liggen, zoals een kartografisch informatiesysteem voor een uitbreidingsplan in de gemeente Breukelen dat steeds wordt aangepast aan de nieuwste stand van za- ken, en de nieuwe terreinkaart van het Academisch Me- disch Centrum Utrecht. Het zijn Produkten uit digitale bestanden, binnengebracht in een Autocad-systeem en uitgepiot met een Calcomp elektrostatische kleurenplot- ter. Door deze werkwijze kan men uitgebreid met de vormgeving en de kleurstelling experimenteren. Het re- sultaat wordt gelamineerd om zo lang mogelijk de kleu- ren te beschermen. Een voorbeeld van een van de infor- matieborden die op deze manier tot stand zijn gekomen vindt men in figuur 1. Er is konstant 1 man bezig met vormgeving. Het aardigste produkt van dit moment is de voor RWS geproduceerde folder van Zeewolde, die in iets hardere kleuren dan de traditionele polderpasteltinten wordt ge- presenteerd. Hierdoor kontrasteert de randinformatie op een aardige en professionele manier met de illustra- ties en de kaart zelf. Deze verantwoorde vormgeving Staat wel eens in schril kontrast met wat er aan kartografische Produkten door de provinciale of centrale Grontmij-afdelingen gemaakt wordt. De Grontmij, en zijn als voelhoorns funktione- rende twaalf provinciale vestigingen, is vooral gericht op het uitvoeren van Projekten op het gebied van het milieu (onder andere de milieu-effektrapportage), de in- frastruktuur en - vanouds - de landinrichting. Voor de kartografisch georienteerde afdeling in Lelystad zou wat dat betreft die belangstelling iets anders mögen liggen. Figuur l. Flet informatiebord Zeewolde op lokatie. (Foto: Grontmij) de behoefte aan digitale kartografische bestanden Staat op Stapel. Men bereidt brochures voor voor voorlichters van gemeenten, rekreatieschappen enz. om ze te laten zien wat men met de juiste (karto)grafische middelen kan bereiken. Men heeft het vertrouwen een belangrijke bijdrage te kunnen leveren op het gebied van de kartografie voor de informatievoorziening voor het publiek, voor infor- matieborden, een markt waarop ook Falkplan en Pu- blex aktief zijn. Een groep kartografen zoals deze in Lelystad, die de provincie waar ze wonen zö goed kan verkopen, moet dat ook voor andere delen van Neder- land kunnen doen. Toekomstige ontwikkeling Er is bij de Vestiging Landmeetkunde Lelystad een on- derzoek gedaan naar de behoefte aan kleinschalig kaartmateriaal bij de gemeenten; een onderzoek naar Noot Prof. dr F.J. Ormeling is hoogleraar Kartografie, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Utrecht. Vervolg van blz25; Th. van der Linden De marketing van de Atlas van Nederland. bepaalt toch ook een beetje de Status van een relatiege- schenk. In eerste instantie zal de atlas aangeboden worden aan bedrijven en instellingen die min of meer gerelateerd zijn aan de doelgroepen van de atlas. Een prettige bij- komstigheid daarbij is dat we gegevens uit het eerste marktonderzoek kunnen hanteren. In de tweede plaats denken we aan leveranciers van duurdere Produkten. U kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld auto's in de wat duurdere prijsklasse. SDU uitgeverij is momenteel bezig deze markt in kaart te brengen. Of deze methode suksesvol is moet nog blijken. Wellicht dat enigen van U bij de aanschaf van een nieuwe magnetronoven een Atlas van Nederland kado krijgen. Noot Th. van der Linden was namens de n.v. SDU veantwoordelijk voor de produktie en marketing van de tweede editie van de Atlas van Nederland. KT 1990.XVI.4 40

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 42