I)uits-Duits kartografisch
Symposium in Ladenburg
Van 21-24 november 1990 werd in
het historische Ladenburg, de oudste
Romeinse stad in Duitsland gelegen
tussen Heidelberg en Mannheim, een
Symposium gehouden onder de titel
Wetenschap en techniek in het toe-
komstige Duitsland, en hoewel er en-
kele waarnemers uit de buurlanden
aanwezig waren, was het kongres
vooral bedoeld om de beoefenaren
van de kartografie in het voormalige
West- en Oost-Duitsland tot elkaar
te brengen en een gemeenschappelij-
ke toekomst te laten uitstippelen.
Het Symposium was georganiseerd
door de redakteur van het Internati
onaal Kartografisch Jaarboek, Dr K-
H. Meine, en werd gesponsord door
de Daimler-Benz stichting. Doel van
de bijeenkomst was een overzicht te
geven van de stand van de kartogra
fie in de voorheen gescheiden lands-
delen, en van het onderwijs, en na te
gaan welke eisen hieraan in de toe
komst gesteld zouden worden.
Op de eerste symposiumdag kwamen
de kartografen uit de voormalige
DDR aan de beurt, onder leiding
van de 'grand old man' prof. Edgar
Lehmann, gangmaker van de natio
nale atlas van de DDR en lid van de
Akademie van Wetenschappen van
dat land. De plannen voor een twee-
de editie van deze atlas (enigszins
gemodelleerd op de nederlandse at
las), nu omgedoopt tot Atlas der
neuen deutschen Bundesländer wer
den besproken, evenals, door E.
Benedict, de initiatieven betreffende
een nieuwe nationale atlas van
Duitsland. De landbouwgeograaf
Roubitschek, onder wiens leiding de
DDR het -uit agrarisch oogpunt -
best gekarteerde land ter wereld
werd, gaf een overzicht van het hoge
niveau van deze tak van de kartogra
fie. E. Breetz gaf een overzicht van
de struktuur en ontwikkelingsten-
denzen van de schoolkartografie in
zijn land. Zowel de schoolkartogra
fie als de kartografische uitgeverijen
als Hermann Haack zijn door de
plotselinge 'Wende' in de Problemen
geraakt. Van de ene op de andere
dag zijn ze hun monopolie kwijt, en
moet het materiaal worden aange-
past aan de in de Bondsrepubliek
geldende opvattingen. Voordat die in
nieuwe atlassen kunnen worden ver
werkt is de markt al overgenomen
door uitgeverijen uit het westen, die
direkt kunnen leveren. De weten-
schappelijke kartografen uit de DDR
worden allemaal 'doorgelicht' op
hun wetenschappelijke kwaliteiten,
en de instellingen waar ze werken
zullen worden herverkaveld, hetgeen
de stemming en de produktie na-
tuurlijk niet verbetert. Vooral Leh
mann was, ook in de diskussie,
steeds onvermoeibaar bezig aan te
geven wat er desondanks op het ge-
bied van de kartografie niet allemaal
bereikt was in de DDR, en hij pro
beerde voortdurend en soms harts-
tochtelijk de gastheren van het ni
veau van zijn 'ploeg' te overtuigen.
Op de tweede symposiumdag was
het de beurt aan de 'Westduitse'
gastheren, die toch wat minder warm
liepen voor het kombineren van de
kartografische hulpbronnen dan de
gasten. Daar waren uitzonderingen
op zoals de voorzitter van de Deut
sche Gesellschaft für Kartographie,
prof. Freitag, zelf oorspronkelijk uit
de DDR afkomstig, die vooral op de
kartografische opleiding inging. Van-
uit Trier, het huidige centrum van de
computer-kartografie in Duitsland,
werden de plannen voor een nieuwe
komplexe thematische atlas van
Duitsland besproken, en er kwamen
verder een aantal kartografische se
riewerken aan de orde.
De laatste dag was bedoeld voor de
buitenlandse gasten, uit Zwitserland
(Rudolf Knöpfli), Oostenrijk (prof.
Ingrid Kretschmer) en Nederland
(Ferjan Ormeling, gevraagd als ICA-
vertegenwoordiger), maar deze ver-
liep heel anders dan gepland. Na een
geweidige lezing van Knöpfli, waarin
deze de gangbare opvattingen dat
kartografie geen kunst is bestreed,
mede met de opvattingen van de
Schilder Paul Klee, dat schilderkunst
het essentiele van een verschijnsel/er-
varing/object wil weergeven en dat
de kartografie datzelfde wil. Zijn
verhaal was zeer overtuigend gei'l-
lustreerd (u kunt dat nalezen in het
Internationale Kartografisch Jaar
boek van 1991 waarin alle symposi-
umbijdragen zullen worden opgeno-
men). Tijdens de diskussie die op
zijn lezing volgde, kreeg prof. Leh
mann een hartaanval en overleed
kort daarna; het Symposium werd
toen natuurlijk, na een herdenkings-
bijeenkomst afgebroken.
F.J. Ormeling
In memoriam prof. dr ing. Edgar
Lehmann
Tijdens een bijeenkomst van West
en Oost-Duitse kartografen te Hei
delberg overleed op 24 november
1990 plotseling de 85-jarige nestor
van de Oostduitse kartografie prof.
dr ing. Edgar Lehmann. Met hem
ging een van de laatste voorvechters
voor de kartografie van de generatie
Imhof en Salichtchev uit de jaren
1950 en 1960 heen. Dat de figuur
Lehmann Nederlandse kartografen
niet terstond aanspreekt is te wijten
aan het isolement waarin hij in de
DDR verkeerde. De jaarlijkse Ta
gung van de Deutsche Gesellschaft
für Kartographie van 1954 was de
laatste bijeenkomst van Westduitse
kollega's die hij bezocht en het zou
tot de Vierländertagung in Wenen in
1989 duren alvorens Lehmann weer
acte de presence kon geven. Natuur
lijk drangen in de tussenliggende Pe
riode zijn geestesprodukten - atlas
sen en artikelen, de laatste onder
andere in het Internationales Jahr
buch für Kartographie en in Peter
manns Geographische Mitteilungen
- wel tot de buitenwereld door. En
vervolgens waren daar de ontmoetin-
gen op kongressen van de internatio
nale geografen- en kartografenorga-
nisaties, resp. IGU en ICA, alwaar
Lehmann als veelzijdig geleerde en
stijlvolle persoonlijkheid waardering
vond.
Lehmann studeerde geografie, ge-
schiedenis en filosofie te Berlijn, on
der andere onder leiding van de le
gendarische Albrecht Penck, initiator
van de internationale wereldkaart
1:1 miljoen. Zijn loopbaan speelde
zieh af te Leipzig alwaar hij begon
als praktijkkartograaf bij het Biblio
graphisches Institut en eindigde als
hoogleraar in de geografische weten
schappen aan de mathematische na-
tuurwetenschappelijke fakulteit van
de universiteit ter plaatse. In de ja
ren 1974-1985 wijdde hij zieh als lei
der van een werkgroep van de Aka
demie der Wissenschaften hoofdza-
kelijk aan het milieuvraagstuk, een
materie waaraan overigens in de
DDR weinig eer te behalen was.
Lehmann laat een omvangrijk Oeu
vre na. Een belangrijk deel van zijn
energie werd gei'nvesteerd in atlassen,
een terrein waarop hij zieh als oud-
praktijkkartograaf thuis voelde. Tot
de belangrijkste kaartwerken die on-
14
KT 1991.XVII.1