Tabel 1. Organisatorische taken en (potentiele) GIS-
gebruiksvormen voor verschillende organisatietypen.
Onderzoeksinstituut:
Informatiespecialist: belast met aanschaf, beheer en be-
schikbaarstelling van hardware, Software, en gegevens
Onderzoekers: belast met datamanipulatie/modellering
Onderzoekskoördinatoren/kwaliteitsbewakers: belast met
het afstemmen van (inhoudelijke) Produkten van de orga-
nisatie
Derden: voor wie de informatie bestemd is
Administratief orgaan:
Informatiespecialist: belast met aanschaf, beheer en be-
schikbaarstelling van hardware, Software, en gegevens
Besluitvormers: belast met het vertalen van gegevens in
beleid
Overheidsorgaan:
Informatiespecialist: belast met aanschaf, beheer en be-
schikbaarstelling van hardware, Software, en gegevens
Beleidsvoorbereiders: belast met (begeleiding van)
datamanipulatie/modellering
Besluitvormers: belast met het vertalen van gegevens in be-
leidsalternatieven
Derden: voor wie de informatie bestemd is
Kommerciele organisatie:
Informatiespecialist: belast met aanschaf, beheer en be-
schikbaarstelling van hardware, Software, en gegevens
Onderzoekers: belast met datamanipulatie/modellering
Besluitvormers: belast met het vertalen van gegevens in
beleid
Naast de verschillende taken, die binnen een organisatie
worden verricht, kan per gebruikerstype ook een aan-
duiding worden gegeven van het soort informatie dat
gewenst is, van de eisen die aan het GIS worden gesteld
en van het noodzakelijke type GIS (zie tabel 2).
In de ontwikkeling van een GIS zal met deze wensen
rekening gehouden moeten worden, wil de implementa-
tie ervan zinvol en suksesvol zijn. Momenteel zijn er
voor de gehele verscheidenheid van gebruikerstypen
GIS-pakketten leverbaar (meijer et al., 1990). Het is
de kunst de benodigde hard- en Software op de juiste
plaatsen toe te passen, als ook een organisatie op te
zetten waarin uitwisseling tussen de pakketten mogelijk
is (vergelijk figuur 2). Daarenboven is het een specifieke
taak bij deze implementatie om er zorg voor te dragen
dat het beheer van gegevens goed geregeld is. Dit bete-
kent dat belangrijke 'basis'bestanden centraal zijn op-
geslagen, en de diverse strömen van basisinformatie
naar toegespitste informatie en weer terug soepel
verlopen.
Toepassingsvelden
Hoe ver zijn we momenteel in Nederland met de toe-
passing van GIS? De beantwoording van deze vraag
biedt voldoende stof voor een afzonderlijk artikel. Toch
willen we hier reeds een kort overzicht geven van de
huidige situatie. Zie daartoe allereerst figuur 3, de le-
venscyclus van een produkt (nijkamp, 1990), in dit geval
GIS. Als we er van uit gaan dat de levenscyclus vier fa-
sen kent, dan moeten we stellen, dat GIS aan het eind
van fase 2 is beland. Steeds meer organisaties raken
doordrongen van de mogelijkheden van GIS. Steeds
meer personen bezoeken lezingen en kongressen over
het onderwerp. Bovendien gaan ook steeds meer orga
nisaties inmiddels over tot de aanschaf van GIS-
apparatuur en -programmatuur. De Problemen die bij
een dergelijke fase hören zijn ook duidelijk. Er zijn
nog weinig ervaringen, nog weinig volledig funktione-
rende Systemen en een gering aanbod aan GIS-
deskundigen bij een verhoudingsgewijs grote vraag.
Kortom, er zijn nog veel aanloopproblemen. Dit bete-
kent bij na automatisch, dat het overzicht aan toepas-
singen vooral een overzicht van de eerste Projekten in
dit kader is. Toch loopt Nederland in Europa op het
terrein van GIS redelijk voorop, wat onder meer naar
voren kwam uit de papers op het eerste Europese GIS-
kongres in april dit jaar (harts et al., 1990).
Voor het overzicht maken we gebruik van een reeds eer-
der gehanteerde indeling (schölten van der vlugt,
1990): vastgoedtoepassingen, nutsvoorzieningen, verkeer
en vervoer, landbouw, marketing, milieu en ruimtelijke
ordening.
Vastgoedtoepassingen
De vastgoedtoepassingen hebben in Nederland al een
lange historie. Het Kadaster heeft immers de bij wet
vastgelegde taak de vastgoedinformatie op te slaan en
te beheren. Zij doet dit reeds gedurende lange tijd en in
de jaren zeventig is men al begonnen met grote investe-
ringen om tot een volledige automatisering van de vast
goedinformatie in Nederland te komen. Hoewel het
werk aan het digitale vastgoedsysteem voor Nederland
gestaag vordert, ver wacht men toch nog zo'n 10 jaar
nodig te hebben voor de kompletering.
In Nederland waren de verwachtingen over vastgoedtoe
passingen op gemeentelijk niveau hoog gespannen. Sa-
menwerking tussen het bedrijfsleven en de Technische
Universiteit Delft leidde enige jaren geleden al tot kon-
cepten (CLOVIS) voor GIS-toepassingen voor de afzon-
derlijke gemeenten (bogaerts, 1987). Tot op heden is
het aantal gemeenten waar dit koncept wordt uitge-
werkt (bijvoorbeeld in Amersfoort, Amstelveen, Lange-
Figuur 3. De levenscyclus van een geografisch informatie-
systeem.
KT 1990.XV 1.4
Verzadigingsniveau
Mate van
acceptatie
Eerste
Versneide
Volledige
Komplete
bewustzljn Introduktle ontwikkeling marktbedekking
32