geautomatiseerde kaartvervaardiging. De gegevens wer den in eenvoudige bestandsstrukturen opgeslagen en de basisbewerkingen werden uitgevoerd in veelal eigen ge- schreven programma's, of met behulp van meer alge- mene statistiekpakketten, zoals SPSS. Het beheren van gegevens binnen de SPSS-omgeving middels zgn. 'systemfiles' kon als zeer vooruitstrevend worden ge- kenmerkt. Deze centrale benadering kreeg in het begin van de ja- ren tachtig een welkome aanvulling in de vorm van mi- nicomputers, die aan de centrale mainframe konden worden gekoppeld om bepaalde Processen uit te voeren. Het GIS kreeg in die tijd een volwaardiger karakter, de grote databases ontstonden en de behoefte aan proces- sorcapaciteit nam geweidig toe. Van groot belang voor de acceptatie van het GIS is de opkomst van de PC, hoewel deze voor het GIS aanvankelijk niet veel meer kon betekenen dan een geemuleerde terminal. In de tweede helft van de jaren tachtig ging de PC een be- langrijke rol speien bij de eenvoudige GIS-taken, zoals de automatische kaartvervaardiging. Het is juist deze mogelijkheid, die het GIS bij veel mensen in de be- langstelling bracht, al werd veelal voorbijgegaan aan het basiskoncept, de gemeenschappelijke centrale da- tabase. Van veel groter belang was halverwege de jaren tachtig de verdere introduktie van mini's en werkstations, ge koppeld middels een netwerk (figuur 2). De grote orga- nisaties, die gebruikmaakten van een GIS, hadden in- middels gekonstateerd, dat het centrale 'mainframe' absoluut geen oplossing bood voor de diverse GIS- taken. ledere afzonderlijke taak vraagt in principe om eigen processorcapaciteit, oftewel een eigen werkomge- ving. In de afgelopen jaren zien we, dat de hardware- leveranciers uitstekend in Staat zijn om aan deze wensen te voldoen middels een verdere optimalisering van de mini's in de vorm van 'Servers' en verhoogde proces sorcapaciteit bij de werkstations ('RISC-processors'). En dit alles voor een steeds lagere prijs. Aan het eind van de jaren tachtig zien we dat de Soft ware zieh wel degelijk heeft aangepast aan de (toegeno- men) mogelijkheden van de PC. De zeer grote potentie- le markt leidt er toe, zoals reeds aangegeven, dat zeer professionele (karto)grafische pakketten worden ver- vaardigd. Maar opzienbarend is toch, dat men er even- eens in slaagt een PC-omgeving te kreeren voor de ana lytische taken binnen de GIS-omgeving, middels aanpassing van de datastruktuur (de zgn. 'quadtree'- struktuur, zoals in het pakket SPANS van de firma TYDAC). Ruimtelijke informatiesvstemen nader onderscheiden Het verschil tussen informatiesystemen Zoals ook uit de vorige paragraaf reeds mocht blijken, is er rond het begrip GIS nogal wat verwarring. Naar- mate het verkoopsukses van GIS toenam, bleken opeens steeds meer informatiesystemen met deze term aangeduid te worden. Daarnaast worden er termen ge- bruikt als vastgoedinformatiesystemen, AM/FM ('auto- mated mapping/ facility management'), 'multi- purpose' kadaster informatiesystemen, geodata infor matiesystemen, LIS ('landuse Information Systems'), en zijn er nog vele andere definities in omloop (clarke, 1986; burrough, 1986 en parker, 1988). Om enig zieht te krijgen op de verschillende termen en met name om tussen een aantal belangrijke toepassingen het onder- scheid te kunnen begrijpen, wordt in deze paragraaf stilgestaan bij de belangrijkste hoofdgroepen. De inde- ling, die daarbij wordt gekreeerd, is in de praktijk veel minder extreem dan wij hem nu schetsen. Voor een be- ter begrip maken we daarom het onderscheid, om ver- volgens toch weer terug te vallen op het algemene be grip GIS. Computer Aided Design (CAD) Het gaat bij CAD om de grafische Systemen, die wor den gebruikt door industriele ontwerpers, (land- schaps)architekten en vormgevers, om hun werk te on- dersteunen en te presenteren. CAD heeft daarbij de plaats ingenomen van de vroegere tekentafel. De eerste CAD-systemen waren louter en alleen een geautomati- seerd tekeninstrument. In de latere pakketten zien we de toevoeging van databases, waarin ruimtelijke gege vens kunnen worden opgeslagen en waarin met name ook een groot aantal Symbolen worden beheerd. De CAD-systemen beschikken over middelen voor het au tomatisch tekenen, het manipuleren met deze tekenin- gen (schaalverandering, plaatsverandering, inzoomen, roteren en bewerken) en het op professionele wijze pre senteren van deze informatie. Het verschil is van belang omdat veel huidige (Auto)CAD-gebruikers potentiele GIS-gebruikers zijn, zoals gemeenten en nutsbedrijven. De kartografische Software binnen het GIS is in belang rijke mate gebaseerd op hetgeen in de CAD-wereld tot stand werd gebracht. Het GIS heeft telkens getracht deze ontwikkelingen te inkorporeren in haar omgeving. Daarbij lopen deze ontwikkelingen binnen de GIS- omgeving dus steeds achter bij die in de CAD- omgeving. Wat echter veel belangrijker is, is het feit dat de basiskoneepten in de beide werelden toch sterk ver- schillen. GIS is volledig gebaseerd op het database- koneept. CAD is gebaseerd op het ontwerpen en het daarbij gebruik maken van Symbolen. Zowel de hard- als de Software is in de CAD-omgeving op de presenta- tie afgestemd en binnen een GIS-pakket zullen de hier- bij behorende resultaten in principe dan ook niet be- reikt worden. LIS: Landuse Information Systems We hebben in eerste instantie maar even de Engelse term laten staan. De vertaling zou kunnen zijn vast goedinformatiesystemen, maar eveneens de Systemen in gebruik bij nutsbedrijven ('Facility Management'- Systemen) kunnen hieronder gerangschikt worden. Deze informatiesystemen hebben als doel te fungeren als een administratief systeem voor het beheer van geografische gegevens. Aan dit administratief systeem worden veelal 30 KT 1990.XVI.4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 32