ket in een ongelooflijke skala van heel verschillende
kaartbeelden gebruikt om de meest onvoorstelbare
kaarten te produceren. Over de mogelijke Problemen bij
de installatie wordt nauwelijks gerept. Enkele voorbeel-
den kunnen dit illustreren.
Een typisch probleem is de registratietechniek van de
gescande basiskaart.
Bij een scandichtheid van 200 'DPI' was een file voor
heel Viaanderen al net te groot en te ingewikkeld voor
een direkte invoer in de database. Bij een wel mogelijke
scandichtheid van 100 'DPI' werden sommige gemeen-
ten erg hoekig en klein. Toch valt dit laatste probleem
te relativeren. Het komt voor in de Brusselse agglome-
ratie, zowat het enige gebied in Viaanderen waar geen
gemeentelijke fusies zijn doorgevoerd en kleine versnip-
perde gemeenten zijn blijven bestaan.
Het bijzonder eenvoudige pixel-gerichte basisprincipe
om binnen een gemeentegrens te klikken en de sleutel-
kode of naam van heel kleine gemeenten op die manier
mee te geven voor de latere koppeling aan de in te voe-
ren data, liep bijvoorbeeld vast op een onnodig te groot
uitgebouwde Cursor.
De Cursor overlapt gewoon sommige gemeentegrenzen
en maakt ze onzichtbaar, waardoor de juistheid van de
aanklikpositie niet meer precies is in te schatten. Een
vrij brutale ingreep in het geleverde programma met de
zogenaamde 'resource-editor' was uiteindelijk de enige
bruikbare oplossing. Die aanpassing vraagt echter wel
enige ervaring met de vrij specifieke 'toolbox' van de
'Mac-apparatuur', wat men van een beginneling niet
meteen kan eisen.
De scanregistratie op 100 'DPI' leverde nog andere
schoonheidsfoutjes op, onder meer hiernavolgende ver-
rassing. Na het klikken met de muis binnen een geslo-
ten contour berekent het programma de positie en volg-
orde van alle contourpixels en rondt die posities af op
300 'DPI' om latere laserprints toe te laten. Op zieh is
dit eigenlijk schitterend, al is dit werk programmato-
risch relatief eenvoudig dank zij de speciaal voorgepro-
grammeerde 'ROM-chips' in de 'Mac II™-reeks'.
Bij het inzoomen op het scherm bleek dat de aanslui-
tingen van de gemeentegrenzen 'dubbellijnen' oplever-
den met ongelijke afstanden tussen de contouren. Op
zieh is dit niet abnormaal en rekening houdend met het
beoogde gebruik zelfs niet zo vreselijk hinderlijk.
Bij weergave via de matrixprinter is de verdubbeling
van de lijn overigens nauwelijks zichtbaar. Het mee-
printen van de basiskaart, wat middels een kleine in
greep in de kommando's kan, doet het probleem op
een eenvoudige wijze gewoon verdwijnen. Bij een scan-
ning op 200 'DPI' wordt de ontdubbeling van de ge
scande gemeentegrens eerst zichtbaar bij inzoomen op
400%, bezigheid waaraan in de praktijk helemaal geen
behoefte is. Figuur 1 illustreert het met een inkjetprin-
ter op laserkwaliteit (printdichtheid van 300 'DPI') be-
reikte resultaat bij 200 'DPI'. Het inschatten van de
kleur- en grijsschalen gebeurt op de kleurenmonitor, die
een veel lagere pixeldichtheid heeft. Lijnen en vlakken
die er op het scherm behoorlijk grijs uitzien worden bij
het printen bij veel hogere dichtheid veel lichter, wat
het caliberen van een schaal met grijzen en kleuren ern
stig bemoeilijkt. Het effekt van de uiteindelijk bij het
drukken gekozen overlay met basiskleuren is op het
scherm evenmin betrouwbaar te simuleren.
Toch dient men in dit verband het initiele doel van het
pakket en zijn toepassing hier voor ogen te houden.
Het gaat in de allereerste plaats om 'uiterst flexibele
schermoutput', niet om kaartproduktie op papier! Dit
neemt niet weg dat men na enig experimenteren of wer
ken met 'paintjets' in kleuren vrij snel tot de produktie
van een degelijke atlas kan overgaan. Men ziet immers
meteen resultaat. Hier ligt ook het voordeel van de
'Image II-matrixprinter' met kleurenlint. De eenvoudi
ge en relatief goedkope matrixprinter geeft een redelijk
goede weergave van het monitorbeeld6.
De hierna getoonde figuur gescand op 200 'DPI' is in
zwart-wit geprogrammeerd, maar men kan ze uiteraard
ook in kleur uitvoeren7.
Een ander praktisch probleem was aanvankelijk de kor-
rektie van een eventuele foutregistratie. Dit probleem is
met behulp van het handboek niet of nauwelijks oplos-
baar. Men moet ervaring hebben en geduld.
Er is nauwelijks enige indikatie verstrekt. Toch sluipt er
allicht een tikfout in de sleutelkode of de naam van een
gemeente. Nergens is aangegeven hoe men die domme
fout er weer uit krijgt, en het perspektief om tegen een
dergelijke fout aan te lopen bij het invoeren van de
vijfhonderdste gemeente, en dan van vooraf aan te
moeten herbeginnen, was niet meteen zo aantrekkelijk.
Uiteindelijk bleek dit probleem na enig puzzelwerk wel
oplosbaar en ook een opsplitsing van heel Viaanderen
Figuur 1. Voorbeeldkaart bij 200 dots per inch.
KT 1991.XVII.2
SUBURBANISAT1E IN DE AS ANTWERPEN-BRÜSSEL
GEBOUWEN 1970-1983
KAARTAUTEUR PROF. DR. M.VAN NAELTEN BRON N.I.S.
42