de informatie-overdracht. Spiess maakt soms gebruik van het in on- derwijskundig opzicht zeer aantrek- kelijke systeem, dat indertijd al op suksesvolle wijze werd gehanteerd door Imhof, waarbij de auteur in tekst en beeld ingaat op de fouten die het meest gemaakt worden en vervolgens ook een goede oplossing presenteert (bijvoorbeeld bij de on- derwerpen layout en het plaatsen van namen). Een van de weinige minpuntjes is dat illustraties en tekst vaak op aparte bladzijden staan, hetgeen af en toe tot veel bladeren leidt. De integratie tussen beeld en tekst zou nog meer bevorderd wor den als de op elkaar betrekking heb- bende onderdelen zo dicht mogelijk bij elkaar staan op dezelfde bladzijde. Dit laatste aspekt komt wat beter tot zijn recht in de hoofdstukken van M.J. Balodis (over generalisatie) en van N. Kadmon (over computerkar- tografie). Het hoofdstuk van Kadmon kan ook als zeer geslaagd worden beschouwd, zeker met het oog op de oorspronke- lijke doelstellingen. Naast een goed gebruik van het beeldmateriaal is er hier sprake van een zeer goede alge- mene en begrijpelijke inleiding, wel ke zorgvuldig is gestruktureerd. Er wordt niet alleen, zoals vaak genoeg wel gebeurt, een globale beschrijving gegeven van de beschikbare hard- en Software, maar er wordt juist inge- gaan op de bediening ervan en op het daadwerkelijke gebruik bij het oplossen van kartografische Proble men. Rekening houdend met de al- tijd noodzakelijke beperking van on- derwerpen is dit hoofdstuk daarmee keurig praktijkgericht. Een pro- bleem, dat nauw samenhangt met het onderwerp, is natuurlijk wel dat de inhoud alweer wat gedateerd is, vooral ten aanzien van de beschreven hardware. Over de toepassing van la- serplotters wordt nog met geen woord gerept. Wel is er nog relatief veel aandacht voor regeldrukker- kaarten als middel tot uitvoer en je kunt je afvragen of een dergelijke mate van datering niet voorkomen had kunnen worden. Van veel ernstiger aard is helaas de kritiek die het hoofdstuk van Balo dis oproept. Het karakter van zijn bijdrage over generalisatie is wel zeer algemeen en te weinig konkreet en diepgaand. Daarnaast heeft het hoofdstuk - voor welke doelstelling van dit leerboek dan ook, en in al zijn algemeenheid - veel te veel we- tenschappelijke pretenties en is on- overzichtelijk en onduidelijk gestruktureerd. Hij behandelt de ge neralisatie nauwelijks in enge zin (van de ene kaartschaal naar een kleinere), maar zeer alomvattend: vanaf de selektie en de vertaling van geografische informatie in grafische Symbolen. Eigenlijk komt de hele kartografie aan bod en daarmee be- N treedt hij uiteraard ook het terrein dat al in andere hoofdstukken wordt behandeld. Het is daarom maar goed dat er in het degelijke hoofdstuk van R. Böh me over de topografische kartografie ook nog even, zij het kort, aan de verschillende praktische aspekten van generalisatie aandacht wordt be- steed. Daarnaast gaat hij op duide- lijke wijze onder meer in op de re- liefweergave, op geografische namen en de standaardisatie ervan en op de revisie. De mate en wijze van illustratie vor- men ongetwijfeld het Sterke punt van het leerboek als geheel. Maar dat wil niet zeggen, dat de toepassing van de illustraties altijd perfekt is. In het hoofdstuk van Böhme bijvoorbeeld zijn sommige kaartfragmenten onno- dig groot, enkele andere illustraties niet duidelijk (de figuren 1.8 en 1.14) en weer andere overbodig (waar eerst een aantal kaartfragmenten wordt getoond ter illustratie van verschil lende kaartschalen en even later een zelfde serie kaartfragmenten van een ander (maar vergelijkbaar gebied) ter illustratie van het effekt van genera lisatie op verschillende kaartschalen). In het hoofdstuk van E. Lehmann R. Ogrissek over thematische karto grafie worden de illustraties tenslotte ook niet op de meest aantrekkelijke wijze toegepast. Figuren en tekst staan hier volledig los van elkaar, in die zin dat er eerst 6 bladzijden tekst Enkele van de maar liefst 319 (grote en kleine) illustraties uit het leerboek Basic cartography (hoofdstuk 'Map compilation van E. Spiess). KT 1991.XVII.1 51 Fig. 2.131 Pattern spacing too wide for detailed outlines Fig. 2.132 Pattern spacing well suited to detail of outlines Fig. 2.133 Coarser patterning possible with smoothed outlines

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 53