grafen misschien te nieuw, voor de modern kartografen misschien te oud. De deelname aan deze dag van zowel 'echte' historisch kartografen als 'echte' modern kartografen toont aan dat er bij beide deeldisciplines wel degelijk een grote belangstelling bestaat. Tot slot nog iets over het 175-jarig bestaan. De heer Nugter vond dat niet juist. Hij pleitte ervoor dat men de datum 1 maart 1807 als oprichtingsdatum van de Topografi- sche Dienst moest zien. Op die dag werd de organisatie vastgesteld van het op 18 juli 1806 opgerichte Depot Generaal van Oorlog. Pas op 12 maart 1814 is het Archief van Oor log met Topographisch Bureau opge- richt. Op 14 januari 1815 volgde het Koninklijk Besluit waarmee de orga nisatie daarvan werd vastgesteld. Die datum was dus de oprichtingsdatum van de Militaire Verkenningen, die men bij de Topografische Dienst als zijn direkte voorganger ziet. De heer Geudeke vertelde echter waarom men gekozen heeft om in 1990 het 175-jarig bestaan te vieren: dat was nl. 25 jaar na de viering van het 150-jarig bestaan! P. van der Krogt Prof. Ormeling sr erelid Deutsche Gesellschaft für Kartographie Tijdens de openingszitting van de Vierländertagung, de van 25-27 Sep tember 1989 in Wenen gehouden happening waarop kartografen uit de DDR, BRD, Oostenrijk en Zwitser- land samen waren (tevens 38e Duitse kartografendag), werd prof. dr F.J. Ormeling sr tot erelid benoemd van onze Duitse zustervereniging, de Deutsche Gesellschaft für Kartogra phie (DGfK). Van de 24 ereleden van de DGfK waren er tot nu toe 3 bui- tenlanders: Haack uit de DDR, Im- hof uit Zwitserland en Arnberger uit Oostenrijk; Ormeling is dus het eer- ste niet-duitstalige erelid. DGfK- voorzitter Freitag motiveerde deze benoeming van het langjarig DGfK- lid Ormeling met de vermelding van diens organiseren en leiding geven aan de internationale kartografische samenwerking, zijn Verdienste om van de International Cartographic Association (ICA) een waarlijk in- ternationaal gremium te maken, het Prof. dr U. Freitag, voorzitter van de Deutsche Gesellschaft für Kartograp hie, overhandigt erelid Ormeling de oorkonde. daarin ook steeds betrekken en be- stuurlijk interesseren van Duitse kar tografen, zijn bijdragen aan de Duit se kartografendagen, en vooral de bestrijding van de invloed van de politieke grenzen op de kartografie. Een internationale manifestatie zoals deze Vierländertagung in Wenen was daarom voor deze benoeming een passend kader. Prof. Ormeling dankte voor de ver- lening van dit erelidmaatschap, voor al ook omdat dit een reflektie was van de waardering binnen de DGfK voor het werk van de ICA. Hij er- voer deze bijzetting in het kartogra- fisch Pantheon echter tevens als een gevaar om uitgesloten te worden van verdere bijdragen: men heeft te vaak de neiging leden die bepaalde Ver diensten voor een vereniging hebben gehad door middel van het verlenen van zo'n erelidmaatschap 'op te ber gen'. Men zou juist een beroep moe- ten doen op de blijvende participatie van deze ledenkategorie, en daar moet men niet te lang mee wachten want de kwaliteit van ereleden werd er met de leeftijd niet beter op! F.J. Ormeling jr Grote Provincie Atlassen Wolters- Noordhoff De ene na de andere provincie wordt aan de zegekar van Wolters- Noordhoff Atlasprodukties gebon- den: een goede marketing-campagne en een ijzersterk produkt, dat nu in een waarlijk toegankelijke vorm wordt gebracht, zorgen voor een suksesverhaal. In het KT is al ge meld dat de grote provincie-atlassen (dus de gebundelde topografische kaart 1:25.000) waren uitgebracht van Groningen, Friesland, Drenthe en Noord-Holland. Inmiddels zijn daar bij gekomen Utrecht, Limburg, Zeeland en Noord-Brabant (de laat- ste in 2 delen). Er is inmiddels een zekere gewenning opgetreden in de presentatie van deze provincie-atlassen en de akteurs kennen hun rol nu door en door en zijn er duidelijk in gegroeid. Het stramien is als volgt: wanneer weer een nieuwe provincie-atlas op het punt Staat uit te komen wordt huis aan huis in de betreffende provincie een fraaie folder (glossy, goede kleu- rendruk aan de hand waarvan een exakt beeld van de kwaliteit van de atlaskaarten wordt gegeven) ver- spreid, waarin wordt ingespeeld op de liefde voor de geboortegrond, het milieu en openluchtrekreatie. De pers wordt een week van te voren een dokumentatiepakket toegespeeld waarin meerdere kaartfragmenten, foto's van de atlas, en de bladwijzer zijn opgenomen, die in artikelen kunnen worden gebruikt, en de inlei- ding op de atlas, waarin over de pro- duktie van de topografische kaart wordt verteld. Dan volgt de presen tatie zelf, die plaatsvindt op het be treffende provinciehuis. Daar neemt de kommissaris van de Koningin het eerste exemplaar in ontvangst, nadat dr A. van Holten van Wolters- Noordhoff Atlasprodukties en drs P.W. Geudeke, de direkteur van de Topografische Dienst, de twee part ners in dit public-private partner- ship, elk een voordracht hebben ge houden. Het is jammer dat die niet allemaal in extenso in het Kartografisch Tijd- schrift kunnen worden opgenomen; er is natuurlijk een zekere herhaling, maar gelukkigen, zoals ondergete- kende, die in Staat zijn gesteld om meerdere van deze presentaties bij te wonen hebben met name uit de ver schollen veel kunnen opmaken. Van Holten pleegt in te gaan op de rede- nen om een provincie-atlas aan te schaffen, en geeft daarbij van tijd tot tijd interessante verkoopinforma- tie prijs. Zo waren bijvoorbeeld de Limburgers volstrekt niet gei'nteres- seerd in de aankoop van atlassen van de andere provincies (dat kon wor den opgegeven op de antwoordkaar- ten die zaten in de huis-aan-huis be- zorgde folder) en waren de inwoners 8 KT 1990.XVI.4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 10