0
1 IM:
Iii
1
druk geven hoe het systeem er voor de gebruiker uit
ziet.
De gebruiker van de geografische database selekteert
enkele variabelen die betrekking hebben op gemeenten
en COROP-gebieden in een bepaald jaar. Als die ge
bruiker de geselekteerde variabelen naar wens heeft be
werkt en er een kaart van wil, dan wordt er in de geo
grafische database automatisch gezocht naar
geometrische bestanden van gemeenten en COROP-
gebieden van dat bepaalde jaar. Daarna worden de ge
selekteerde variabelen gegroepeerd naar meetniveau en
eenheid. Deze gegevens staan ook in de geografische
database en worden automatisch opgezocht. Vervolgens
gaat het KES na of er uitzonderlijke situaties zijn en
als dat het geval is, raadpleegt het de kennisregels.
In dit voorbeeld zouden de vlaksymbolen van gemeen
ten en COROP-gebieden elkaar overlappen. Een ken-
nisregel lost dit op door de variabelen van de kleinste
gebiedsindeling, gemeenten, als puntsymbool weer te la-
ten geven en de COROP-gebieden als vlaksymbool.
Hierdoor ontstaat de geringste overlap en blijft duide-
lijk bij welk gebied een kaartsymbool hoort. Daarna
wordt er in de database gekeken, per groepje van over-
eenkomstige eigenschappen van variabelen en topolo-
gietype, welke ranges daarvoor geschikt zouden kunnen
zijn. Er ontstaat per groepje van variabelen een verza-
meling ranges, die al getoetst zijn aan allerlei kennisre
gels. Vervolgens kan de gebruiker interaktief aangeven
welk effekt de te ontwerpen kaart moet hebben en
vindt de multi-kriteria evaluatie plaats. De overgebleven
ranges worden in volgorde van meest tot minder ge
schikt aan de gebruiker getoond. Dat wil zeggen, de
Symbolen waaruit zo'n ränge bestaat. In figuur 7 is te
zien hoe zo'n scherm er uit kan zien. De gebruiker
kiest uiteindelijk de gewenste ränge naar eigen
voorkeur.
Het KES tekent daarna de kaart met de gekozen Sym
bolen op het scherm of maakt een bestand aan dat la-
ter geplot kan worden. Met dat resultaat kan de ge
bruiker tevreden zijn of hij kan besluiten een aantal
stappen terug te gaan en ergens een andere keuze te
Figuur 7. Voorbeeld van een scherm in het KES.
KT 1991.XVII.1
Figuur 8. Opzet van het KES.
maken, die tot een meer bevredigend resultaat leidt.
Het KES probeert zodanig flexibel te zijn, dat voor ie-
dere smaak Symbolen beschikbaar zijn. Dit houdt na-
tuurlijk in dat de symbolenbibliotheek behoorlijk uitge-
breid moet zijn en dat steh ook de nodige eisen aan het
beheer van het gehele systeem. Het KES zorgt er in ie-
der geval voor dat de resulterende kaarten kartografisch
door de beugel kunnen.
Bij alle stappen die het KES zet, kan naar wens uitleg
gegeven worden. Gedurende het hele proces houdt het
systeem een soort logboek bij, waardoor achteraf door
de gebruiker kan worden bekeken op welke gronden het
systeem tot de uiteindelijke keuze van Symbolen is ge-
komen en op welk punt hij eventueel andere beslissin-
gen zou kunnen nemen om het proces te beinvloeden.
De opzet van het gehele systeem is nog eens weergege-
ven in figuur 8. De gebruiker heeft alleen te maken met
de gebruikers-interface. Veel aandacht is gestopt in het
zo gebruikersvriendelijk mogelijk maken hiervan. Een
grafisch gerichte bediening met muis en eenvoudige
menu's, begrijpelijke vragen zonder vaktermen en di
rekte resultaten op het scherm moeten dat bewerkstelli
gen. Achter de schermen worden in een bepaalde volg
orde handelingen afgewerkt (de procedures), die
toegang hebben tot de kartografische kennis, die via de
database, de regels en de multi-kriteria evaluatie ontslo-
ten is.
Konklusie
Het Kartografisch Expertsysteem voor Symboolkeuze
helpt de gebruikers van de geografische database van de
RPD bij het kiezen van kartografisch verantwoorde
Symbolen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van intelli-
35
Kennis in
database
Kennis in
regels
^Kennis in^
multi-criteria
evaluatie^
i|Kies een Symboolgroep voor de j Variabele: Landgebruik
Ivariabelen Jaar: 1989
|bos, landbouwgrond Aantal Klassen: 7
|van de groep
I landgebruik
Terug Klaar |Verder