allerlei eisen gesteld, die een direkte invloed hebben op
de wijze waarop de gegevens dienen te worden opgesla-
gen. Als we het bijvoorbeeld over de vastgoedinforma-
tie hebben, dan zijn dit de wettelijk vastgelegde eisen
aan de nauwkeurigheid van de informatie. Als het gaat
om leidingen, dan zijn het misschien geen wettelijke ei
sen, maar is het nog steeds van het allergrootste belang
dat de lokatie van een kabel exakt kan worden vastge-
steld. In dit soort informatiesystemen vormt de data-
base al wel degelijk het centrale koncept. Verder zijn in
dit soort Systemen instrumenten voorhanden om de ge
gevens met een hoge graad van nauwkeurigheid in te
voeren, te beheren, bij te houden en beschikbaar te stel
len. Er worden naar verhouding weinig geografische
analyses binnen dit soort Systemen uitgevoerd.
GIS: Geografische Informatiesystemen
In onze ogen zijn GIS-systemen met name een hulp-
middel voor regionaal en stedelijk onderzoek, milieu-
onderzoek, verkeer- en vervoersonderzoek, gezond-
heidszorg en, meer in het algemeen, onderzoek in het
kader van het ruimtelijk beleid.
Dergelijke informatiesystemen zijn eveneens gebaseerd
op een database benadering en daaraan toegevoegd zijn
hulpmiddelen voor de gegevensverzameling, het databe-
heer, het bij houden en het beschikbaar stellen. Deze
funktionaliteit komt overeen met de LIS-instrumenten;
het grote verschil wordt gevormd door de analysehulp-
middelen. Het gaat daarbij om hulpmiddelen op het
terrein van: de ruimtelijke statistiek, ruimtelijke model-
len met betrekking tot verkeer en vervoer, migratie- en
milieuprocessen, optimalisatiemodellen en evaluatie-
technieken.
De verschillen tussen GIS en LIS zijn beperkt als we
letten op de hard- en Software. Het uitgangspunt dat
LIS zieh met name rieht op het beheer en beschikbaar
stellen van nauwkeurige informatie leidt toch wel dege
lijk tot duidelijke verschillen. De verschillen zijn veelal
ook aan te geven in de ruimtelijke schaal, waarmee
wordt gewerkt. LIS werkt op een schaalniveau van
1:500 of 1:1000, terwijl in de GIS-systemen gegevens ge
baseerd zijn op kaarten met een schaal van 1:10.000 of
kleiner.
We zien dat veel nutsbedrijven, maar ook gemeentelijke
overheden, reeds gestart zijn met het gebruik van CAD-
systemen om hun informatie in kaart te brengen. De
CAD-systemen voldoen aan de nauwkeurigheidseisen
die zijn gesteld. Het grote probleem dat deze groep ge-
bruikers heeft, is het uitbreiden van deze informatie of
het koppelen aan de bijbehorende attribuutinformatie.
Zo brengt op dit moment de gemeente Alkmaar zijn
lantarenpalen in een CAD-systeem. Het möge duidelijk
zijn, dat het voor de hand ligt, dat deze informatie
wordt gekoppeld met andere vastgoedinformatie. Daar
de CAD-systemen over een aantal kwaliteiten beschik-
ken, die voor het ontwerpproces noodzakelijk zijn,
blijft hun aanwezigheid in veel produktieprocessen on-
misbaar. Anderzijds vraagt het gezamenlijk gebruik van
de informatie om een database-benadering, die door de
LIS-systemen wordt geboden.
Gezien de in het algemeen toch gebruikelijke benade
ring om alle ruimtelijke informatiesystemen onder de
noemer GIS te plaatsen, zullen wij dat in het vervolg
eveneens doen.
GIS-gebruikers en -toepassingen
GIS-gebruikers
De ervaring met het gebruik van GIS binnen een grote
organisatie heeft ons geleerd, dat het niet zinvol is de
huidige generatie GIS-software maar aan iedereen aan
te bieden. De geavaneeerde GIS-pakketten hebben meer
dan 1000 verschallende kommando's en vragen een uit-
gebreide computerervaring. We hebben daarom getracht
een indeling van de diverse GIS-gebruikers te maken en
aan te geven hoe hun behoeften en eisen er uit zien
(SCHÖLTEN PADDING, 1990).
Afhankelijk van de (taken van de) organisatie kunnen
verschallende soorten van gebruik c.q. gebruikers onder-
scheiden worden:
Onderzoeksinstituut. Meestal op basis van (be-
leids)vragen wordt onderzoek geentameerd. Daartoe
vindt gegevensverzameling en -verwerking plaats.
Doel is het beantwoorden van gestelde vragen. Dit
kan zowel beschrijvend, verklärend als voorspellend
van aard zijn. Voorbeelden hiervan zijn instituten als
TNO en het RIVM, die (voor een deel) op basis van
vragen uit bedrijfsleven of van de overheid onder
zoek verrichten.
Administratief orgaan. Hieronder vallen organisaties
als het kadaster, gemeenten en nutsbedrijven
(vastgoedregistratie-instanties). Het doel is de infor
matie zodanig te beheren, dat opvragen van infor
matie en manipulatie van gegevens eenvoudig zijn.
Een voorbeeld is het beheer van rioleringsleidingen
in een gemeente. Men wil op basis van de opgesla-
gen informatie snel en akkuraat antwoorden kunnen
geven op vragen als: 'Waar zijn de siechte delen van
het rioolstelsel?'; 'Om hoeveel meter gaat het daar
bij?'; 'Op welke diepte zitten deze leidingen?'; 'Wel
ke en hoeveel woningen zijn aangesloten op deze lei
dingen?'.
Overheidsorgaan. Doel is te komen tot beleidsaanbe-
velingen. Daartoe vindt gegevensverwerking, toetsing
en koneeptvorming plaats. Bijvoorbeeld een rijks-
overheidsinstelling waar op basis van een beleids-
vraag onderzoek plaatsvindt, met als doel het for-
muleren van (alternatieven voor) overheidsbeleid.
Kommerciele organisatie. Doel bij deze organisaties
is het verkopen van een produkt. Daartoe vindt ge
gevensverzameling en -verwerking plaats. Voorbeeld
is een bankinstelling, die zieh de vraag steh waar
eventueel nieuwe kantoren gevestigd dienen te
worden.
Het is duidelijk dat er binnen deze organisatietypen
nog grote verschillen kunnen bestaan, die samenhangen
met de grootte van de organisatie e.d. Toch kan worden
gepoogd om bij de onderscheiden typen een aantal
soorten organisatorische taken en (potentiele) GIS-
gebruiksvormen te definieren (zie tabel 1).
KT 1990.XVI.4
31