Naar een geintegreerd kartografisch onderzoeksmodel; suggesties en prioriteiten J. C. Müller Waarom een onderzoeksmodel? De huidige schaarste in publieke middelen ten behoeve van onderzoek maakt het voor onderzoekers noodzake- lijk om meer tijd te besteden aan de identifikatie van onderzoeksprioriteiten en het koördineren van bestaan- de onderzoeksinitiatieven. In het licht hiervan is het zinvol zieh te verdiepen in het idee van een onder zoeksmodel. Op dit moment is er sprake van te veel voorlopige studies, van te veel initiatieven en van te veel prototypes, waarbij te weinig de nadruk ligt op valida- tie en ontwikkeling. Hoewel voor wetenschappelijk on derzoek een zekere mate van duplikatie en het zelf kun- nen bepalen van onderzoeksdoelen noodzakelijk zijn, geeft de recente explosie van konferentie-proeeedings de indruk van een woud vol met startende Projekten, waarin zeer weinig bomen recht overeind staan en ge- woon doorgaan met groeien. Het is belangrijk om hier in tot meer overleg te komen, tot meer koördinatie en tot meer pogingen om ontwikkelingen tot stand te brengen die in relatie staan tot de grote onderzoeksvra- gen. Een ander argument dat pleit voor het modelleren van onderzoek wordt gevormd door de noodzaak tot integratie van een komplexe verzameling van aktiviteiten waarbij uiteenlopende diseiplines, waaron- der kartografie, geodesie, remote sensing en informati- ca, zijn betrokken. Deze integratie is nodig voor de produktie van geo-informatie. Het probleem hierbij is dat overeenstemming moet bestaan over wat de grote onderzoeksvragen zijn. Voor de oplossing hiervan is een theorie van ruimtelijke gegevens nodig, die de hoe- danigheid van ruimtelijke gegevens, de ruimtelijke Pro cessen, hun sociale rol en de manier waarop de ruimte lijke gegevens mögen worden gebruikt, verklaart. Op dit moment hebben wij uitsluitend de beschikking over gefragmenteerde kennis om zo'n theorie te ontwikkelen. In dit artikel wordt een doelgeorienteerde benadering aangehouden. Dit houdt in dat de noodzakelijke aktivi teiten om te komen tot genoemd model worden geidentifieeerd. In elk informatie-producerend proces kunnen we een opeenvolging van stappen waarnemen, welke begint met gegevensinvoer en eindigt met informatie-uitvoer. Wan- neer het de produktie van geo-informatie betreft wor den deze stappen omschreven als gegevensverzameling, -opslag, -beheer, -bewerking en -analyse en kommuni- katie (figuur 1). De gegevens worden gewoonlijk verza- meld door experts uit andere diseiplines zoals geodesie, remote sensing, natuurwetenschappen en demografie. Kartografen zijn dus in het algemeen niet direkt betrok ken bij de gegevensverzameling. Aan de andere kant dienen kartografen wel betrokken te zijn bij de Proces sen van gegevensopslag en -beheer. Ruimtelijk gebon- den gegevens hebben komplexe eigenschappen. Hier zal in een later Stadium, bij het behandelen van gegevens- bewerking en -analyse, nader op worden ingegaan. De manier waarop de gegevens zijn gestruktureerd en geor- ganiseerd zal gevolgen hebben voor de mogelijkheden van het gebruik ervan en voor het soort informatie dat eruit kan worden verkregen. Het toevoegen van topolo- gie aan een zogenaamd 'spaghetti-bestand' ter identifi katie van aangrenzende polygonen, of de konversie van een bestand van vektor- naar rasterformaat voor over- laybewerkingen zijn bekende voorbeelden. Van oudsher zijn kartografen echter veel meer betrokken bij de stap pen 'analyse' en 'kommunikatie'. Dit is het gebied waar de omzetting plaatsvindt van gegevens naar infor matie en van verzamelde informatie naar geprodueeerde Figuur 1. De produktielijn van geo-informatie. KT 1991.XVII.2 31 Opgevangen Signalen Veldopname Remote sensing Volkstelling Data Andere bronnen 8 in 3 B> De Aarde Gegevens verzameling Opslag Management Verwerking Kommunikatie Analyse Modelbouw Kaarten Tabellen Tekst Gegenereerde informatie De (Menselijke Geest o> 3 in 3 a> Overgebrachte informatie

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 33