landschap. Door de schaarse begroeiing bracht de wind
over de toendra zand en fijner materiaal aan, die op en
achter de stuwwallen werden afgezet als dekzand en
löss. Door de hoge stuwwallen werd de wind zover af-
geremd, dat hier löss kon neerslaan, daarmee het noor-
delijkste lössgebied in Nederland vormend. Sommige
dalen of delen van dalen werden asymmetrisch doordat
op de Iijzijde meer löss werd neergelegd dan op de loef-
zijde.
Na de laatste ijstijd en het afsmelten van het ijs in de
bodem, werd het gebied weer doorlatend, zodat de in-
snijding van de kleine dalen ophield. De vegetatie
vormde weer een gesloten dek. In en na de Middel-
eeuwen kapte men zoveel van de vegetatie, dat de wind
vat kon krijgen op het zand: de stuifzanden ontston-
den.
De stuifzandgebieden werden sedert het eind van de vo
rige eeuw voor een groot deel vastgelegd door bebos-
sing. Sommige gedeelten bleven heidevelden. In de laat
ste jaren bedreigt het massa-toerisme de met heide
begroeide heuvels; in de löss- en zandbodem ontston-
den diepe geulen. Daarom mag men het gebied bij de
Posbank niet meer vrij betreden, maar moet men de af-
gezette paden volgen. Een andere maatregel om het ge
bied te beschermen, is het terugdringen van het auto-
verkeer, grote delen van de Loenermark zijn nu voor
auto's gesloten. Om de vergrassing van de heide tegen
te gaan laat men Schotse hooglandrunderen grazen in
het natuurgebied. Aan de randen van de Veluwe vindt
men de z.g. sprengen, kunstmatige 'bronnen', die gegra-
ven zijn om het grondwater te kunnen gebruiken.
De legenda van de kaart
Uit de geschiedenis van het ontstaan van dit landschap
blijkt, dat we met een in de ijstijden gevormd (stuwwal-
lenjgebied te maken hebben, dat later door verschallen
de afzettingen werd bedekt. Het duidelijk weergeven in
de kaart van de ondergrond, die de grote vormen be-
paalt, en ook van de latere afzettingen leverde een pro-
bleem op. De Studenten, die dit gebied gekarteerd heb
ben, hebben verschillende mogelijkheden getest om de
vormen en afzettingen zo goed mogelijk weer te geven.
Zij gebruikten rasters, arceringen en kleurintensiteiten,
horizontale, verticale en schuine streping, soms in ver
schillende breedten.
De vormen worden weergegeven door de hoogtelijnen
(van de ondergrond) en door de Symbolen voor de dal-
vormen, insnijdingen en duinvormen. De vormen van
de dalen komen extra goed tot uitdrukking door de af-
wijkende kleuren ten opzichte van de omgeving.
De afzettingen worden weergegeven in kleur en in zwart
punt- en streepraster. Waar zowel het bovenliggende (tot
20 cm dik) als het onderliggende materiaal tot uitdruk
king moet komen, is gekozen voor een schuine streping
van 450 van gelijkmatige breedte. Dit laatste geeft het
meest rüstige beeld, waarbij de topografie het minst
gestoord wordt. Bij de kaart zijn twee profielen ge-
voegd waarin de ligging van de lagen wordt getoond.
De oostelijke stuwwallen van Midden-Nederland.
In de puinwaaiers laten de twee kleuren zien dat het
puin zowel door het ijssmeltwater uit de voorlaatste
Saale-ijstijd (blauw) als door het sneeuwsmeltwater uit
de laatste Weichsel-ijstijd (paars) werd aangevoerd.
De stuifzanden zijn in geel aangegeven. Er wordt een
verschil gemaakt tussen open en begroeide stuifzanden.
In navolging van de Studenten is het open stuifzand
met een puntraster aangegeven, maar waarschijnlijk
zou het beter zijn om het onbegroeide stuifzand geen
signatuur te geven en het begroeide stuifzand wel.
Een lichtere kleur geel associeert men vermoedelijk ge-
makkelijker met een onbegroeid stuifzandgebied.
In de legenda is de signatuur voor stuifzand samenge-
voegd met die voor stuifzandduin.
Bij de produktie van de kaart is er rekening mee gehou-
den, dat bij een eventuele herdruk de dan misschien ge-
wijzigde routes gemakkelijk gekorrigeerd kunnen wor-
Lees verder op blz. 67.
52
KT 1991.XVII.2
Elburg
Nunspeet
Harderwijk
Putten
Loenen
Vallei
Otterlo
Veenendaal
Wageningen
Arnhem
Ouitsland
10km
stuwwal met richting v.d. s
[■•■y.;::. smeltwaterafzetting
richting afvoer smeltwater
oorspronkelijk verloop
v.d. stuwwal, door erosie
verdwenen
ligging van het
gekarteerde
gebied
Apeldoorn
Kootwijk
Veluwe
Maas
Nijmegen