iii unu=
Arn t a oanubIens
F.J. Ormeling
Atlassen in Wenen: afsluiting van de Atlas der Donauländer en
start van de Atlas Ost- und Südost-Europa
Inleiding
Het thema van de door Oostenrijk, Zwitserland, de
BRD en de DDR gezamenlijk in September 1989 in We
nen georganiseerde kartografische manifestatie was Ge
meinsam für den Fortschritt. Dat sloot blijkbaar alleen
computer-kartografie en remote sensing in, gebieden
waarop de duitstalige kartografie nou niet echt voorop
loopt. Het omvatte niet de atlaskartografie, een gebied
waarop men de wereld juist wel wat kon laten zien. Het
is met name door geschiedenis en geografische lokatie
de funktie van Oostenrijk om grensoverschrijdende at
lassen te maken. Het star vasthouden aan de eerderge-
noemde themakeuze voor deze manifestatie bracht met
zieh mee dat de belangrijkste kartografische gebeurtenis
van het jaar, de afsluiting van de Atlas der Donaulän
der, niet in het konferentiekader werd opgenomen, en
dat de uitgevende instantie, het Österreichische Ost-
und Südost-Europa Institut (ÖOSI), daarom een bij-
eenkomst buiten het konferentiekader om organiseerde.
Afsluiting Atlas der Donauländer
In het Ost- und Südost-Europa Institut werden aan de
geinteresseerde buitenlandse diplomatieke missies en
buitenlandse kartografen, die van de Vierländertagung
overkwamen, onder het genot van een glas wijn de laat-
ste gereedgekomen bladen van deze Atlas der Donau
länder getoond. Prof. dr Josef Breu, de redakteur, hield
er zijn afscheidstoespraak. Hij had de redaktie van de
atlas 25 jaar gevoerd; onder zijn leiding waren de 48
kaartbladen en de uitgebreide bijbehorende beschrijvin-
gen tot stand gekomen. Het belangrijkste probleem
hierbij was de verschillende, in de 8 Donaustaten gang
bare definities, klassificeringen en opnamedata onder
een noemer te brengen. Over die leerzame ervaringen
heeft Breu uitgebreid bericht in onder andere het Inter
nationaal Kartografisch Jaarboek. Het zijn ervaringen
die voor jonge kartografen ook een grote didaktische
waarde hebben.
De Problemen bij het homogeniseren van de basisgege-
vens hadden vooral betrekking op de statistische bron-
nen; door veldwerk waren de fysisch-geografische gege-
vens relatief eenvoudig op een lijn te krijgen. Zelfs in
het geval door de Verenigde Naties gestandaardiseerde
procedures werden gehanteerd, werden deze gegevens
vervolgens in de verschillende landen toch nog op basis
van verschillende klassifikatieprineipes gei'nterpreteerd,
weergegeven of gepubliceerd.
Oost-Europa was een prachtige proeftuin voor de
naamkundige belangstelling van Breu, die als geograaf
opgeleid in de veeltalige Habsburgmonarchie opgroeide
en lange jaren voorzitter was van de United Nations
Group of Experts on Geographical Names. In dat gre-
mium werkt hij nog steeds aktief mee, en is pas weer
door de autonome provincie Zuid-Tirol als konsulent
op dit gebied aangetrokken.
Om de atlas werkelijk internationaal te maken zijn niet
alleen vier talen voor legenda en kommentaren ge-
bruikt, maar zijn ook voor de geografische namen de
plaatselijk officiele versies gekozen: in bondsstaten bij-
voorbeeld het Moldaavs, Oekrains, Slovaaks, Macedo-
nisch; in Kosovo echter alleen het Servo-Kroatisch om-
dat het Albanees daaraan ondergeschikt is. In Albanie
werden de bepaalde (Tirana) in plaats van de onbepaal-
de (Tirane) vormen gebruikt; het vereist een geweidige
expertise op dit gebied om bij alle hier voorkomende
Problemen verstandige uitspraken te doen en zoveel mo-
gelijk bepaalde prineipes aan te houden.
Breu is zelf ook als kaartauteur opgetreden, en heeft
onder andere in de Atlas der Donauländer de kaartbla
den van het grondgebruik, de bevolkingsspreiding, de
stadsontwikkeling en de topografische basiskaart mede
vormgegeven. Het zeer toepasselijke sluitstuk van zijn
atlaswerk betrof de talenkaart van Zuidoost-Europa
waarin hij, op basis van zijn veertig jaar lang bezig zijn
met talen en geografische namen de juiste redaktionele
beslissingen neemt in dit met voetangels en klemmen
bezaaide gebied.
De produktie van de Atlas der Donauländer was als
Figuur 1. Omslag van de Atlas der Donauländer.
KT 1990.XVI.4
37
AUAS-"
AI JLAU ?t™AhBckhx