Figuur 3. Afbeelding op de titelpagina van de Nederlandse editie van het gebruik van de zeekaart van Thomas Hood, uitgegeven in 1602 bij Cornelis Claesz. land- en zeeroutes vervoerd worden. Het transport van kaarten levert daarentegen geen Problemen op. Bovendien zijn ze zeer gemakkelijk en met veel min der moeite te vervaardigen, zijn de aanschafkosten ervan vrijwel nihil en zijn ze er in overvloed. Ten- slotte bieden kaarten met gemak ruimte voor het aangeven van de positie van alle Steden. Ik wil thans niet op alle kritiekpunten ten aanzien van het zeevaartkundig gebruik van globes ingaan. Het komt erop neer dat, zoals abbe Georges Fournier in 1643 formuleerde, 'de globe geen enkele nut voor de ge- wone zeevaart [heeft]Immers, als hij klein is, kan men hem onmogelijk gebruiken, aangezien de punt van de passer meer plaats inneemt dan het gegist bestek van een enkel zeiltrajekt. Als hij groot genoeg is, vult hij de hele kapiteinshut en is het moeilijk hem op elk moment dat de stuurman hem nodig heeft, bij de hand te hebben.' Op de afbeelding op de titelpagina van de Nederlandse editie van het gebruik van de zeekaart van Thomas Hood, uitgegeven in 1602 bij Cornelis Claesz., zien we op het hoge dek zeelieden met jacobstaf en een kwa- drant, en op het benedendek zijn zeelieden druk in de weer met zeekaart en passer. Een globe Staat veronacht- zaamd achter hen! Op het Symposium van het Coronelli-Gesellschaft in Amsterdam hield Karel Davids een voordracht over het gebruik van globes op schepen van de Verenigde Oostindische Compagnie 4. In deze lezing, maar nog duidelijker in zijn proefschrift 5, konkludeerde hij dat aan boord van de schepen van de Compagnie globes werden meegegeven onafhankelijk van de nuttigheid er van. Andere belangen speelden een rol. Belangrijker is dat uit zijn onderzoek naar voren is gekomen dat op geen enkel ander Nederlands schip een globe tot de standaarduitrusting behoorde. Globeproduktie Hoe is nu een en ander met elkaar in overeenstemming te brengen? Aan de ene kant zien we de globemakers en kaartuitge- vers, die zeggen dat globes voor de zeevaart gemaakt worden, en aan de andere kant blijkt dat globes nauwe- lijks gebruikt kunnen worden aan boord van schepen en alleen op schepen van de VOC aanwezig zijn. Voordat ik hier nader op inga moet echter nog een an der aspekt van de vraag waarom globemakes globes maakten beantwoord worden. We hebben het steeds ge- had over het gebruiksdoel. Voor de globemaker zelf diende het maken van globes echter een ander doel. Globemakers waren tenslotte partikuliere ondernemers, die hun bedrijf uitoefenden om een inkomen te hebben, waarmee ze zichzelf en hun gezin konden onderhouden. Hondius en Blaeu waren gewone mensen, die beiden een tamelijk groot gezin te onderhouden hadden. We mögen ons niet laten verleiden de oude kaartmakers op een voetstuk te plaatsen en te verwachten dat zij globes en kaarten maakten met het zuiver idealistische streven om de wetenschap een dienst te bewijzen. Integendeel, zij moesten zorgen dat er brood op de plank kwam. Het primaire doel van de globemaker was dus niet de gebruikers een dienst te bewijzen, maar om winst te maken. Voor het maken van een globe was een aanzienlijke in- vestering noodzakelijk: kosten voor het tekenen en op koperplaten graveren van de kaart, drukkosten en kos ten van het opmaken van de globe. Omdat direkte gege- vens over de kosten niet bekend zijn, moeten we een en ander afleiden uit verschillende notariele kontrakten. Een daarvan is de bovengenoemde overeenkomst tussen Hendrik Floris van Langren en Jacob Reyersz. om 300 globeparen te maken. Op de eerste plaats komt de aanschaf van koperplaten en het graveren. Dit gebeurde meestal in een hand. Uit een kontrakt voor atlaskaarten uit 1630 weten we dat men voor het graveren van een koperplaat van 2000 cm2 (standaardformaat voor atlaskaart: 50 x 40 cm) 100 guldens vroeg. De graveersnelheid is, gemiddeld, volgens verschillende onderzoekers, zo'n 32 cm2 per dag. Een enkele globe van gemiddelde grootte, iets meer dan een voet diame- ter (zoals Hondius en Blaeu uitgaven), heeft een opper- vlakte van 3850 cm2. Hiervoor zijn dus 120 werkdagen nodig. Het graveren van een globepaar van de middensoort zal dan zo'n 240 werkdagen in beslag nemen en ca. 400 gülden kosten (wanneer we uitgaan van 100 gülden voor 2000 cm2). Op de tweede plaats komt dan het drukken. Voor een globepaar van gemiddelde grootte zijn in totaal acht koperplaten nodig, en daarbij nog een plaat voor de horizon, die voor aard- en hemelglobe gelijk is. Per paar dus tien afdrukken. De afdruksnelheid was onge- veer tien afdrukken per uur. Op een werkdag konden met een drukpers met het voltallige personeel van een werkplaats slechts tien globeparen afgedrukt worden. KT 1990.XVI.4 20

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 22