Ananda Abeydeera
Kartografie als een essentieel element van bestuur door het Hollandse
koloniale gouvernement van Sri Lanka's Kustgebieden tussen 1658 en
1796
Opgedragen aan de nagedachtenis van R.L.Brohier
Vestiging van het Hollandse gezag in Sri
Lanka's Kustgebieden
De koning van Kandy Rajasingha II (1627-1687), die de
Portugezen wilde verdrijven uit de Kustgebieden van Sri
Lanka, ging een verbond aan met de Hollandse Oost-
Indie Compagnie en ondertekende een verdrag in 1638.
Volgens de overeengekomen voorwaarden zouden de
Hollanders de Portugezen verdrijven, in ruil waarvoor
zij beloond zouden worden met exklusieve handelscon-
cessies, inklusief de winstgevende kaneelhandel1. Na ja-
ren van heftige strijd dreven de Hollanders in 1658 de
laatste Portugese strijdkrachten uit Sri Lanka en be-
schouwden zieh heersers van de territoriale bezittingen
die zij op de Portugezen hadden veroverd. De Compag
nie hield tegen de wil van de koning van Kandy deze
gebieden in haar macht en bestuurde ze tot de overgave
aan de Engelsen in 1796. Het koninkrijk Kandy
weerstond ondanks de geringe afmetingen van zijn
grondgebied Hollandse invallen. Het was de bedoeling
van de Hollanders om Kandy, door het geheel te om-
singelen, tot afhankelijkheid te dwingen. Aangezien
Kandy de enige inheemse Staat op het eiland was kon
het al zijn krachten koncentreren op het strijden tegen
de Hollandse bezetting. Er waren bijna onafgebroken
konflikten over territoriale geschilpunten, zoals het ei-
gendom van de grensdorpen, toegang tot de zeehavens,
recht tot het oogsten van kaneel in de bossen in het
achterland, het verzamelen van in het wild groeiende
betelnoten en het vangen van olifanten in de jungle.
Nauwelijks een jaar na de verovering van de Portugese
bezittingen in 1659, vervaardigden de Hollanders aan
de hand van metingen en opnemingen van de kustlijnen
met een ongeevenaarde nauwkeurigheid een kaart van
Sri Lanka, welke zeer verschilde van die welke tot dan
toe bekend waren2. De peervormige, bijna moderne,
omtrek als resultaat van het werk van de Hollandse
landmeters toonde voor de eerste keer in de geschiede-
nis van de kartering van Sri Lanka een geheel nieuwe
geografische opvatting van het eiland. Het vormde niet
alleen een opvallend verschil met de stijve vijfhoekige
vorm zoals weergegeven door Cipriano Sanchez
Vilavicencio3, maar verschilde ook duidelijk van andere
wijzen van voorstellen welke gebruikelijk waren in de
Portugees-Spaanse kartografische traditie uit die tijd4.
Met deze kaart leidde het Hollandse bestuur een nieuw
tijdperk in van de kartering en het opmeten van Sri
Lanka.
Vergeleken met het nogal beperkte aantal kaarten en
plattegronden dat werd geprodueeerd gedurende de 150
jaren Portugese bezetting van Sri Lanka's Kustgebie
den, is de Hollandse verzameling van kartografisch ma-
teriaal op het eiland verbazingwekkend5 en overtreft
verre de Portugese kennis van Sri Lanka. Het Holland
se koloniale gouvernement steunde op deze kaarten bij
de uitvoering van zijn dagelijkse bestuurstaken. Een
Studie van deze verzameling, waarvan het grootste deel
wordt bewaard in Den Haag en Leiden, tezamen met
verzamelingen in Colombo, Wenen, Rome, Florence,
Parijs en Londen is van grote betekenis, niet alleen voor
de Hollandse koloniale geschiedenis, maar ook voor de
baanbrekende en wetenschappelijke onderneming, welke
de kartering van Sri Lanka was.
Dit overzicht behandelt de verzameling kartografisch
materiaal welke het Hollandse bestuur vervaardigde ge
durende 138 jaar van zijn aanwezigheid in Sri Lanka's
Kustprovincies.
Bestuur van het Hollandse koloniale
gouvernement
Onder de koloniale bezittingen van de Hollandse Oost-
Indie Compagnie werd Sri Lanka behoed als een
'kostelijk juweel'6; het was het grootste en het meest
belangrijke 'Buiten-gouvernement', dat zieh verheugde
in een grote mate van vrijheid van handelen en onaf-
hankelijkheid. De reden voor deze relatieve vrijheid was
gelegen in de afstand van Sri Lanka tot het centrale
gouvernement in Batavia. Een raad bestaande uit de
oudere officieren van de Kustprovincies assisteerde een
speciale militaire gevolmachtigde, welke het hoofd van
het bestuur was. Het bestuur zelf bestond uit kommer-
ciele ambtenaren die de handelszaken behandelden, en
officieren van marine en leger die optraden als burger-
lijke bestuurders en politieke officieren. Juist het nood-
zakelijke Hollandse militaire ingrijpen om de Portuge
zen van het eiland te verdrijven, had tot gevolg dat de
aard en samenstelling van het gouvernement en het be
stuur meer militair dan burgerlijk was.
Organisalie, taken en aktiviteiten van de
Karteringsdienst
Na het verdrijven van de Portugezen riep de Hollandse
18
KT 1991.XVII.1