DespreKingen Archeologische kaart van Nederland 1:100.000. Blad: Hollands Noorder- kwartier ca. 1350 na Chr. Bewoning en dijken. M.J.H. Hoenjet en PJ. Mouwes. Amersfoort: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemon- derzoek, 1988. Op de voorgeschiedenis en het ont- staan van deze kaart hoef ik hier niet in te gaan. Het artikel van Hoenjet en Mouwes in KT 1988.XIV.3, pp. 47-51 (met de kaart daarbij als losse bijlage) geeft die in- formatie. Onderaan de kaart wordt vermeld dat tenminste 14 deskundigen van verschillende disciplines (geologen, archeologen, historisch-geografen en kartografen) bemoeienis hebben ge- had met deze kaart. Het moet dan ook een hele toer zijn geweest voor de twee redakteuren om aan alle wensen van deze deskundigen voor wat betreft de kaartinhoud te kun- nen voldoen en daarbij hun eigen thematisch-kartografische visie ook nog gestalte te kunnen geven. Het resultaat mag er zijn. Maar of ieder- een tevreden is met dit blad van de Archeologische Kaart van Neder land, waarvan reeds enkele 'voorlo- pige' deelbladen zijn gepubliceerd, moet nog blijken. Doel van het deel- blad Hollands Noorderkwartier is met name geweest te komen tot ver- dere standaardisatie van de legenda voor de rest van de reeks. Wat dit betreft was men het er al over eens dat kleuren gebruikt moeten worden voor het fysisch milieu en zwart voor de gevolgen van menselijk han- delen. Het feit dat dit kaartblad meer een historisch-geografische dan archeologische inhoud heeft, gaf de ontwerpers, zoals zij goed hebben aangevoeld, wat meer ruimte bij het bedenken van nieuwe Symbolen. Er is goed nagedacht over de kleuren en hun 'grijswaarden', waarmee de gra- daties in een bepaald verschijnsel worden weergegeven. Een goede uit- werking heeft dat gekregen bij de aanduiding van de mariene beinvloe- ding van het land: hoe lichter de kleuren (aansluitend op het lichte blauw van de zee) hoe frequenter de overstromingen. De twee redakteuren hebben ge- vraagd om reakties op het idee van vorm (moire) als toevoeging bij ge- kleurde vlaksymbolen. Welnu, het vergt mijns inziens (te) veel van het gezichtsvermogen van de gemiddelde beschouwer vrees ik: dit vlaksym- bool is maar moeizaam in het kaart- beeld terug te vinden. Een ander punt van kritiek is te ge ven op het symbool stad, dat niet al- leen tot onduidelijkheid aanleiding geeft, maar dat ook moeilijk is te onderscheiden. Om voorbeelden te geven: Amsterdam is volgens de le genda een stad waarin drie dorpen met kerk voorkomen, en Haarlem is een stad waarin een dorp met kerk en vier kloosters voorkomen. Purme- rend is een stad, maar je moet wel heel goed kijken om dat te kunnen zien. De toenmalige Steden (negen in totaal, als ik het tenminste goed heb gezien) zouden meer uit het kaart- beeld naar voren moeten springen. Hadden ze bijvoorbeeld niet - als uitzondering - met de kleur vol rood aangeduid mögen worden? Met het geuite bezwaar van 'betrekkelijk gro- te oppervlakten vol zwart' kan ik het eens zijn, maar het is geen gelukkige gedachte geweest om de vage aan duiding vol grijs als symbool voor de stad te nemen. Tot slot nog een opmerking die de redakteuren niet geheel en al is aan te rekenen. De tekst in de legenda behoeft meer uit- leg. Tenslotte zal de kaart niet alleen bedoeld zijn voor de ingewijden en daarom was een summiere uitleg over de dertien geologische en geo- morfologische aanduidingen, de zes soorten dijken en de negen vormen van bewoning op zijn plaats geweest. Deze informatie is ook niet te vin den in het boek van H.Th.M. Lam- booy, Getekend land, zoals men mis- schien zou denken door de mededeling links onder, waar Staat dat de kaart als bijlage in dat boek thuishoort. Moeten we wellicht wachten op het nog te publiceren ar tikel in Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodernon- derzoek dat, zoals ik vernam, voor- lopig nog niet zal verschijnen? De toelichting zou zo mooi te plaatsen zijn geweest op de achterzijde van de kaart, waardoor de kaart als los do- kument veel meer waarde zou heb ben gekregen. M. Donkersloot-de Vrij Beaumont, M., Tekst in beeld. De Bilt: Cantecleer, 1988. 152 pp., 23 X 23 cm. ISBN 90-213-0415-5. Prijs f 49,50. De ontwikkelingen in de kartografie gaan op het moment zeer snel. Steeds vaker komt het voor dat de kartograaf zieh niet meer puur met z'n vak bezighoudt. Dat hebben we enige jaren geleden al zien gebeuren met kartografen in de automatise- ring. Nu zien we dat onder invloed van electronic Publishing steeds meer kartografen zieh ook met de grafi sche vormgeving gaan bezighouden. Sommigen van hen zullen zieh in de grafische richting nog verder moeten ontwikkelen. Er zijn op grafisch gebied goede op- leidingen. Ook wat betreft publika- ties op het gebied van de grafische vormgeving is er veel goed materiaal voorhanden. Zo'n goed grafisch boek is Tekst in beeld van Michael Beaumont, een oorspronkelijk uit twee delen bestaande Engelse uitga- ve, vertaald en aangevuld door Ar thur Eger. De oorspronkelijke twee delen zijn 94 KT 1990.XVI.3 |L% jpk 1 >r -g jpir W%

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 98