Domogalla's methode om knooppunt-verplaatsing te voorkomen Domogalla voert eerst een normale verdunning van het beeld uit. In het hieruit verkregen skelet onderscheidt hij de knooppunten. Vervolgens stelt hij voor elk knooppunt een bepaald gebied er omheen vast: de 'knooppunt-regio'. Hierna keert hij terug naar het ori- ginele rasterbeeld, wat opnieuw wordt verdund. Daarbij worden de pixels binnen de knooppunt-regio's niet be- handeld. De skeletpixels worden vervolgens gevektori- seerd en de pixels binnen de knooppunt-regio's worden weggegooid. Vervolgens wordt van de vektoren, die op een knooppunt-regio eindigen, het snijpunt bepaald. Dit vormt het nieuwe knooppunt. Deze op zieh heel elegante methode bergt een risiko in zieh. Het is namelijk zo dat tijdens het proces de topo- logie van het oorspronkelijke beeld geheel verwoest wordt. In de meeste gevallen zal de methode om deze topologie te herstellen wel tot bevredigende resultaten leiden, maar er zijn situaties denkbaar waarbij Proble men optreden. Bij de hiervoor genoemde toestand, die leidt tot het op treden van het 'hourglass'-effekt (figuur 4b), zal het bijvoorbeeld onduidelijk zijn welke snijpunten waar zullen ontstaan. Ook de situatie waarin een weg na een kruispunt aan een zijde verbreed wordt, en vervolgens in dezelfde richting doorgaat, zal Problemen opleveren. In de richting van de inkomende vektoren ligt er dan namelijk geen snijpunt, aangezien de vektoren parallel op een bepaalde afstand van elkaar lopen. Op zieh is deze methode echter zo veelbelovend, dat toekomstig onderzoek naar het oplossen van de bezwa- ren valt aan te bevelen. Het TON-algoritme Figuur 5a vormt een rasterweergave van figuur 4a (bij het navolgende moet in gedachten gehouden worden, dat het beeld geen lijneinden bevat). De situatie die ontstaat na twee verdunningsiteraties is weergegeven in figuur 5b. Verdere iteraties hebben het gevolg, dat het gedeelte van de diagonale tak dat nog niet geheel ver dund is, alsnog loodrecht op de horizontale tak wordt verdund. Het resulterende knooppunt (pixel C in figuur 5b) is naar links verschoven ten opzichte van de positie waar het zou moeten zijn (pixel D in figuur 5b). Dit verschijnsel wordt door ons aangeduid als 'Y- verplaatsing' (naar de vorm van het kruispunt van we gen). Men kan aantonen dat voor de grootte van deze verplaatsing geldt: DY (d resolutie)/tan (a) Hierin stelt 'd' de halve lijndikte van de horizontale tak voor, 'a' de hoek tussen de twee takken en 'resolu- tie' de grootte van een pixel. Tijdens de volgende iteraties blijkt dat ook de horizon tale tak vervormd wordt. Dit is weergegeven in figuur 5c, welke de situatie twee iteraties na de toestand in fi guur 5b weergeeft. We kunnen zien dat het knooppunt in de richting van de diagonale tak wordt verschoven. x xx xx xxxxx xxxxx xxxxx xxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxx xxxxx xxxxxxxxxxxxxxxx XXXXXXXXCXXXDXXX b xxxxxxxxxxxxxxxx Figuur 5. Knooppunt-verplaatsing bij verdunning. a. Rasterweergave van figuur 4a. b. De situatie na twee verdunningsiteraties. c. De situatie na vier verdunningsiteraties. Deze verplaatsing wordt aangeduid met de term 'T- verplaatsing'. Voor deze T-verplaatsing geldt de volgen de vergelijking: Dt (dj - d2) 2 (indien d, d2) Hierin stelt 'dj de halve dikte van de horizontale tak voor en 'd2' de halve dikte van de diagonale tak. Met behulp van de vergelijking: D Dy2 Dx2) kan nu de totale verplaatsing bepaald worden. Beschouwen we figuur 5 nader, dan kunnen we konklu- deren, dat de Y-verplaatsing kan worden voorkomen, als de driehoek van pixels met pixel A als top (zie fi guur 5b) niet ontstaat. Dit kan worden bewerkstelligd door tijdens elk van de twee iteraties de twee pixels, die in figuur 5a als 'G' zijn weergegeven, de waarde 0 te geven. Het grote probleem is daarbij om deze pixels te vinden. Het voert te ver om de hele oplossing middels het TON-algoritme te beschrijven en daarom wordt hier volstaan met de opmerking dat dit gebeurt door naar een konfiguratie van contourpixels te zoeken, die de binnenhoek van de kruising vormen. De methode lost alleen die gevallen op waarbij de hoek tussen de twee takken 45 graden bedraagt. In alle ande- KT 1990.XVI.4 47 XXXXXXGGXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXX X X X X A X B X X X X X X XXX C. XXXXXXXXXXXDXXX

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 49