en de symbolenkatalogus. De eerstgenoemde katalogus is bedoeld om het landschap in topografische Objekten in te delen. Deze katalogus is attribuut-georienteerd, dat wil zeggen het terrein wordt naar objektsoorten grof en met behulp van attributen in detail beschreven. De symbolenkatalogus heeft de funktie uit de topogra fische Objekten attribuutvrije kaartobjekten te selekte- ren en deze te koppelen aan Symbolen voor de weergave op de kaart. Deze katalogus laat zieh vergelijken met de bestaande Musterblätter. Hiermee is de opbouw en de inhoud van ATKIS glo- baal geschetst. Het is voorzien, dat ATKIS in de toe- komst alles kan bieden, wat de verschillende gebruikers verlangen. Het systeem is zo gestruktureerd, dat flexibel op de vraag ingespeeld kan worden. Realisatie naar de verschillende DKMs bij de afdeling 'Kartogra phie'. Dan zou nog de vraag niet opgelost zijn, wie verantwoordelijk is voor het gegevensbestand, dat ach ter het gezamenlijke informatiesysteem Staat. Het Lan desvermessungsamt heeft uiteindelijk een andere oplos- sing gevonden: de totale realisatie werd in een hand gelegd. Daartoe werd in het organisatieschema een nieuwe afdeling binnen de afdeling 'Kartographie' met de naam 'Topographisch-Kartographisch Informations system' gevormd, met als taak de realisatie van ATKIS. Deze eenheid omvat 30 medewerkers en is onderver- deeld in de vakgebieden: voorbereiding, inwinning, op bouw DLM 25 en omzetting naar DKM 25. Eveneens werd binnen het Landesvermessungsamt een aparte afdeling voor publiciteit en marketing ingericht. Het blijkt steeds weer, dat een centraal punt voor infor- matieverstrekking, prijsopgave e.d. juist over digitale Produkten onmisbaar is. Het realiseren van een informatiesysteem zoals ATKIS eist bijzondere maatregelen. Misschien is het wel de grootste uitdaging uit de geschiedenis van de topografi sche kartering. In Nordrhein-Westfalen is een belangrijke stap geno- men, door bij ministerieel besluit vast te leggen, dat slechts het Landesvermessungsamt bevoegd is om de analoge topografische kaartseries in digitale vorm om te zetten. Dit besluit voorkomt dat op veel plaatsen met de op bouw van een digitale database wordt begonnen, zon- der zeker te stellen dat een probleemloze data- uitwisseling gewaarborgd is. Het Landesvermessungsamt Nordrhein-Westfalen is in het kader van ATKIS begonnen met de opbouw van een DLM 25. De praktische ervaringen opgedaan in Nordrhein-Westfalen kunnen voor haar kollega- diensten in de Bondsrepubliek, maar ook eiders in Eu ropa wellicht van nut zijn. Organisatie Bij de voorbereidingen voor de realisatie van ATKIS in Nordrhein-Westfalen kwam steeds de kernvraag terug: hoe richten we de organisatie in. Door de krappe finan- cieringsmiddelen hoefde niet op extra personeel te wor den gerekend. Dit betekende dat lopende werkzaamhe- den voorlopig beperkt moesten worden, om de benodigde kapaciteit vrij te maken. Oplossingen werden gevonden door beperkingen op gebied van de traditio- nele, handmatige kartografie namelijk door het reduce- ren van herzieningen en korrektiefasen. Daarbij moest er vanzelfsprekend op worden gelet dat de huidige kaartseries niet te zeer zouden verouderen, en zo goed mogelijk bruikbaar zouden blijven. Verder moest wor den beslist, waar de werkzaamheden voor ATKIS bin nen het Landesvermessungsamt organisatorisch onder- gebracht moesten worden. Hierbij werd als oplossing bedacht om het opbouwen van het DLM bij de afde ling 'Topographie' onder te brengen en de omzetting Inwinningsmethodes Voor de opbouw van ATKIS dienen de volgende infor- matiebronnen: luchtfoto's, orthofotokaarten, fotogram- metrische karteringen, topografische kaarten en gege- vens van de zgn. topografische meldingsdiensten. Op grond van deze informatiebronnen is het mogelijk alle vereiste gegevens voor ATKIS in te winnen. Daarbij kö rnen drie inwinningsmethoden in aanmerking: foto- grammetrische kartering, interaktieve inwinning via di- gitalisering en scannen van modellen. Deze drie methodes zijn nader onderzocht. Het gebruik van een Scanner is nog slechts in beperkte omvang mogelijk. Het bewerken van gescande origine- len op een grafisch-interaktief Station is zo kostbaar, dat deze methode voor de produktie van een sterk attribuut-georienteerd DLM (nog) niet doelmatig is. Vanuit het gezichtspunt van snelle informatievoorzie- ning kan deze methode een grote hulp zijn, in het bij- zonder wanneer de gebruiker de gegevens van de tradi- tionele topografische kaart per deelorigineel wil toepassen. Te denken valt dan aan de onderwerpen: hy- drografie, bossen en kaartschrift. Door het scannen ver- krijgt men een rasterbestand, dat door raster-vektor- konversieprogramma's in vektorvorm kan worden omgezet. De fotogrammetrie, uitgaande van de beste tot nu toe bekende analoge bron, de luchtfoto, biedt alle moge- lijkheden, om direkt gegevens voor het situatie- en hoogtemodel in te winnen. Hierbij moet men wel be denken dat de kosten van een arbeidsplaats zo'n DM 400.000 bedragen. Bovendien vereist deze methode medewerkers met fotogrammetrische ervaring en een ge- kwalificeerde opleiding. De keuze voor deze vorm van inwinning hangt sterk af van de uitgangssituatie in de betreffende deelstaten en zal zeker uit kostenoverwegin- gen tot het beslist noodzakelijke beperkt worden. Rest de derde methode: het handmatig digitaliseren. Naast de relatief gunstige aanschaffingskosten voor werkstations heeft deze methode als voordeel dat het KT 1991.XVII.2 20

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 22