(vandaar de kode: GSGS) terwijl de produktie door di
verse kartografische bedrijven werd gerealiseerd, onder
andere John Bartholomew and Son Limited.
Als bronmateriaal voor deze kaarten werd gebruik ge-
maakt van de in Engeland aanwezige vööroorlogse
kaarten op verschillende schalen, aangevuld met gege-
vens uit luchtfoto's en rapporten van de inlichtingen-
dienst (figuur 2, p. 58).
Na het tot stand komen van de NAVO werd door deze
organisatie de Army Maps Working Party ingesteld als
onderdeel van het Military Agency for Standardization.
Door middel van Standardization Agreements (Stanags)
trachtte men eenheid te krijgen in de karteringen. Er
werden standaardschalen vastgelegd voor militaire kaar
ten en men besloot enkele wereldseries te maken die
volgens overeengekomen specifikaties geproduceerd
dienden te worden.
Serie M501, de voorloper van de serie 1501
Omdat Nederland, evenals de meeste andere Europese
karteringsinstellingen, door de Tweede Wereldoorlog
een grote achterstand had opgelopen, werd de eerste
editie van de Nederlandse zes bladen gemaakt door de
Amerikaanse Army Map Service (thans bekend als De-
fence Mapping Agency) in samenwerking met de Topo-
grafische Dienst. Het uitgangspunt was de kaartserie
1:200.000 uit de jaren 1946-1948, aangevuld met de
nieuwste beschikbare kaarten op de schaal 1:50.000 van
de jaren 1949-1950. Deze bladen werden uitgegeven in
1958-1959 (figuur 3, p. 58).
Medio 1963 kwam de 2e editie van de kaartserie M501
gereed, welke voor het eerst volledig door de Topografi-
sche Dienst werd vervaardigd. Blad Amsterdam krijgt
dan als enige editienummer 3 omdat in de tussenliggen-
de periode nog een extra editie van blad Amsterdam
(1960) was verzorgd door BAOR (British Army of the
Rhine). Hoewel de kleurstelling duidelijk afwijkt van
de huidige kaarten, draagt de kaart alle kenmerken van
de militaire serie zoals: UTM-net, bladuitsnede, blad-
nummering; drietalige randinformatie, enzovoort.
De huidige serie 1501
In de jaren 1968-1970 komen voor het eerst de officiele
Nederlandse kaarten van de serie 1501 Joint Operations
Graphic (JOG) beschikbaar. In deze serie bestaan voor
elk gebied twee kaartbladen, namelijk Joint Operations
Graphic (Ground) en Joint Operations Graphic (Air).
Als basis voor deze kaarten dienen de oude deelstukken
van de serie M501 zoals die gemaakt waren door de
Army Map Service. Deze deelstukken werden door de
Topografische Dienst aangepast aan de nieuwe specifi
katies en zo goed mogelijk bijgewerkt. Deze uitgave
Staat bekend als Editie 1-AMS/TDN (figuur 4, p. 58).
Als markante verschillen met vroegere uitgaven M501
kunnen genoemd worden:
1. Standaard voor de maatvoering van de kaartbladen:
55,8 X 73,6 cm. Gebruik van zogenaamde 'bleeding
edges' (aflopend kaartbeeld) aan de noord- en oost-
zijde van het kaartbeeld. Hierdoor kunnen kaartbla
den zonder knippen of snijden naadloos aan elkaar
worden gelegd of geplakt.
2. Kleurstellingen van wegen in rood/bruin in plaats
van het gebruikelijke rood, oranje of geel. Dit hangt
samen met de wens om het wegenpatroon bij mini-
maal licht of rood licht (red-light readability) nog
goed leesbaar te houden.
3. Hoogte- en diepte-aanduidingen in meters op de
Ground-versie en in voeten op de Air-versie.
4. Weergave van obstakels hoger dan 100 meter/300
voet. Op de Air-versie komen daar nog bij: gegevens
betreffende de grootste terreinhoogte per 15'-
vierkant, lijnen met gelijke magnetische afwijking
voor iedere 30', extra informatie omtrent vliegvelden
en het ontbreken van de afstandsaanduiding längs
wegen.
De tweede editie van de serie 1501 JOG werd geprodu
ceerd in de jaren 1971-1972. Dit was de eerste uitgave in
deze kaartserie welke onder volledig Nederlandse ver-
antwoordelijkheid werd samengesteld en afgedrukt in
de jaren 1974/1975 (editie 2-TDN).
Specifikaties
De nationale karteringsdiensten die de kaarten van zo'n
wereldomvattende serie vervaardigen, hebben uiteraard
gedetailleerde voorschriften nodig om tot een uniform,
gestandaardiseerd produkt te komen. Door middel van
Stanags en andere NAVO-overeenkomsten werd een
hoge mate van uniformiteit bereikt ten aanzien van
meetkundige grondslag, lay-out, kleur en kaartsymbo-
len. Tevens werd de bladindeling vastgesteld volgens een
wereldsysteem gebaseerd op het net van meridianen en
parallellen. Elke Stanag behandelt een bepaald thema,
Figuur 6. Bladindeling van Gazetteers of France, Belgium and
Luxembourg and Holland to G.S.G.S. 1:250.000 map series
(februari 1944).
KT 1990.XVI.3
83
OLDENBURG
l_EEUW**°E*
OSNABRÜCK
AMSTERDAM
walcheren
OUSSELDORF
BRÜSSELS
I LILLE -CHENT
KÖLN