sehe Dienst nog vele lege schappen heeft raken er toch een aantal gevuld met gegevens die zijn gemaakt in het kader van de normale kaartproduk- tie, dus zonder opdracht van een klant. Door de technologische ont- wikkelingen zal de organisatie van de Topografische Dienst wijzigen, met gevolgen voor de inhoud van de funkties van het personeel. Mogelijk ontstaan ook nieuwe funkties zoals de regionale topograaf, die regelma- tig wijzigingen in zijn regio doorgeeft. Als eerste van de gebruikers van to pografische informatie besprak luitenant-kolonel H.J. Timmers, hoofd sektie Militaire geografie van de Landmachtstaf, Militaire toepas- singen van geografische informatie. De informatie die van militair be lang kan zijn betreft: militaire grondstoffenvoorziening, geografi sche toepassingen in taktiek en lo- gistiek, en militaire ingenieursgeolo- gie. Afhankelijk van het militaire onderdeel bestaat er een speeifieke behoefte aan dergelijke informatie, noodzakelijk voor het analyseren en evalueren van de invloed van het ter- rein op militaire operaties. Het ge- bruik van geografische informatie is tot op heden vrijwel geheel geba- seerd op (papieren) kaarten in een aantal uitvoeringen en op diverse schalen. Uitgangspunt is momenteel overigens dat er een behoefte aan papieren kaarten zal blijven bestaan. Zij hebben voor het gebruik bij sta- ven echter een aantal beperkingen, met name ten aanzien van de aktua- liteit en flexibiliteit. Het gebruik van digitale geografische informatie kan deze bezwaren in belangrijke mate opheffen. Het Hoofd bureau Landmeetkundige Zaken bij de Provincie Noord- Brabant, ing. C. Visscher, sprak over De funktie van digitale topografi sche informatie in de provincie Noord-Brabant. In Noord-Brabant is onderzoek gedaan naar het kaartge- bruik binnen het provinciale appa- raat. Gekonstateerd werd dat er hon- derden toepassingen zijn van de meest uiteenlopende aard en om- vang. Uit verdere verkenningen is ge- bleken dat een samenhangend gei'n- tegreerd systeem denkbaar is, een zgn. ruimtelijk georienteerd informa- tiesysteem voor de provincie (RIS). Een groot knelpunt bij de instand- houding is de aktualiteit. De afhan- kelijkheid van derden als gegevensle- verancier (o.a. van de Topografische Dienst) geeft een extra, bijna niet bei'nvloedbare faktor. Het gebruik van topografische kaarten als basis voor besluitvorming is in veel wetten en voorschriften voorgeschreven of aanbevolen. De indruk bestaat dat de Topografische Dienst Problemen kan krijgen om de ontwikkelingen bij te houden en aan de wensen van de afnemers gevolg te geven. Er zijn gebruikers die gebaat zijn bij een rasterbestand van voldoende nauw- keurigheid, bijv. een gerasterd ont- hoekt fotobeeld. Spreker verwijst in dit verband naar de Belgische ortho- fotoplans 1:10.000. Hij hoopt wel dat aan de wensen met betrekking tot aktualiteit, kontinui'teit en kwali- teit gevolg kan worden gegeven, waarbij er zo min mogelijk aan de toevalligheden van het marktmecha- nisme wordt overgelaten. M.J.M. Strous, direkteur van de fir- ma RAET-LUM b.v. te Tilburg, had zijn voordracht getiteld Topografi sche informatie in een Land-Use- Managementsysteem. Door de maat- schappelijke ontwikkelingen in de laatste decennia kan de huidige trend van kartografische informatie- voorziening niet adequaat meer in- spelen op deze ontwikkelingen. Geo grafische informatiesystemen kunnen een hulpmiddel zijn om een integrale aanpak vorm te geven. Daarbij zal een duidelijke trend ontstaan naar de meer kleinschalige basiskaarten. Bij grootschalige kaarten is immers de mogelijkheid de data te integreren zeer moeilijk. Anderzijds zal men met behulp van moderne GIS- systemen ruimtelijke gegevensmodel- len kunnen ontwerpen waarbij de re- laties tussen de dementen en de at- tributen een grotere rol gaan speien dan de (nauwkeurige) absolute loka- tie van die elementen. RAET-LUM heeft dan ook ten behoeve van een geintegreerde geografische informa- tievoorziening gekozen voor een kleinschalige basiskaart (1:5.000-1:25.000), genaamd DIG- TOP, op basis van de topografische kaart 1:10.000. De inhoud bestaat uit een selektie van het lijnenbeeld"van de topografische kaart en doet dienst als een multifunktioneel, inte- grerend uitgangspunt voor een grote variatie van informatiesystemen en applikaties. Uitgaande van het lij- nenbeeld op deze basiskaart worden applikatie-speeifieke thema's gekop- peld. Daar het basisbestand DIG- TOP een doorsnede is van een groot aantal mogelijke thema's kunnen deze verschillende thema's vervol- gens met elkaar gerelateerd worden en ruimtelijke Processen in samen hang worden bezien. De laatste spreker ir H.J.M. Groot Koerkamp is direkteur van het Lo- gistiek adviesbureau te Epe. Zelf geen kartograaf had hij in de samen- werking met kartografen bemerkt dat zij 'een erotische verhouding hebben met koördinaten en lijnseg- Op de voorste rij v.l.n.r. drs E.S. Bos, voorzitter NVK, Ikol. H. Timmers en adj. G.L. Weerd, beiden van de sektie inlichtingen van de Landmachtstaf. 6 KT 1991.XVII.1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 8