het DLMS gebruikt voor toepassingen in computeron-
dersteunde kommandopost-oefeningen ('Wargaming').
Hierbij worden kommandovoeringsprocedures beoefend
in interaktieve trainers: Simulatoren waarmee de tankbe-
manning (chauffeur, schutter en kommandant) optre-
dend in teamverband, geoefend worden.
De Duitse eenwording en de in snel tempo voorschrij-
dende ontspanningsprocessen zullen ertoe leiden dat de
oefenfaciliteiten buiten de militaire oefenterreinen tot
een minimum beperkt zullen worden. Om eenheden
toch adekwaat op te leiden zal het gebruik van Simula
toren op allerlei gebied een grote vlucht gaan nemen.
Het gebruik van digitale geografische informatie van
Nederland en de bondgenoten is hierbij een noodzaak.
Ook zal het operatiegebied niet meer zo duidelijk als
nu gedefinieerd zijn buiten onze landsgrenzen, hetgeen
tot gevolg zal hebben dat ook de behoefte aan karto-
grafische Produkten van dat gebied sterk zal afnemen.
De invoering van Simulatoren en digitale Systemen voor
'Command and Control' ter ondersteuning van de
besluitvorming en bevelvoering op hogere staven, waar-
voor digitale geografische informatie noodzakelijk is,
en het gebruik van deze informatie in nieuwe geavan-
ceerde wapen- en navigatiesystemen zullen eerder leiden
tot een uitbreiding dan tot inkrimping van het assorti-
ment analoge en digitale kartografische Produkten dat
de Topografische Dienst onder gebruikmaking van digi
tale technieken vervaardigt voor de krijgsmacht.
Noot
Adjudant G.L. Weerd is verbonden aan de sektie Militaire
Geografie van de Landmachtstaf in Den Haag.
Vervolg van p. 68: J.J. Krijnders - Topografische kartering in West-Europa
wing nu een indeling in gesloten bebouwing,
vrijstaande hoge bebouwing, läge bebouwing, be
bouwing voor rekreatieve doeleinden en industriele
bebouwing;
toeristische informatie, die nu opvallend wordt weer-
gegeven met een paarse kleur, terwijl voor allerlei
sportterreinen Symbolen zijn gekozen;
de weergave van de wegen. Binnen de bebouwde
kom worden de ontsluitingswegen door een dubbele
lijn weergegeven, de buurtwegen door een zwarte
lijn. Daarbij zijn minder wegen geselekteerd dan in
de voorgaande editie. De hoofdwegen kennen een of
twee bruine lijnen die parallel aan de hartlijn wor
den getekend. Opvallend is dat hierbij geen verplaat-
sing van aangrenzende Symbolen heeft plaatsgevon-
den. De vorm van kruisingen (al dan niet gelijk-
vloers, aansluitwegen) is bij deze weergavemethode
moeilijk te herkennen.
De Noorse kaart maakt een sterk 'amerikaanse' in-
druk. Vergeleken met de konventionele produktiewijze
is er aan de kaart weinig veranderd.
Konklusie
De veranderingen bij topografische karteringen voltrek-
ken zieh momenteel in hoog tempo. Daarbij is op het
eerste gezicht eerder sprake van divergentie dan van
konvergentie. De reeds lang bestaande verschillen in de
wijze van karteren blijven bestaan: men tracht in de
meeste gevallen het bestaande produktieproces efficien-
ter te maken door middel van automatisering om daar
bij een aantal nieuwe Produkten te kunnen leveren.
Welke informatie verzameld en opgeslagen wordt Staat
minder ter diskussie, we zien alleen een tendens naar
meer detail en een meer op funkties gebaseerde inde
ling. Van europeanisering van de topografische karte
ring is echter nog geen sprake.
Noot
Drs J.J. Krijnders is als assistent verbonden aan de Vakgroep
Kartografie, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen, Rijks-
universiteit Utrecht, waar hij een promotie-onderzoek uitvoert
naar de mogelijkheden tot internationale uitwisseling van
topografische gegevens.
Literatuur
Böhme, R. (1989), Inventory of World Topographie Mapping,
Vol. 1, Western Europe, North America and Australasia.
Barking.
Kraak, M.J. (1985), Vergelijking van de Nederlandse en West-
duitse topografische kaart 1:50.000. Kartografisch Tijdschrift
XI.1, pp. 54, 56.
Parry, R.B. GR. Perkins (1987), World Mapping Today.
Butterworth co. Sevenoaks.
Tuokko, J. M. Häkkinen (1989), The automated generaliza-
tion methods used in the produetion of the new topographic
map 1:50.000. Proceedings of the 14th International Carto-
graphic Conference, Budapest.
KT 1990.X VI.3
71