De regels werden oorspronkelijk in het Chinees op-
gesteld en de vertaling is mogelijk niet nauwkeurig.
Funktionaliteit van het SKK
Lowlevel interface met dBase III
We hebben de interne struktuur van de dBase III-
bestanden geanalyseerd en hebben funkties gei'mple-
menteerd, die direkt data uit deze bestanden kunnen le-
zen, met inbegrip van de struktuur van de records en
velden. De gebruiker hoeft alleen de naam van het
dBase-bestand op te geven en het systeem leest vervol-
gens de struktuur en laat de informatie uit de velden
zien. Vervolgens kan de gebruiker de velden selekteren
waaruit hij de data wil extraheren. Ook meer komplexe
bewerkingen zijn mogelijk met deze interface.
Lowlevel interface met pc-Are/Info
In de programmeertaal C zijn funkties geschreven,
waarmee pc-Arc/Info-bestanden van de diverse types
(ARC, ARX, CNT, CNX, TIC enz.) direkt kunnen
worden gelezen. Op die manier kan het systeem snel
ruimtelijke data laden, bewerken en afbeelden.
Bewerking van statistische gegevens
Thematische gegevens die uit de dBase-bestanden zijn
geextraheerd kunnen diverse bewerkingen ondergaan.
Zo kunnen de gegevens worden gesorteerd en kunnen
diverse statistische eigenschappen berekend worden, wat
belangrijk is voor het konstrueren van het frequentie-
histogram en de klassifikatie met behulp van dit histo-
gram. De statistische eigenschappen zijn onder andere
de maximum- en minimumwaarde, de mediaan, het ge-
middelde en de variantie. Een rekursief algorithme
wordt gebruikt om snel het gemiddelde en de variantie
te berekenen.
Afbeelden en bewerken van het histogram
Het histogram waar we het in dit artikel over hebben is
een frequentie-histogram dat een belangrijke rol speelt.
Hiermee kunnen duidelijk de intervallen in de gegevens,
de aantallen per groep en de kenmerken van de
frequentie-verdeling worden afgebeeld.
Het SKK gebruikt de CGA-videokaart, met een resolu-
tie van 640 bij 200 beeldpunten, om het histogram af te
beeiden. Het histogram wordt automatisch genormali-
seerd. Vanwege de verscheidenheid van de gegevens en
de verschillende gebruikerseisen is het moeilijk om een
histogram te konstrueren dat in de behoefte van alle ge-
bruikers voorziet. Daarom zijn diverse funkties inge-
bouwd om het te bewerken. De gebruikers kunnen met
behulp van funktietoetsen het interval van het histo
gram en de verhouding tussen de X- en de Y-as veran
deren en het zo naar behoefte aanpassen.
Klassifikatie van statistische gegevens en evaluatie
Het proces van klassifikatie is in feite een proces van
kartografische generalisatie. Het aantal klassen geeft de
mate van generalisatie aan. Hoe groter het aantal klas
sen is, hoe kleiner de mate van generalisatie. In het al-
gemeen gebruiken kartografen bij het klassificeren de
volgende regels:
A. Behoud de eigenschappen van de frequentie-
verdeling van de gegevens. Zorg ervoor dat de ver-
schillen binnen elke klasse minimaal zijn en de ver-
schillen tussen de klassen maximaal.
B. Gebruik in de eerste plaats de klassegrenzen, die van
belang zijn voor het gekozen thema.
C. Normaliseer de klassegrenzen om de leesbaarheid
van de kaart te vergroten.
D. Maak het aantal klassen niet te klein of te groot;
vijf tot twaalf klassen voldoet in het algemeen het
beste.
Het SKK pakt de klassifikatie als volgt aan: Het sys
teem assisteert de gebruiker bij de keuze van een
klassifikatie-methode. Deze wordt zo goed mogelijk
aangepast bij de eigenschappen van de gegevens. Bij de
feitelijke klassifikatie wordt eerst naar de klassegrenzen
gekeken. Het systeem geeft de nauwkeurigheid van de
klassifikatie op elk moment weer om het effekt van de
klassifikatie te kunnen evalueren. Hoe hoger de nauw
keurigheid is, hoe beter de klassifikatiemethode. Omdat
de klassifikatie wordt uitgevoerd op basis van het histo
gram en omdat de histogram-intervallen genormaliseerd
zijn, zijn de klassegrenzen natuurlijk ook genorma
liseerd.
De gebruiker kan de klassifikatie verder aanpassen door
het histogram te bewerken. Zo kan hij het aantal klas
sen, de klassegrenzen en de klassebreedte veranderen.
Een aantal klassifikatiemethoden zijn in het systeem
voorgeprogrammeerd en kunnen door de gebruiker ge-
selekteerd worden. Dit zijn klassifikaties op gelijke
klassebreedte, rekenkundige en meetkundige progressie
en standaardafwijking. Ook kunnen de klassegrenzen
interaktief ingevoerd worden.
Weergave, zoom-funktie en symboolbewerking
Op het scherm worden de basiskaart, de Symbolen en
eventuele annotaties weergegeven. De basiskaart wordt
door de eerder beschreven interface uit de pc-Arc/Info-
coverage gelezen en wordt in een bepaalde schaal op
het scherm afgebeeld. Met behulp van een zoom-
funktie is een bepaald gebied op grotere schaal af te
beeiden om zo gemakkelijker bewerkingen uit te kun
nen voeren. De Symbolen kunnen worden verschaald,
verplaatst en dergelijke.
Uitsneden
In bepaalde gebieden, met name de ekonomisch sterk
ontwikkelde, ontstaat snel een onaanvaardbare overlap
van Symbolen. Aan de andere kant kan de schaal van
de Symbolen niet veel kleiner, omdat dan in minder
dichte gebieden de Symbolen te klein worden. De oplos-
sing is het maken van een uitsnede van het gebied met
de overlap op een grotere schaal. De Symbolen worden
niet verschaald en zodoende onstaat een duidelijke,
leesbare kaart. Deze bewerking is eenvoudig uit te voe
ren in het SKK met behulp van de funktietoetsen.
38
KT 1991.XVII.1