berichten Symposium Topografische Informatievoorziening, 24 Oktober 1990 De organisatie van het Symposium Topografische Informatievoorzie ning, gehouden op 24 Oktober 1990 ter gelegenheid van het 175-jarig ju- bileum van de Topografische Dienst in de Muzenval te Emmen, was in handen van de Nederlandse Vereni- ging voor Kartografie (NVK) en de Stichting Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde (NGL). De deelnemerslijst van het Symposi um bevatte 312 namen, een duidelijk bewijs van belangstelling voor de ju- bilerende dienst en voor het zo in het middelpunt staande onderwerp topografische informatievoorziening. De deelnemers ontvingen een infor- matiemap met daarin het dikke KT 1990.XVI.3 en in een ringband de samenvattingen van de voordrachten van het Symposium; beide hadden als omslag het in kartografische kringen zo langzamerhand bekende, fleurige beeld van Nederland: Land in kaart. Dat de Topografische Dienst een on- derdeel is van het ministerie van De- fensie bleek tijdens de inschrijving van de deelnemers: het Tamboer- korps van de Jan Willem Friso kapel uit Assen blies bij de ingang van de Muzenval er vrolijk op los. De dagvoorzitter, prof.ir L. van Zuijlen, gaf als eerste het woord aan drs E.S. Bos, voorzitter van de NVK, die namens de beide organiserende verenigingen de Topografische Dienst gelukwenste met het 35e lustrum. Na 175 jaar zijn er geen tekenen van verval, vergrijzing en gezapigheid. lntegendeel, jong elan overheerst. Als voorbeeld daarvan noemde Bos de topografische kaarten 1:25.000 en 1:50.000 welke de laatste jaren in at- lasvorm voor een breed publiek toe- gankelijk zijn geworden; dit door middel van een co-produktie met Wolters-Noordhoff Atlas Produkties. Eleel Nederland weet plotseling wat topografische kaarten zijn. Raken we eindelijk de term stafkaart kwijt? De viering van dit 175-jarig bestaan markeert tevens een koerswijziging van kaartproduktie naar informatie- produktie. De Kraijenhoffperiode is afgesloten, die van Geudeke en zijn bemanning breekt aan. De NGL heeft een fraai bloemstuk aangeboden ter opsiering van deze dag. Bos bood namens de NVK een gedenkplaat aan met de tekst: 'Aan geboden door de Nederlandse Vere- niging voor Kartografie ter gelegen heid van 175 jaar Topografische Dienst', met de bedoeling dat dit plaatje een plaatsje krijgt bij een op een wat later tijdstip aan te bieden boompje voor de tuin van de dienst. De staatssekretaris van Defensie, mr B.J.M. baron van Voorst tot Voorst, ging in op het per 1 januari 1991 in te voeren zelfbeheer bij de dienst. Dit betekent dat de dienst zelf ver- antwoordelijk is voor het dagelijkse reilen en Zeilen, inklusief een slui- tend financieel beleid. Bij zelfbeheer is naast delegatie van de financiele bevoegdheden ook sprake van dele gatie op het gebied van personeel, verwerving, huisvesting en organisa tie. Zelfbeheer heeft onder meer tot doel de doelmatigheid te bevorderen. Als een organisatie zelf kan bepalen hoe de middelen die ter beschikking staan kunnen worden aangewend, leidt dit tot een grotere betrokken- heid en uiteindelijk tot een nog beter resultaat. Zelfbeheer betekent echter niet dat de band met het ministerie van Defensie wordt doorgesneden. De Nederlandse krijgsmacht blijft de grootste klant. Voor het körnende decennium heeft de dienst een ambi- tieuze doelstelling: zieh ontwikkelen tot een centrum voor geografische informatievoorziening, digitaal en analoog, in het schaalbereik 1:5.000 tot 1:500.000, voor militaire toepas- singen, waarbij de bestanden zoveel mogelijk voor civiele toepassingen toegankelijk worden gemaakt. Drs P.W. Geudeke, direkteur van de Topografische Dienst, had zijn voor- dracht Land in kaart en bestand ge- noemd, met als ondertitel 'De plaats van de Topografische Dienst binnen de ruimtelijke informatievoorziening in Nederland'. De hoofdpunten van deze voordracht staan vermeld in Geudeke's artikel in KT 1990.XVL3, pp. 17-22. Dipl.-Ing. K.J. Barwinski, de volgen- de spreker, is direkteur van het Lan desvermessungsamt Nordrhein- Westfalen en voorzitter van de CER- CO (Comite de Responsables de la Cartographie officielle). In de CER- CO hebben zitting de direkteuren van een aantal nationale karterings- diensten in Europa. De voordracht Topographische Informationsversor gung in europäischer Perspective zal vertaald worden opgenomen in KT 1991.XVII.2 De eerste middaglezing door ir J. van der Linde, adjunkt-direkteur van de Topografische Dienst, vormde een inleiding op de rest van het middag- programma, waarin gebruikers van topografische informatie aan het woord kwamen. Allereerst een aardig citaat van Van der Linde: 'De beste manier om iemand informatie te anthouden, is door hem te overstel- pen met alle gegevens, zonder hem hierin wegwijs te maken'. In het ver- leden was de topografische kaart een 'multiple purpose'-produkt, in het digitale tijdperk kan de producent in overleg met de gebruiker speeifieke, op maat gesneden Produkten maken; maar de producent dient dan wel te weten wat de wensen zijn van de klant. Deze laatste weet echter vaak niet wat hij kan wensen in het G1S- tijdperk. Hij zou door 'een winkel' moeten kunnen lopen om te proeven en te keuren wat er al zo te koop is. Hoewel de winkel van de Topografi- KT 1991.XVII.1 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 7