geheel digitaal geproduceerde kaart liggen in Emmen. Bij de Ordnance Survey in Groot-Brittannie en in Noord-Ierland koncentreert men zieh nu op de grootschalige karteringen en zijn de schaalseries 1:25.000 en 1:50.000 wat op het tweede plan geraakt. Oostenrijk en Denemarken zijn de landen waar de digi tale produktie tot nu toe het minst ver zijn door- gevoerd. De figuren 4 tot en met 7 (zie p. 53) laten een aantal kaartvoorbeelden zien die geheel digitaal geproduceerd zijn, elk op geheel verschillende wijze. De Ierse kaart 'Slieve Bloom' (figuur 4) is de derde kaart uit een voorlopige editie van de nieuwe Ierse serie 1:50.000. Tot 1989 was er in Ierland geen andere topo- grafische kaart beschikbaar dan de oude Engelse kaart uit de jaren twintig. Deze kaart was tot voor kort rede- lijk up to date, maar voldoet nu niet meer. De unieke situatie van de Ierse Ordnance Survey was, dat men ge heel van voren af aan kon beginnen en dat men dus ook geen tradities had waaraan men zieh wilde houden. Men koos voor een systeem waarbij men uitgaat van gegevens van grootschalige kaarten (voor een groot deel op schaal 1:10.000). Deze worden gebruikt voor het 'blind' digitaliseren, dat wil zeggen dat tijdens het digi- taliseren geen kontrole op het beeldscherm mogelijk was. In een tweede fase wordt een groot deel van de ontstane kleinere aansluitfouten automatisch bewerkt. De gedigitaliseerde gegevens worden direkt geplot met behulp van een fotokop, waarbij zes eindfilms ontstaan. Er is duidelijk een keus gemaakt voor snel produceren, zonder veel tijd te willen besteden aan de grafische vormgeving. De kaart is overduidelijk een produkt van snel werken met de Computer en bevat de volgende bij- zonderheden: een typische Computer'letter, die siecht leesbaar is, en ongeschikt voor het zoeken naar een bepaalde naam; 'hoekige' lijnen, met name bij de kontouren en wegen; de kleur van de ene weg overlapt die van de aanslui- tingsweg; soms zijn er in de wegen körte onderbre- kingen te vinden (of is er werkelijk een gat van een tiental meters?); weinig huizen, standaardsymbool, geen orientatie, weinig namen; geen rastertinten, maar geareeerde vlakken bij be- bouwing, wateroppervlakten en bossen; wegen die niet parallel lopen aan bijvoorbeeld een rivier, maar deze voortdurend passeren; op de kaart staan een aantal wandelroutes aangege- ven, die soms op enige afstand begeleid worden door een päd (soms onduidelijk welk), maar vaak ook niet. In dat geval was het päd op de luchtfoto niet zichtbaar en is het bij de zeer körte verkenning niet ontdekt. De konklusie dat veel paden er niet op zul- len staan is, vrees ik, gerechtvaardigd; de plaatsing van de weinige tekst is vaak zodanig dat onduidelijk is waarnaar verwezen wordt; De kaart wordt aangevuld met een drietal Landsatbeel- den op de achterkant (figuur 5). Een beeld komt onge- veer overeen met de kaart op de voorkant, de andere twee zijn oblique beeiden gemaakt uit hetzelfde Land- satbeeld. Deze vormen een goede aanvulling op het kaartbeeld omdat er veel informatie is te vinden over grondgebruik, perceelsgrootte, en er veel extra toeristi- sche informatie aan is toegevoegd. De nieuwe Finse topografische kaart 1:50.000 wordt ge maakt met het zelf geschreven FINGIS-programma, dat ook bij het Kadaster in Nederland in gebruik is (figuur 6). Dit programma is in eerste instantie gebruikt bij de Finse nationale atlas, maar wordt nu ingezet voor de topografische kaart. De gegevens worden ont- leend aan de basiskaart op de schaal 1:10.000/1:20.000 en door een deels automatische generalisatie komt een volledig digitaal bestand voor de 1:50.000 tot stand. Deze generalisatie betreft vooral de hoogtelijnen en het wegennet (tuokko Häkkinen, 1989). Bij de hoogte lijnen wordt het aantal intervallen met de helft vermin- derd, worden polygonen die kleiner zijn dan een be paalde drempelwaarde wat betreft oppervlak en omtrek verwijderd en worden de lijnen 'gesmoothed'. Bij de wegen vindt vooral selektie plaats op basis van de be- langrijkheid van de weg en de lengte. Andere digitale generalisatiemethoden worden niet toegepast. Opvallend bij deze kaartserie is de sterke generalisatie van de be- bouwing (alleen 'gesloten' bebouwing). Wat aan de kaart opvalt is het kleurgebruik (veel geel en magenta) en, evenals bij de Ierse kaart, het ontbreken van kon touren längs de wegen. Bij de Zweedse kaart valt niet op dat zij volledig com- putergesteund is vervaardigd (figuur 7). De inhoud van deze T5 editie is gewijzigd ten opzichte van de vorige editie (T4) voor wat betreft: een fijnere klassifikatie van de vegetatie, vooral doordat er meerdere kategorieen voor het open land worden onderscheiden, waarbij akkerland een gele kleur heeft meegekregen, en er meer soorten bos worden onderscheiden, inklusief kaalslag; de funktionele indeling van de bebouwing, met in plaats van een indeling in open en gesloten bebou- Lees verder op p. 71. 68 KT 1990.XVI.3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 72