Topografische informatievoorziening in Europees
perspektief
K. Barwinski
Naar een nationale databank
De nationale karteringsdiensten hebben vanouds tot
taak om gegevens over het aardoppervlak te verzamelen
en vast te leggen. Tot nu toe stellen zij deze gegevens in
de vorm van topografische kaartseries beschikbaar voor
een breed veld van gebruikers.
Met de verdere ontwikkeling van de technologie en de
toepassing van grafische Systemen door de gebruikers
groeit de behoefte aan gegevens over het aardoppervlak
niet alleen in de vorm van topografische kaarten, maar
ook in digitale vorm. Deze behoeften komen van over-
heidsdiensten die zieh bezighouden met landinrichting
en milieubeheer, maar ook van marketingbureaus, van
de auto-industrie en de telekommunikatie.
Dit alles vindt plaats in een periode, waarin de
kadaster-organisaties reeds j arenlang ervaring hebben
opgebouwd in de automatisering. Bij haar registratieve
taak gaat het om relatief eenvoudige Problemen van ge-
gevensverwerking. Bij de automatisering van het grafi
sche deel (de kadastrale kaart) hebben zieh veel Proble
men voorgedaan. Voor deze grootschalige kartering zijn
inmiddels oplossingen gevonden.
Voor het middelschalige bereik (1:25.000-1:100.000) zijn
pas enkele op zichzelf staande resultaten beschikbaar.
Hierna zullen we zien hoe de karteringsdiensten (Lan
desvermessungsämter) op dit terrein naar oplossingen
zoeken.
Het antwoord van de Landesvermessungsämter op de
vragen van gebruikers moet zijn: het opzetten van een
digitale databank.
Deze moet het uitgangspunt zijn voor direkt gebruik
door belangstellenden, maar ook voor de produktie van
kaarten, die ook in de toekomst nog voor vele doelein-
den onvervangbaar zijn. Zo'n databank moet multi-
funktioneel zijn, om het opzetten ervan ekonomisch te
recht vaardigen.
De 'Arbeitsgemeinschaft der Vermessungsverwaltungen
der Länder der Bundesrepublik Deutschland' (AdV)
heeft een koneept voor een nationale topografische da
tabank ontwikkeld, met de naam 'Amtlich
Topographisch-Kartographisches Informationssystem'
(ATKIS). Dit informatiesysteem zal voortaan de basis
vormen voor ruimtelijke ordening, milieubeheer, defen-
sie en niet in de laatste plaats wetenschappelijk onder-
zoek. ATKIS wordt daartoe gebruikersneutraal opge
bouwd. Dit systeem garandeert de gebruiker de
beschikbaarheid van authentieke, aktuele topografische
data, die op konsistente wijze zijn ingewonnen en ver
werkt. De vraag naar digitale gegevens is zo groot, dat
de Landesvermessungsämter snel moeten handelen, wil
len zij hun taak als topografische karteringsinstituten,
beter gezegd topografische informatie-inwinners kun-
nen blijven vervullen. Komen zij deze eisen niet op kör
te termijn na, dan zullen ze zieh in de situatie geplaatst
zien, dat het bedrijfsleven zieh dit werkgebied gaat
toeeigenen.
Het ATKIS-koncept
De basis van ATKIS is een 'digitaal terreinmodel'
(DLM), waarin alle wezenlijke zaken, die voor het be-
schrijven van het aardoppervlak noodzakelijk zijn, wor
den vastgelegd. Een DLM bestaat uit een situatiemodel
en een hoogtemodel. Afgesproken is om voorshands
drie DLM-bestanden op te bouwen namelijk DLM 25,
DLM 200 en DLM 1000, resp. overeenkomend met de
schalen 1:25.000, 1:200.000 en 1:1.000.000. Ik beperk me
nu tot het DLM 25 dat globaal de inhoud van de be-
staande topografische kaart 1:25.000 bevat. Wat de
nauwkeurigheid betreft zij vermeld dat de DLM 25 uit
de Grundkarte 1:5.000 wordt afgeleid. Het patroon van
wegen, spoorwegen en waterlopen kan onvertekend
worden vastgelegd en de oppervlakte-informatie kan zo
optimaal worden toegevoegd. Uit het DLM zal voor de
kaartproduktie een kartografisch model (DKM) afgeleid
moeten worden. Hiervoor is generalisatie noodzakelijk
en een toevoeging van Symbolen en Signaturen. In het
middelschalige bereik zullen uit het DLM 25 de karto-
grafische bestanden DKM 25, DKM 50 en DKM 100
worden afgeleid.
De inhoud van ATKIS
Het DLM beeldt de driedimensionale struktuur van het
aardoppervlak uit in de vorm van digitaal opgeslagen
topografische Objekten. Die Objekten laten zieh in groe-
pen onderverdelen. Inhoud van het DLM zijn de vol-
gende onderdelen: 1. trigonometrische punten,
2. bebouwing, 3. infrastruktuur, 4. vegetatie,
5. hydrografie, 6. bodemgebruik, 7. relief.
De eenheden 1 t/m 6 vinden we terug in het eerder ge-
noemde digitale situatiemodel, het relief in het hoog
temodel.
Belangrijke uitgangspunten voor de realisatie van het
systeem zijn de katalogus van topografische Objekten
KT 1991.XVII.2
19