fische informatiesystemen bezig zijn om zieh te organiseren. Dat leidde tot de uitgifte van het blad Mapping Awareness en tot het oprichten van de Association for Geographica] In formation (AGI). Redakteur van Mapping Awareness is Miles Arnold; hij heeft ten behoeve van dit jaar- boek, om de beschikbare hulpbron- nen niet te versnipperen, de handen ineengeslagen met de grote tijd- schriftenuitgeverij Taylor Francis. Veel van de leden van de AGI, zoals David Rhind en Peter Dale, waren eerder lid van de British Cartograp- hic Society - die gaat ze te langzaam om in de zaligmakende richting van de informatiesystemen, en daarom probeert men nationaal op deze ma- nier de ontwikkelingen te forceren. Internationaal zet Rhind de ICA on- der druk om zieh snel als GIS- vereniging te manifesteren, omdat anders landmeters en fotogramme- ters met GIS op de loop gaan. Hoe- wel Rhind en Dale voor een belang- rijk deel de toon zetten in dit jaarboek (en beiden hun eigen ge- bied als het belangrijkste aanprij- zen), wordt een niet onbelangrijke partij meegeblazen door redakteur Shand, die in alle mogelijke toonaar- den de snelle instelling van een na tionaal landinformatiesysteem bepleit. Het jaarboek is als volgt opge- bouwd: op een overzicht van de AGI volgt een introduktie voor leken wat een GIS is, worden de ontwikkelin gen in Groot-Brittannie en Noord- Ierland besproken (85 pp.), evenals de internationale (door Rhind resp. Dale, 12 pp.); men geeft aan wat de stand van zaken is op het gebied van de standaarden en datakommunika- tie/netwerken, onderzoek en oplei- ding/training. Er is een uitgebreid overzicht van degenen die kommer- cieel met GIS bezig zijn (85 pp.) in alle mogelijke kapaciteiten, er is een overzicht van de werkende GIS- systemen, van de relevante literatuur die in 1988/89 verscheen, en van de relevante konferenties, met inbegrip van de daar gehouden voordrachten. Bij de laatste twee ziet men veel za ken dubbel; bovendien zijn de meeste bijdragen in dit jaarboek be werkte voordrachten die vaak al eer der in de tijdschriften Mapping Awareness, International Journal of GIS, enz. versehenen. Het jaarboek besluit met een verlanglijstje met wat men hoopt dat er in 1990 gebeu- ren zal. Het AGI-wereldje komt als een le- vendige 'scene' uit dit jaarboek naar voren; kontroverses worden niet ge- schuwd en ook de apologieen zijn interessant en leerzaam. Zo zegt Sowton, leider van het onderzoek bij de Ordnance Survey (OS): "In the past it has been fashionable to criti- eize OS for not introducing every in novative feature as long as a techni- cally viable Solution could be achieved." Dat is mogelijk vooral gericht tegen Rhind die in het verle- den de luidste kritiek op deze orga- nisatie liet hören (thans schijnt hij in de markt te zijn voor de post van hoofddirekteur van de OS die in 1991 vakant komt). Om een idee te krijgen van de toon van de bijdragen hierbij nog een ci- taat, van Shand, waar hij de toege- voegde waarde van ruimtelijke infor- matie in digitale vorm bespreekt: "the finance is there some organisations have the In formation but not the means to get at it other organisations have the re- source but cannot get at the In formation a few others have both the re- source and the information but lack the vision, drive and com- mercial acumen. It seems odd at a time when the Go vernment seems intent on putting everything from A to Z on a com- mercial footing, that it fails to take a similar attitude with regards to its own 'institutions' and the valuable information they possess. Waarschijnlijk is het in Nederland net zo, maar weten we het niet zo mooi te zeggen. In het jaarboek wordt er steeds op de bestaande Pro blemen in de informatieverschaffing gewezen, zelfs gehamerd, er wordt om maatregelen gevraagd en de lezer wordt daarbij direkt aangesproken. Zoals ook in Nederland vraagt men om een nationale Strategie voor de ruimtelijke informatie. De bijdragen graven niet diep, blij- ven vaak in het inleidende steken - dat is ook het geval bij de voor- naamste bron, het blad Mapping Awareness. Maar ze geven een prima overzicht van wat er in Groot- Brittannie gaande is, ook met be- trekking tot het net van onderzoeks- instituten (regional research labora- tories) dat bij universiteiten is opgezet met steun van de regering (zoals NexpRI in Nederland). Wanneer men de levendige toon houdt en ook een paar meer funda- mentele artikelen plaatst, dan heb- ben ook de körnende jaarboeken een blijvende waarde. F.J. Ormeling Bollmann, J., M. Breithaupt, W. Dransch U. Freitag, Thailand in Maps. Application of the mapping System THEMAK2 to atlas carto- graphy. Uitgegeven in de serie Berliner Ma nuskripte zur Kartographie. Freie Universität Berlin, Fachbereich Geo- wissenschaften, Fachrichtung Karto graphie, 1988. Formaat A4, 113 pp., waarvan 75 pp. kaarten en illustra- ties, waarvan 6 pp. in kleur. ISSN 0934-9146. Engels. Het aan de Vrije Universiteit van Berlijn ontwikkelde kartografisch softwarepakket THEMAR heeft in dit tijdschrift al eens eerder positieve kritieken gekregen, en wel bij de bespreking van de Arbeitsmarkt- Atlas Bundesrepublik Deutschland in KT 1985.XI.3 (p. 60). Het grote pluspunt van THEMAR - in verge- lijking met veel andere softwarepak- ketten die in de thematische karto- grafie worden gebruikt - is dat kundige kartografen er hun kennis in hebben gestopt. Dat blijkt bijvoor- beeld sterk uit de manier waarop de konstruktieproblemen bij de vervaar- diging van kaarten met proportione- le puntsymbolen worden opgelost. Kartografisch verantwoorde oplos- singen worden aangedragen voor het probleem van de keuze van de groot- te van de Symbolen (percentage be- dekking van het kaartoppervlak) en voor dat van de overlappende Sym bolen (kleine Symbolen uitgespaard in grotere). Het computerkartografisch systeem THEMAK2, zoals de Software nu wordt aangeduid, werd ontwikkeld in samenhang met GRS (Graphical Kernel System). GRS is een 'Com mon Graphics Manager' (CGM), welke formeel geaeeepteerd is als een internationale standaard voor grafi sche Computersystemen. GRS is ba- sis Software voor het genereren van (tweedimensionale) grafische afbeel- 52 KT 1990.XVI.4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1990 | | pagina 54