Immers, volstaan de kartografische opties niet, dan gaat men meteen buiten het programma de variabelen in het spreadsheet voorbewerken, zodat men ook de re- sultaten van de meest ingewikkelde klasse-indelingen of eventueel resultaten van parameterwijziging in de ruim- telijke modelbouw en simulaties ten hoogste binnen se- konden tot enkele minuten operationeel kan maken. Hier komt dan wel de gekombineerde expertise van de kartograaf, de statistikus en de objectgerichte weten- schapper om de hoek kijken. De voordelen om het re kenwerk zoveel mogelijk 'buiten' de kartografie-pro- grammatuur te houden, komen vooral in dit soort situaties tot uiting. Niet ieder beginnend kartograaf zal wellicht vertrouwd zijn met de uitgebreide mogelijkheden van de spread- sheets en de statistische kanten van de modelbouw, maar als men weet wat men wil, is dit snel aan een vakman terzake toevertrouwd, waarna de kartograaf het werk weer kan overnemen. De mogelijkheden van het iegenda-ontwerp' vormen een andere troefkaart in het programma, maar deze vertoont toch enkele zwakkere punten. In zeker opzicht vervolledigen de legenda-kommando's de wijze, waarop men de klasse-indelingen wil maken. Men kan beslissen of men de klasse-indelingen in dalende of stijgende orde wil, hoeveel cijfers men na de komma wil zien ver schonen, een titel en een omkadering meegeven, letter- types en lettergrootte wijzigen en indien gewenst een dollar, of percentageteken in de legenda achter de klas- segrensgetallen opnemen. Zwak, maar niet meteen onleesbaar, is de wijze waarop de getallen in de legenda geschikt staan. Ze staan links gelijnd met tussenin onherroepelijk het engelse 'to'. Men had eenvoudig een streepje kunnen plaatsen om die legenda wat te internationaliseren. Hoe dan ook, de kompositie blijft er ook dan nog wat schots en scheef bij staan. Dit geldt ook voor de representatie van de legenda wanneer men symboolkaarten maakt en waar het wel even wat uitproberen is om uit te zoeken wanneer wat hoe in de legenda te voorschijn zal komen. Alle pro- portionele Symbolen zijn in de legenda precies even groot. De kaart in figuur 3, die per gemeente de opper- vlakte in m2 van de openbaar verkochte kavels in 1988 weergeeft, illustreert dit wat zwakke punt in de legenda. Alleen de kleur van de omtrek en/of die van een even- tuele invulling met kleuren of kleurenpatronen geven inzicht in de overeenkomst tussen de Symbolen in de kaart en die in de legenda. De hele kaartbladindeling kan men in niet geringe mate via twee vrij eenvoudig in te vullen 'windows' besturen. Het zou te ver leiden alle mogelijkheden in dit kader op te sommen. Via een van die Windows kan men in in- gezoomde kaartdelen (men kan inzoomen tot 3200%) op heel eenvoudige wijze de voorgestelde waarden, ge- meentenamen en dergelijke op het scherm nakijken en desgewenst in die vorm uitprinten. Een andere verrassing is de aanwezigheid van een mo- gelijkheid om op de kaart afstanden te meten en reik- wijdtecirkels aan te brengen. Heiaas is het programma in pixelafstanden gemeten en komt men bij omrekening hiervan vrijwel nooit uit op een rond getal, bijvoor- beeld 15 of 20 km. Niettemin is de optie een handige meetschaal, vooral voor marketingdoeleinden. Het aggregeren van gegevens van groepen gemeenten kan, maar zal men het liefst uitvoeren op een kopie van de applikatie. De samenvoegingen kunnen immers niet ongedaan gemaakt worden. Een zwakheid? Het maken van een kopie van de applikatie met behulp van de minimaal vereiste apparatuur is een hoogst een voudige operatie, die amper een minuut in beslag neemt. Met enige handigheid maakt men een volledig nieuw kaartpakket, bijvoorbeeld per arrondissement, per stadsgewest, per verkoopszone, e.d. Dit verhaal kan erg enthousiast klinken, maar niettemin bevat het programma in de door ons geteste versie be- halve de zwakheden in de legenda nog een aantal fouten. Zo is het enigszins verbazend om vast te moeten stellen, dat bij het presenteren van proportionele cirkels of Vier kanten, de kleinere Symbolen niet over de grotere heen worden getekend, maar in de volgorde van de registra- tie. De kaart in figuur 3 maakt ook dat zichtbaar. Een wat grote stad, zoals Antwerpen overlapt dan gewoon de informatie van sommige wat kleinere vlakbij gelegen gemeenten, zoals Zwij ndrecht. Een eenvoudige sorteer- module in het programma, welke toch aanwezig is en bij elke kaartproduktie in werking treedt, had dit op eenvoudige wijze kunnen ondervangen. Interaktief vormt dit alles niet zo'n probleem, want men kan in zoomen, de cirkeldoormeters wijzigen, de waarden in de cirkel aanbrengen. Figuur 4 toont een toepassing op het arrondissement Turnhout, waarbij het aantal verkeersongevallen in of nabij de proportionele cirkels zijn ingeschreven. Het toevoegen van de gemeentenamen had eveneens ge- kund, maar is alleen zinvol in interaktieve situaties. In dit geval is de zogenaamde N-tiles optie gekozen, waar bij voor scheve verdelingen in alle klassen evenveel ge meenten worden gesitueerd. Een ander punt waar het programma in de fout gaat is de representatie van positieve en negatieve aantallen door middel van proportionele cirkels of Vierkanten. Wie zelf dit soort routines ooit zelf geprogrammeerd heeft, kan min of meer raden wat er aan de hand is. Bij de berekening van de straal van de cirkels of van de zijde van het vierkant zijn vermoedelijk bij het onver- mijdelijke worteltrekken de mintekens weggehaald, maar achteraf bij het sorteren niet gerestitueerd. Beide zwakheden zijn vrij gemakkelijk te herstellen, en het is niet onwaarschijnlijk dat dit in de volgende in- middels uitgebrachte laatste versie al gebeurd is. Slotbeschouwingen Globaal bekeken is wellicht het moeilijkste punt de af- wezigheid van de minimaal vereiste MAC II™-appara- tuur in de Vlaamse en Nederlandse administraties, de universiteiten en het bedrijfsleven. KT 1991.XVII.2 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 47