van een optimale plaats van een nieuwe vestiging van
een concern is dit nog wel mogelijk. Scenario's voor
een beter milieu, de afbakening van verzorgingsgebie-
den, en de keuze voor een bepaald trace van een weg,
zijn onderwerpen waar de optimalisering van de
besluitvorming en de planning voorop Staat.
In Europa bevinden we ons nog in een eerdere fase van
de levenscyclus van het GIS. De enorme belangstelling
voor dergelijke Systemen kan gedeeltelijk worden ver-
klaard uit de toepassingen die in Noord-Amerika
plaatsvinden. Het lijdt geen twijfel dat we hier ook te
maken hebben met nieuwe mogelijkheden van de auto-
matisering en met name de informatisering. Deze tak
van de informatika kent echter ook zijn specifieke vra-
gen en problemen, die te maken hebben met de organi-
satie, de ruimtelijke analyse, de (on)nauwkeurigheid van
gegevens, de kartografie en de hard- en Software. In-
middels is men in veel landen tot het besef gekomen,
dat aan het gebruik van geografische informatiesyste-
men zoveel facetten kleven, dat een specifieke opleiding
noodzakelijk is. In Amerika en Canada zijn inmiddels
GIS-curricula ontwikkeld en in Engeland is subsidie
verstrekt aan acht universiteiten om expertise met GIS
op te doen (masser, 1990). In Nederland is door de
overheid een samenwerkingsorgaan tussen diverse uni
versiteiten (NexpRI) gesubsidieerd met een vergelijkbaar
doel (zandee, 1990). Bovendien is er sinds kort een
leerstoel Ruimtelijke Informatica geinstalleerd. Deze
leerstoel GIS bevindt zieh aan de Vrije Universiteit, de-
zelfde universiteit waar in 1986 de Faculteit Sociale
Geografie werd opgeheven. Ook het hoger beroeps-
onderwijs heeft besloten GIS als een onderdeel binnen
haar opleidingen in te voeren. In dat kader heeft men
de Rijks Hogeschool Groningen belast met het opzetten
van een GIS-curriculum voor het Hoger Beroepsonder-
wijs in Nederland.
Het aantal toepassingen in Nederland groeit snel, al
toont het hier gegeven overzicht aan dat veel toepassin
gen zieh nog hüllen in de gedaante van een proefpro-
jekt. We kunnen dan ook zonder twijfel zeggen, dat we
in de körnende jaren nog heel veel zullen zien en hören
over GIS.
Maar hier plaatsen we toch ook alvast enkele kantteke-
ningen. Vanzelfsprekend is GIS geen wondermiddel, dat
al onze problemen oplost. GIS kan een werkomgeving
scheppen, welke zieh leent voor probleemoplossingen.
Een werkomgeving waar de nadruk allereerst ligt op het
gezamenlijk gebruik kunnen maken van geintegreerde
gegevens. Een omgeving, die echter ook vraagt om, en
tevens de kans biedt voor, nieuwe analysemogelijkhe-
den. Veel van de statistische methoden en technieken,
die nog worden gebruikt in de geografie, kunnen we ge-
voeglijk vergeten (openshaw, 1990). Een periode van
explorerende data-analysetechnieken lijkt voor ons te
liggen. Voor zowel kartografen als geografen liggen er
in de körnende jaren op het terrein van het GIS heel
veel uitdagingen. Het is zaak dat we ze vanuit de geo
grafie en kartografie benutten.
Noten
Dr Henk J. Schölten is hoogleraar in de Ruimtelijke Informa
tica bij de Vakgroep Ruimtelijke Economie (Faculteit der Eco-
nomische Wetenschappen en Econometrie) van de Vrije Uni
versiteit (Postbus 7161, 1007 MC Amsterdam). Daarnaast is
hij verbonden aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieuhygiene (RIVM) in Bilthoven; hij is daar verantwoorde-
lijk voor de organisatie en de implementatie van een ruimte-
lijk informatiesysteem voor het milieu (MILGIS). Sinds de
opheffing van het Geografisch Instituut van de Vrije Univer
siteit is hij bovendien betrokken bij de aktiviteiten van Geo-
dan, het bureau voor ontwikkeling en onderzoek in ruimtelij
ke informatiesystemen te Amsterdam.
Dr Schölten heeft al diverse artikelen over GIS gepubliceerd
in wetenschappelijke boeken en tijdschriften. De auteur heeft
het artikel geschreven op verzoek van de redaktie, naar aanlei-
ding van zijn lezing op de studiedag Dokumentatie Ruimtelij
ke Informatie, welke op 11 januari 1990 werd gehouden in
Utrecht.
Literatuur
Beurden, A.U.GJ. van H.J. Schölten (1990), The environ
mental geographical information Systems of the Netherlands
and its organizational implications. In: Harts, J.J., H.F.U. Ot
tens en H.J. Schölten (red.), EGIS '90 Proceedings. Utrecht:
EGIS Foundation.
Birkin, M., G.P. Clarke, M. Clarke A.G. Wilson (1987),
Geographical Information Systems and model-based locatio-
nal analysis: ships in the night or the beginnings of a
relationship? Leeds: School of Geography, University of
Leeds.
Bogaerts, M.J.M (1987), Grootschalige ruimtelijke informatie
systemen in Nederland. Nieuwe ontwikkelingen in de periode
1984-1987. Kartografisch Tijdschrift XIII, nr. 3, pp. 38-41.
Burrough, P.A. (1986), Principles of geographical information
Systems for land resources management. Monographs on Soil
and Resources Survey 12, Clarendon Press.
Clarke, K.G (1986), Recent trends in geographic information
system research. Geoprocessing 3, pp. 1-15.
Deurloo, M.G (1981), Grafische voorstellingen en ruimtelijke
gegevens per Computer: handleiding voor het programmapak-
ket GEOKART. Geografische en pianologische notities 3,
Vrije Universiteit Amsterdam.
Est, J.P. van GM. Sliepen (1990), Geographical Informa
tion Systems as a basis for interaction modelling; an applica-
tion. In: Harts, J.J., H.F.L. Ottens H.J. Schölten (red.),
EGIS '90 Proceedings. Utrecht: EGIS Foundation.
Fedra, K. R. Reitsma (1990), Decision support and geo
graphical information Systems. In: Schölten, H.J. J.C.H.
Stillwell (red.), Geographical Information Systems for Urban
and Regional Planning. Dordrecht: Kluwer Academic Pu-
blishers.
Geertman, S.GM. F.J. Toppen (1990), Regional planning
for new housing in Randstad Holland. In: Schölten, H.J.
J.C.H. Stillwell (red.), Geographical Information Systems for
Urban and Regional Planning. Dordrecht: Kluwer Academic
Pubiishers.
Harts, J.J., H.F.L. Ottens H.J. Schölten (1990), EGIS '90
and the development and application of geographical infor
mation Systems in Europe. In: Harts, J.J., H.F.L. Ottens
H.J. Schölten (red.), EGIS '90 Proceedings. Utrecht: EGIS
Foundation.
KT 1990.XVI.4
35