X T 0 bijna een noodzaak. Momenteel is de database echter alleen in gebruik voor de zogenaamde attribuutgege- vens (in het geval van een gemeente bijvoorbeeld: aan- tallen inwoners, aantallen woningen, de oppervlakte). Voor de liggingsgegevens maken de GIS-pakketten op dit moment nog gebruik van geheel eigen strukturen, die daarmee de uitwisseling van dit soort data veel min der eenvoudig maken. Middels een sleutelvariabele is nu echter op eenvoudige wijze een koppeling tussen beide typen gegevens moge- lijk. In het geval van bijvoorbeeld gemeenten krijgen de x- en y-koördinaten van de gemeentegrens (vastgelegd volgens bepaalde afspraken, zoals de zgn. Rijksdrie- hoeksmeting) een uniek nummer. Ditzelfde nummer is ook in de database met attribuutgegevens aanwezig. Over gemeenten worden door een groot aantal instan- ties gegevens verzameld. De sleutelvariabele leent zieh bij uitstek voor het koppelen van de diverse bestanden. Het is vrij eenvoudig om de sleutelvariabele te stan- daardiseren, bijvoorbeeld via het CBS-gemeentenum- mer. Het database-koneept is het belangrijkste aspekt van de GIS-omgeving. Verschillende gebruikers kunnen gebruik maken van dezelfde gegevens en kunnen deze eventueel uitbreiden voor hun eigen toepassing met be- hulp van de sleutelvariabele. Het beschikbaar stellen van informatie aan meerdere gebruikers tegelijkertijd Van wezenlijke betekenis in de GIS-omgeving is het uit- gangspunt, dat de informatie gezamenlijk gebruikt kan gaan worden door verschillende typen gebruikers. Zowel bijvoorbeeld de gemeentelijke Dienst Stadsontwikke- ling, Publieke Werken, het Grondbedrijf, als de Plant- soenendienst moeten gezamenlijk en gelijktijdig ge bruik kunnen maken van dezelfde basisgegevens. Vanzelfsprekend steh dit eisen aan de programmatuur, de apparatuur, de infrastruktuur en de organisatie. De programmatuur moet ervoor zorgen dat de beschik- baarheid van de gegevens is geregeld, maar moet tevens garanderen dat niet een willekeurige gebruiker de basis gegevens kan veranderen. De apparatuur moet zodanig zijn dat de gegevens snel beschikbaar gesteld kunnen worden ('Data Server'). Gezien het verschil in gebruik ligt het echter voor de IH] Figuur 2. Een GIS-architektuur afgestemd op de typen ge bruikers MILGISRIVM). hand, dat per type gebruiker wordt nagegaan welke soort hard- en Software daarbij het best aansluit (de- centralisatie van de automatisering). Om dit mogelijk te maken is er een infrastruktuur tussen de verschillende werkplekken nodig: het netwerk (figuur 2). Tot slot steh het invoeren van een GIS speeifieke eisen aan de organisatiestruktuur. Een dergelijke benadering met enerzijds centrale gegevensbeschikbaarstelling en -beheer, en anderzijds decentraal gebruik, steh hoge ei sen aan de organisatievorm waarbinnen het geheel gaat plaatsvinden. Het analyseren van ruimtelijke informatie Het verschilt sterk per persoon en per (tak van de) dienst wat men met de ruimtelijke gegevens wil gaan doen. Zo zal het voor een milieudeskundige van belang zijn, dat een integratie met de milieumodellen kan plaatsvinden, en voor een verkeer- en vervoersdeskundi- ge speien de sterk analytische vraagstukken op dit terrein. Mogelijk verklaart de diversiteit van de analytische funkties het feit dat de huidige generatie GIS-software zieh nog nauwelijks op dit terrein heeft ontwikkeld. Het ontwikkelen voor een beperkte groep is financieel immers minder interessant. Een andere verklaring vormt ongetwijfeld de komplexiteit van de noodzakelij- ke algoritmen. Tot slot is er dan de noodzakelijke pro- cessorcapaciteit, die eveneens een belemmerende rol heeft gespeeld in deze ontwikkeling. Het is juist op dit terrein van ruimtelijke analyse, dat er hoge verwachtin- gen zijn met betrekking tot de volgende generatie GIS- software. Met name als het GIS gebruikt wordt als planningsinstrument, bijvoorbeeld het vergelijken van bepaalde wegtraces, zijn deze analytische mogelijkhe- den een noodzaak. Het presenteren door middel van kaartbeelden Deze tak van de GIS-software is sterk ontwikkeld. Het vervaardigen van programmatuur waarmee op geauto- matiseerde wijze kaartbeelden gemaakt kunnen worden, is de basis van het GIS geweest. Daarmee is inmiddels j arenlange ervaring opgedaan en er kan worden gespro- ken over zeer professionele Produkten. Op hetzelfde moment echter is een waarschuwing op zijn plaats. abler (1987) citeert Rhind als hij schrijft: "We can now produce rubbish faster and with more elegance than ever before". Het automatisch vervaardigen van een kaart is een. Het zorgdragen voor de juiste achterliggende informatie is iets anders. Maar ook het juiste gebruik van het medi um kaart is toch een nog vaak verwaarloosd gebied. Hardware in een GIS-omgeving De eerste GIS-produkten dateren uit de jaren zeventig. Een periode, waarin een hardware-konfiguratie bestond uit een centrale Computer met daar omheen de nodige schijven voor randgeheugen en een grote hoeveelheid terminals die op de centrale Computer waren aangeslo- ten. Deze eerste produktlijn bestond voornamelijk uit KT 1990.XVI.4 29 □Lei IfcShfi i^aaa LJI-S) ARC/INFO Database management SPANS Ruimtelijke analyse Illustrator Atlas»Graphica Presentatie

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 31