väny), 'Enige Hongaarse bijdragen aan de wereldkartografie' (Papp- Väry), en 'Aktivseiten betrekking hebbbend op de geschiedenis van de kartografie in de DDR' (Stams). Persoonsgericht is Hoffmann's arti- kel over 'August Heinreich Peter mann (1822-1878) - Een geograaf en kartograaf uit Gotha'; Petermann was ontegenzeggelijk een van de be- langrijkste Duitse kartografen uit de 19e eeuw, en de grondlegger van de z.g. School van Gotha, welke meer- dere generaties van kartografen heeft bei'nvloed. Meer recente werken worden bepro- ken in 'Grootschalige kaartseries in Turkije' (Ko?ak), op schalen 1:500-1:5.000, en de niet lang gele- den versehenen 'Grande Atlante de Agostini', Novara (Motta). 'Satellietbeelden als informatiebron voor thematische karteringen' door Bätz en Haydn laat aan de hand van een voorbeeld voor Madagascar zien hoe beeiden van Landsat's Thematic Mapper en Spot gebruikt worden voor thematische karteringen ten be- hoeve van planningsdoeleinden. Voor de gehele Bondsrepubliek zijn nu beschikbaar z.g. geogekodeerde datasets, gedefinieerd als themati sche informatie van het aardopper- vlak van satellietbeelden, mits 'ont- schrankt' naar een kartografische projektie (Lotz-Iwen en Schreier). Het betreft beeiden van de Thematic Mapper en radar-'kaarten' gemaakt van data van de Synthetic Aperture Radar (SAR) van de Europese Re mote Sensing Satelliet (ERS-1). Knöpfli benadert theoretisch in 'Be- schouwingen over de zogenaamde informatiewaarde van luchtfoto's en kaarten' het verschil tussen de infor matie welke uit een luchtfoto en uit een kaart gehaald kan worden. Het lijkt me dat iedere kartograaf wel ongeveer weet dat sommige informa tie beter uit een luchtfoto en andere uit een kaart is te verkrijgen. Computerondersteunde kartografie vinden we in Dobson's artikel over 'Automatisering in de vervaardiging van kaarten', toegespitst op een produktie-georienteerde omgeving van de kommerciele kartografie, in dit geval van Rand McNally (VS). De overgang van handmatige ver vaardiging naar digitale produktie vraagt vooraf een zorgvuldige Studie. 'Het opzetten van een digitaal hoog- temodel op basis van gescande gege- vens van hoogtelijnen' (Hu en Fei) betreft een experiment, waarbij een XT-microcomputer wordt gebruikt. Ormeling's oratie 'Beeldvorming', dat hier in het Duits is vertaald, was al als bijlage gevoegd bij KT 1986.XII.2. In '1s de wijze van voorstelling met choropleten werkelijk een kaart?' is Paslawski van mening dat, hoewel choropleetkaarten regelmatig ver- schijnen en worden gebruikt, ze in engere zin eigenlijk geen 'kaarten' zijn. Hij verwijst onder meer naar de Duitse benaming 'Flächenkar- togram'. Pöhlmannn pleit in 'Kaartproduktie nu en aan het eind van de jaren ne- gentig' voor een flexibel kaartpro- duktiesysteem, dat zieh met gebruik- making van de remote sensing en elektronische gegevensverwerking, ook kan aanpassen aan de verande- ringen welke nog zullen komen. Schulz laat in 'De topografische kaart: de basis voor een onafhanke- lijke benadering van de fysisch- geografische Studie van het aardop- pervlak' aan de hand van het voor- komen van bepaalde landvormen in de Andes zien hoe topografische kaarten kunnen worden gebruikt voor geomorfologisch onderzoek. In beide jaarboeken worden door Meine nieuwe uitgaven besproken, welke echter alle duitstalig zijn. A.J. Kers Grote Historische Atlas van Ne- derland De officiele aanbieding van deze at- las aan de de heer A.L. ter Beek, minister van defensie, vond plaats op 1 november 1990. Bij de aanbieding werden toespraken gehouden door dr A.T. van Holten van Wolters- Noordhoff Atlasprodukties en drs P.W. Geudeke van de Topografische Dienst. De atlas is een uitgave van Wolters- Noordhoff en bevat kopieen van de oorspronkelijke handvervaardigde nettekeningen in kleur uit de periode 1836-1859, welke het uitgangspunt vormden voor het op steen graveren van de Topografische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Neder- landen 1:50.000 (TMK). Van de TMK verscheen in 1973 een facsimile-uitgave in zwart-wit. Voor details over de TMK en die facsimile-uitgave wordt verwezen naar J.A. van der Linden's artikel in Kaartbulletin 37 uit 1974. De nettekeningen waarvan de repro- dukties zijn gemaakt, zijn opgebor- gen in het Algemeen Rijksarchief (ARA). De uitstekende inleiding, welke in ieder deel is opgenomen, werd verzorgd door de heren Zand- vliet van het ARA en Geudeke. De kleuren van de nettekeningen hebben hier en daar door de tand des tijds wat geleden en kleurtinten voor dezelfde Objekten kunnen op de gereprodueeerde kaarten wat ver- schillen. De achtergrond heeft een bruine toon, welke aan de randen donkerder wordt. Om de gekleurde originelen te kunnen drukken moest het beeld worden opgerasterd. Scherp getekende lijnen blijven daar- door niet zo strak als op het origi- neel, omdat ze in de druk worden opgebouwd uit fijne rasterpuntjes. De atlas in vier delen heeft dezelfde indeling als de Grote Topografische Atlas van Nederland 1:50.000 met re cente topografische kaarten. Het kaartbeeld heeft de afmetingen 25 x 40 cm over twee bladzijden. Elke kaart is een kwart gedeelte van een geheel TMK-blad. De inhoud van de atlas is van groot belang voor onderzoek op velerlei gebied, omdat het Nederland weer- geeft vöor de industriele omwente- ling, de grote stedelijke uitbreidingen en de grote ontwikkelingen van de infrastruktuur. Uw kommentator had de beschikking over deel III, Oost-Nederland. Het Twentse gebied werd verkend tussen 1846 en 1852, en hoewel Twente anno 1850 niet maatgevend is voor het gehele land, is het interessant enkele feiten uit die tijd te vermelden. Enschede (hoewel nog zonder Lonneker) had in 1850 ca 3800 in- woners (nu 146.000); in 1829 was de eerste stoomspin- nerij in Twente in gebruik geno- men, in 1833 de tweede, maar het duurde tot 1852 voor de eerste stoomweverij van Start ging; van ruim de helft van de marken waren in 1850 de gronden ver- deeld, maar het zou nog geruime tijd duren voordat men daadwer kelijk begon met ontginnen; in 1864 kwam het eerste stuk spoorlijn in Twente gereed, dat van Zutphen naar Hengelo. Eerst 60 KT 1991.XVII.1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 62