perceptie, generalisatie, namen en
beschrifting. Het eerste hoofdstuk,
over de relatie tussen informatie en
kartografische weergave, kwam als
zodanig in de eerste editie niet voor.
Hoofdstuk twee, over zien en waar-
nemen, bevat duidelijk geschreven
overzichten van komplexe onderwer-
pen als kleurenterminologie en men-
selijke visuele informatieverwerking.
Het volgende hoofdstuk, over kaart-
ontwerp en kartografische Symbolen,
weerspiegelt het denken van veel mo
derne kartografen, door het trachten
toe te passen van bewezen stelregels
op wat misschien als een intui'tieve
of artistieke handeling wordt be-
schouwd. Maar het belang van de
individuele kreativiteit krijgt daar-
naast toch ook de plaats die het ver
dient. De bespreking van de princi-
pes van symboolontwerp is niet te
theoretisch en komt duidelijk voort
uit de lange praktijkervaring van de
auteur. De nadruk ligt op het ver-
vaardigen van heldere, leesbare kaar-
ten, zowel in zwart-wit als meerkleu-
rig. Het hoofdstuk over generalisatie
koncentreert zieh op de zuiver grafi
sche en manuele aspekten. Digitale
technieken worden alleen terloops
genoemd, en het huidige 'hot topic'
van de generalisatie in kartografische
gegevensbestanden wordt niet aange-
roerd. Het laatste hoofdstuk van
Deel 1 gaat over namen en beschrif
ting. De toponymische aspekten van
namen worden beschreven, evenals
het gebruik en de kenmerken van
verschillende lettertypen.
Na deze degelijke samenvatting van
de grondbeginselen van de kartogra
fische weergave in iets meer dan 50
bladzijden, handelt Deel 2 over de
kartografische technologie. Het is dit
gedeelte, dat misschien het meest be-
kritiseerd kan worden. De beschrij-
vingen van het ontstaan en de repro-
duktie van beeiden - door middel
van fotografie, kopie en druk - wor
den gekenmerkt door de gebruikelij-
ke heldere stijl van de auteur, waar-
door de ter sprake gebrachte
technische termen zeer begrijpelijk
zullen overkomen bij zelfs de minst
technische lezers. Maar het is echter
juist deze duidelijkheid, die voor mij
aanleiding geeft tot het uitspreken
van de wens om, meer dan via ter-
loopse verwijzingen, aandacht te
besteden aan het genereren van beei
den met behulp van de Computer,
zowel beeiden op een monitor als op
papier.
In Deel 3 doorloopt Keates alle sta-
dia in de kartografische produktie,
vanaf de eerste organisatie en plan-
ning, via de kompilatie en de ver-
vaardiging van lijn- en vlaksymbo-
len, tot en met de fase van de
kleurenproef. De nadruk ligt op de
totstandkoming van meerkleurige ge-
drukte kaarten met behulp van tradi-
tionele technieken, mogelijkerwijs in
een groot kaartproduktiebedrijf. In
het Stadium van de produktieplan-
ning wordt op het belang van de
konstruktie van een stroomdiagram
gewezen. Als voorbeeld hiervoor
neemt Keates een systeem, dat al
vele jaren wordt gebruikt op zijn
thuisbasis, de Universiteit van Glas
gow. Dit is een ingewikkeld systeem,
dat niettemin geen Symbolen bevat
voor standaardoperaties in de digita
le kartografie, zoals scannen of digi-
taliseren, gegevensverwerking en
-overdracht, grafische afbeelding of
de produktie van 'hard copies'.
Welk stroomdiagramsysteem dan
ook zou eigenlijk deze technieken
moeten kunnen opnemen, en men
krijgt de indruk dat Keates de kans
gemist heeft om te proberen ook wat
standaardisatie te introduceren op
dit gebied.
Het tweede hoofdstuk van Deel 3
gaat over een onderwerp dat in vele
boeken over kartografie wordt veron-
achtzaamd, nl. de kompilatie. Ver
volgens wordt zeer in detail ingegaan
op lijnenbeelden: de handmatige
konstruktie ervan en de daarop vol
gende wijzigingen, indien noodzake-
lijk, met behulp van reproduktie-
technieken zoals verkeerdom
doorlichten. Er wordt ook aandacht
besteed aan beschrifting en punt-
symbolen. Daarna komen de vlak-
symbolen, inklusief maskeren en het
gebruik van tintrasters, patronen,
(echte) halftoon tekeningen en vig-
netteren. Deel 3 wordt afgesloten
met een kort overzicht van kleur-
proeftechnieken.
De hoofdstukken over topografische
en thematische kaarten zijn herschre-
ven voor de tweede editie en als
voorbeelden van de toegepaste karto
grafie in Deel 4 gestopt, samen met
enkele totaal nieuwe onderwerpen:
orthofotokaarten, reis- en rekreatie-
kaarten, hydrografische kaarten, de
weergave van kontinue en diskrete
verschijnselen, atlassen, kartografi
sche theorie en onderzoek. De gede-
tailleerde manier waarop Keates deze
nieuwe onderwerpen bespreekt is
uniek in vergelijking met andere al-
gemene kartografische leerboeken in
welke taal dan ook. Dit gedeelte
beslaat ongeveer 40% van het boek,
en Keates past hier vele prineipes,
die hij in eerdere hoofdstukken be-
handelde, toe op een reeks prakti
sche kartografische taken.
Nergens in het boek wordt in detail
ingegaan op het onderwerp kaart-
projekties. Wel wordt in het eerste
van de hoofdstukken over de topo
grafische kartografie de relatie be
schreven tussen vierkantennetten en
graadnetten en het gebruik daarvan
als basis voor de verdeling in kaart-
bladen. Aan orthofotokaarten alleen
is een heel nieuw hoofdstuk gewijd,
hetgeen een reflektie is van het toe-
nemend belang van dit soort kaarten
bij de topografische kartering van
vele landen. Keates rieht zieh vooral
op het ontwerp en op de kartografi
sche produktie in plaats van op de
fotogrammetrische aspekten. Satel-
lietbeeldkaarten worden niet ge
noemd, hoewel die steeds gebruike-
lijker worden overal ter wereld.
Het hoofdstuk over reis- en rekrea-
tiekaarten is tamelijk kort, maar be
vat een schat aan nuttige ontwerpad-
viezen. Er wordt geen melding
gemaakt van de aanzienlijke voorde-
len van het gebruik van digitale tech
nieken voor de produktie van wegen-
kaarten, zoals bijvoorbeeld de
toepassing van het Scitex-systeem bij
de vervaardiging van de ANWB-
wegenkaarten 1:100.000. De bespre
king van de hydrografische kaarten
biedt onthullende inzichten in de bij-
zondere Problemen ten aanzien van
inhoud, ontwerp en produktie.
Keates gaat dan verder met het ach-
tereenvolgens behandelen van de drie
voornaamste faktoren met betrek-
king tot de thematische kartografie:
de kenmerken van de verschijnselen,
de kenmerken van de beschikbare ge-
gevens over de verschijnselen, en de
Problemen van de grafische weerga
ve, inklusief technische faktoren.
Deze hoofdstukken bij elkaar vor-
men goede voorbeelden van het
schrijven van Keates op zijn best:
helder, beknopt, tot nadenken stem
mend en zeker uitgaand boven een-
voudige beschrijvingen van verschil
lende technieken, of eenvoudige
'reeepten' voor het ontwerpen van
verschillende kaartsoorten. Daarna
KT 1991.XVII.1
53