Toepassingen van digitale bestanden
Toepassingen kunnen in principe in twee kategorieen
gesplitst worden, namelijk toepassingen gebaseerd op
rasterbestanden afkomstig van gescande kaarten en vek-
torgerichte toepassingen. DGI is voor militaire operati-
onele toepassingen pas interessant wanneer het gebied
dat bestreken wordt van voldoende omvang is.
Gescande kaarten zijn van grote gebieden binnen körte
tijd voorhanden. Het enige vektorbestand dat momen-
teel van een groot gebied beschikbaar is, is het DLMS-
bestand. De aandacht voor rasterbestanden voor mili
taire toepassingen ligt dan ook voor de hand. Bijko-
mend psychologisch voordeel is dat een vertrouwd
kaartbeeld op een beeldscherm dichter bij de gebruiker,
die immers gewend is aan papieren kaarten, Staat dan
een vektorbeeld.
De interaktie tussen grafische en niet-grafische gegevens
en de afbeelding van resultaten van bewerkingen op een
beeldscherm wordt verzorgd door programmatuur die
in toenemende mate kommercieel verkrijgbaar is. Met
name in de Verenigde Staten worden door de autoritei-
ten kommerciele firma's gekontrakteerd voor het ont-
wikkelen van toepassingen. Ook ten aanzien van DGI-
applikaties is deze werkwijze gevolgd door het Ameri-
kaanse Ministerie van Defensie. De opgedane know-
how wordt vervolgens door de firma's geexploiteerd
door het op de markt brengen van afgeleide kommer
ciele Produkten.
Veel toepassingen maken gebruik van dezelfde soort be
werkingen, die veelal standaard in GIS-pakketten is op-
genomen. Voorbeelden van dergelijke bewerkingen zijn:
berekening en afbeelding van hoogten en hoogtever-
schillen;
berekening en afbeelding van hellingen;
toepassing van schaduweringstechnieken bij het af-
beelden van 3D-terreinmodellen;
presentatie van een doorsnede van het terrein;
perspektiefafbeelding van het terrein vanaf een wille-
keurige standplaats;
gezichtsveldberekeningen (lines of sight);
afbeelding van topografie op grond van selektie-
kriteria.
Missieplanning
De routeplanning van vliegtuigen gebeurt handmatig.
Wanneer de bestemming bekend is, wordt de route be-
paald waarbij uitgegaan wordt van herkenbare punten
in het terrein, de zgn. 'turning points'. De 'legs' tussen
de turning points worden geannoteerd met gegevens als
richting en benodigde tijd. Deze gegevens worden aan-
getekend op strokenkaarten die door plak- en knipwerk
vervaardigd worden uit kaartbladen op standaardfor-
maat. De schalen van de kaarten zijn 1:250.000 voor
onderweg en 1:50.000 voor de 'turning points' en het
'target', de bestemming. Verschillende landen zijn bezig
om de missieplanning te automatiseren omdat hiermee
tijdwinst verkregen kan worden. Het Nationaal Lücht
en Ruimtevaart Laboratorium ontwikkelt voor de Ne-
derlandse luchtmacht het CAMPAL-systeem: Computer
Aided Mission Planning at Airbase Level. Dit systeem
maakt gebruikt van kaarten die in drie kleuren (rood,
groen en blauw) gescand zijn en te zamen een kleuren-
kopie van de kaart op een beeldscherm geven. De
kaartinformatie is opgeslagen op een Digital Optical
Recorder. Een ander onderdeel van het systeem is het
obstakelbestand dat bestaat uit gegevens over mästen,
schoorstenen enzovoort. De routegegevens worden met
behulp van een interaktief Werkstation ingegeven. Het
systeem zal in eerste instantie de routekaarten produce-
ren en in een volgend Stadium een disc die aan boord
de relevante informatie genereert op een computer-
systeem.
Andere onderdelen van het CAMPAL-systeem die in
ontwikkeling zijn, betreffen de operationele kondities
zoals de belading van het vliegtuig, de meteogevens en
gegevens die voor de veiligheid van belang zijn. Om ge-
varenzones vooraf te kunnen lokaliseren zal het systeem
ook uitgerust moeten worden met informatie over de
terreinhoogte zodat het effekt van radarposten en ge-
schutsopstellingen bepaald kan worden. Het DTED-
bestand geeft de benodigde hoogte-informatie.
Radarsimulatie
Radarsimulatie en het DRLMS-gegevensbestand waar-
aan deze gegevens ontleend worden, zijn reeds bij de
bespreking van het DLMS-projekt behandeld. Bij de
radarsimulatie zijn twee typen toepassingen te onder-
scheiden, namelijk het gebruik van DRLMS-gegevens
in een vliegtuigsimulator en het gebruik voor radarpre-
diktie. Vluchtsimulatie is onder meer van belang om
het aantal oefenvluchten te kunnen beperken. Bij de ra-
darprediktie gaat het om het 'matchen' van het real-
time radarbeeld met de vooraf gegenereerde simulatie.
Het gesimuleerde beeld vervult de funktie van een tur
ning point. De positie ervan is bekend en dient voor het
herijken van het plaatsbepalingssysteem van het
vliegtuig.
Terrainfollowing
Een Nederlandse toepassing of een Nederlandse naam
voor 'terrainfollowing' is niet voorhanden. In Groot-
Brittannie worden in het kader van een projekt ge-
naamd TERPROM (Terrain PROfile Matching) de mo-
gelijkheden onderzocht om een (onbemand) vliegtuig
door het terrein te geleiden naar het doel. Met behulp
van sensoren die de hoogte bepalen en een digitaal ter-
reinmodel is het in beginsel mogelijk de positie van een
vliegtuig aan het DTM te relateren en ook de noodza-
kelijke wendingen van het vliegtuig te voorspellen. Voor
de routebepaling zijn obstakelgegevens van het grootste
belang alhoewel obstakels ook met behulp van sensoren
kunnen worden gedetekteerd. Voor vlakke gebieden is
een DTM niet toereikend en zijn ook planimetrische
KT 1990.XV1.3
75