met gebiedsgrenzen. Deze file kan
vervaardigd worden m.b.v. het pakket
Atlas*Draw. Een datafile met thema
tische gegevens wordt hieraan gekop-
peld. Nu moeten we aangeven (bijv.
voor de vervaardiging van een cho-
ropleet) hoeveel klassen we wensen
en wat de klassegrenzen zijn. Een
standaardinstelling zoals 'equal'
zorgt ervoor dat het principe der
kwantielen gebruikt wordt. Voor een
evenwichtige verdeling is het moge-
lijk om snel een staatje te verkrijgen
met de aantallen per klasse. Hierna
kan een bijbehorende grijsschaal (ar-
ceringsschaal) ingesteld worden. De
kaart kan nu zichtbaar gemaakt
worden. Lastig is het verkrijgen van
een evenwichtige randinformatie,
vooral het verkrijgen van de juiste
korpsgroottes kost tijd. Wel kan een
en ander interaktief op het scherm
worden gewijzigd. Rekening houdend
met de beperkte mogelijkheden is dit
een gebruiksvriendelijk en snel pak
ket dat door de kursisten werd ge-
waardeerd.
De meeste waardering was echter
voor het pakket Cart/o/graphix, be-
doeld voor de vervaardiging van
kleinschalige thematische kaarten,
draaiend op de Apple Macintosh.
Met dit - momenteel nog duitstalige
- pakket kunnen de meest gangbare
kaarttypen worden gemaakt. De
'achterliggende' gegevens kunnen in-
gevoerd en gewijzigd worden in zgn.
'vensters'. Dit zijn tabellen met
waarden die aan van te voren vast-
gestelde definities dienen te voldoen.
Zo zijn er vensters voor tekst, gege
vens, formules, grafieken, kleuren,
Symbolen, vektoren en voor de le-
genda. De vensters kunnen uitermate
inzichtelijk door middel van zoge-
naamde stekkers met elkaar verbün
den worden. Als voorbeeld kan weer
genoemd worden de door de deelne-
mers te vervaardigen kaart met de
relatieve opkomst bij verkiezingen in
de provincie Utrecht. Door de gege-
vensvensters (met de opkomstpercen-
tages) te verbinden met het kleur-
venster (met de choropleetkleuren
voor de klassen) wordt automatisch
bepaald welk gebied welke grijswaar-
de krijgt. Als zodoende alle linken
zijn gelegd geeft het layout-venster
het eindresultaat. Interaktieve bijstel-
lingen in dit beeld zijn mogelijk.
Cart/o/graphix kan vrijwel elk gang-
baar kaarttype aan, waarbij ook de
wat komplexere typen snel te ver
vaardigen zijn. Veel lof voor dit pak
ket waar we ongetwijfeld nog meer
van zullen hören.
Tijdens de algemene theorie in de
ochtenduren Steide dhr Kraak dat er
dankzij de computerkartografie een
enorme toename van het aantal
kaarten plaatsvindt waarbij de tijde-
lijke kaart (de beeldschermkaart) de
grootste toename voor zijn rekening
neemt. De geautomatiseerde karto-
grafie heeft tevens een strikte schei-
ding tussen gegevensopslag en grafi
sche presentatie bewerkstelligd,
waarbij de ruimtelijke gegevens een
Produkt vormen van lokatiegebon-
den gegevens, niet-lokatiegebonden
gegevens en tijd. Op het technische
vlak werd het verschil tussen een
raster- en een vektor-struktuur be-
handeld en kwamen de verzameling
en invoer van het gegevensmateriaal
aan de orde. Handig was de check-
list voor het bepalen van de meest
geschikte Software. Hierbij kan men
denken aan funktionaliteit, kwaliteit,
compatibiliteit, gebruiksvriendelijk-
heid, prijs, dialoog, datastruktuur en
hardware-ondersteuning.
Dhr Koop besprak op de laatste och-
tend de uitvoermogelijkheden van de
geautomatiseerde kartografische Pro
dukten. Deze uitvoer kan vektor- of
rastergeorienteerd of hybride zijn.
De MS-DOS-pakketten GIMMS en
Atlas*Graphics genereren in principe
vektor-georienteerde plotfiles. Voor
een aantal op de Macintosh draaien-
de pakketten, waaronder Freehand
en Cart/o/graphix geldt dat Post
Script de beschrijvingstaal is. Ken
merk van PostScript is dat de om-
trek van elk element wordt
beschreven zodat de beschrijving on-
afhankelijk is van de uiteindelijke
uitvoerresolutie (objektgeorienteerd).
Hierdoor heeft een vergroting geen
invloed op de kwaliteit van een Pro
dukt. Uitvoer via hoogwaardige fo-
tozetapparatuur is mogelijk. Het
grootste formaat op dit moment is
A2, bij een resolutie van maximaal
2500 dots per inch.
De evaluatie op de laatste middag
spitste zieh toe op de verdeling van
de softwarepakketten over de vier
dagen. Sommige kursisten hadden
gelet op hun speeifieke wensen t.o.v.
de Software met het ene pakket wat
langer willen werken dan met het
andere. Dat dit organisatorisch op
enige bezwaren zou stuiten zagen ze
echter ook in. Een veelgehoorde
vraag was voorts hoe men de topo-
grafische ondergrond digitaal ver-
krijgt. Indien een goede digitaliseer-
module in het pakket ontbreekt (al
of niet in samenhang met een ge-
scanned referentiebeeld), is het in
toenemende mate mogelijk om gedi-
gitaliseerde gegevens in te lezen van-
uit een pakket dat deze optie wel
heeft (vergelijk Atlas*Graphics en
Atlas*Draw). De organisatie werd
tot slot bedankt voor de vlekkeloos
verlopen kursus, waarna een ieder
tevreden huiswaarts toog.
R. Bokhove
Verslag themadag Automatisering
1990
Op 6 december j.l. werd in de Aula
van de Technische Universiteit Delft
de alweer achtste themadag Automa
tisering gehouden, georganiseerd
door de werkgroep Automatisering
in de Kartografie van de NVK. Zo'n
93 deelnemers volgden de lezingen
en diskussies over het thema: Stan-
daardisatie en uitwisseling van kar
tografische gegevens.
In het ochtendgedeelte begon Aal-
ders (universitair hoofddocent vast-
goedinformatie TU Delft) met een
heldere inleiding op het onderwerp,
de stand van zaken en de Problemen.
Vervolgens zette mevrouw Ahonen
(onderzoeker bij de Finse Topografi-
sche Dienst) de opzet en mogelijkhe
den uiteen van de Edifact-standaard
voor het beschrijven en uitwisselen
van geografische informatie.
Na de middagpauze, waarin een
goed verzorgde lunch werd geser-
veerd, sloot Kraak (universitair do-
cent kartografie TU Delft) het meer
theoretische gedeelte af met een uit-
eenzetting over de rol van grafische
standaards als GKS en PHIGL.
Vervolgens kwamen een drietal prak-
tijktoepassingen aan de orde uit de
werelden van de 'desktop Publish
ing', de grootschalige kartografie en
de reproduktie. Schokker (praktijk-
docent ITC Enschede) belichtte de
uitwisselingsmogelijkheden bij ge-
bruik van de Apple Macintosh.
Bontje (Hoofd Automatisering inge-
nieursbureau Van Steenis in Utrecht)
boeide zijn gehoor met de (on)moge-
lijkheden van de DXF- en SDF-
formaten. Korver (produktiemanager
Reprocart in Rotterdam) vertelde iets
8
KT 1991.XVII.1