i I 1 1 I visuele variabelen, de grafische uitvoer, maar ook aan funkties ter ondersteuning van de reproduktie of het drukken van de kaart (rase, 1990). Bovendien vormt het ontbreken van 'intelligente front-ends' in kartogra- fische pakketten een zwak aspekt van de alom verkrijg- bare kartografische Software. Dit beinvloedt de kwaliteit van de kartografische Produkten in de media negatief, aangezien de meeste van de gebruikers van deze pakket ten niet-kartografisch zijn opgeleid. Ook hier is er be hoefte aan gebruikerinterfaces die de gebruiker in Staat stellen zieh te koncentreren op de geografische Proble men, zonder zieh druk te hoeven maken over speeifieke kartografische vragen als de keuze van projektie, schaal, legenda enzovoort. Voor de ontwikkeling van 'back-end' funkties in de kartografie is het nodig dat regels worden geformu- leerd, op basis van de kartografische theorie en visuele kommunikatie. Hoewel er een aantal algemeen geaeeep- teerde kartografische prineipes bestaan, bestaat er ech ter geen allesomvattende theorie voor visuele kommuni katie. Dit ondanks twintig jaar van zeer intensief onderzoek op dit gebied. In eerste instantie koncen- treerde het onderzoek zieh op het paradigma van de kaart als de uitdrukking van de voorstelling van de kar- tograaf (figuur 5). Er bestaan tenminste twee argumen- ten tegen dit model: De gebruiker speelt de meest aktieve rol in het pro- ces van visuele kommunikatie. Daarom dient de kaart een uitdrukking te zijn van de behoeften van de gebruiker en van zijn/haar wereldbeeld, en niet van die van de kartograaf. De traditionele scheidslijn tussen kaartenmakers en kaartgebruikers is aan het verdwijnen. De gebruiker heeft op dit moment de mogelijkheden om zijn/haar eigen kaart te produceren met behulp van apparaten die het best omschreven kunnen worden als 'stekker- in-het-stopkontakt-en-draaien-maar-apparaten'. Het is hierbij niet waarschijnlijk dat men hulp onder- vindt van een kartograaf. Hierom is het noodzake- lijk dat wij onze modellen van kommunikatie zoda- nig bij stellen, dat aan de gebruiker zowel de rol van zender als ontvanger van geo-informatie wordt toe- gekend (figuur 6). Figuur 5. KommunikatiemodeI voor de konventionele kartografische produk- tielijn. Figuur 6. Kommunikatiemodel voor de kartografische 'doe-het-zelf'- produktielijn. De gebruiker fungeert zowel als zender als als ontvanger van geo-informatie door gebruik te maken van een kartografisch softwarepakket, zonder de tussenkomst van een profes sionale kartograaf. De kaarten die worden geprodueeerd door kartografen, zoals het geval is bij nationale karteringsinstellingen, of door deskundigen in een gerelateerde diseipline, zijn te- vens uitdrukkingen van de kultuur en de organisatie waarin zij het levenslicht zagen. Daarom kan de rol van de instellingen niet veronachtzaamd worden bij de ver- gelijking tussen de produktie van geo-informatie en die van kaarten. De instellingen abler (1987) onderkent vier barrieres die het overgaan op informatiesystemen in de weg staan: technologische obstakels, ekonomische beperkingen, institutionele horden en kulturele barrieres. Van deze vier zijn de technologische obstakels het meest eenvoudig te verwij deren. Ekonomische overwe- gingen kunnen een belemmering vormen, speciaal in ontwikkelingslanden, maar institutionele en kulturele barrieres zijn het moeilijkst te siechten. Afhankelijk van het vermögen van instellingen om kennis te organi- seren en te verspreiden, kan het kombineren van fysi- sche, ekonomische en menselijke hulpbronnen resulte- ren in produktieve of in onproduktieve uitvoer. Nieuwe kennis en nieuwe technologie doen nieuwe instellingen ontstaan, die op hun beurt weer zorg dragen voor ver- dere verspreiding van de nieuwe kennis en de nieuwe techniek. De huidige trend waarbij de technologie iedereen in toenemende mate gelijke mogelijkheden biedt, stimuleert decentralisatie van arbeid en produktie naar kleine gespecialiseerde bedrijven met een niet fa- brieksmatige struktuur. Voorbeelden van deze technolo gie zijn 'Global Positioning Systems', 'Global Stations', 'Workstations' en PC gebaseerde KT 1991.XVII.2 Werkelijkheid Werkelijkheid Voorstelling van de kartograaf Kaart I Voorstelling van de kaartgebruiker Behoefte van de gebruiker Kartografisch softwarepakket Vragen van de gebruiker en interpretatie 35

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 37