Ormeling, prof. dr. F.J. en dr. M.J. Kraak, Kartografie: visualisatie van ruimtelijke informatie. Delft: Delftse Universitaire Pers, 1990. 2e herziene druk. 255 pp. 24 x 16,5 cm, 355 ill., waarvan 16 in kleur. ISBN 90-6275-618-2. Prijs f49,80. In 1987, bij het verschijnen van de eerste druk van dit oorspronkelijke leerboek over kartografie in de Ne- derlandse taal, zullen weinigen ge dacht hebben dat er al zo snel een herziene druk zou volgen. De verba- zing en bewondering nemen nog toe, bij het bekijken van deze tweede druk. Hier is nauwelijks sprake van een herziening, maar eerder van een totale vernieuwing, waarbij de eerste druk als kompleet verouderd aan- doet. Gehandhaafd werden het han dige formaat en de illustrades op alle linkerpagina's, de goede repro- duktie en de degelijke bindwijze. Er werd veel vernieuwd: het omslagont- werp, de lay-out van de illustraties, het lettertype en de tekstopmaak. Door de nieuwe zetspiegel, met tweekoloms-zetsel en een betere mar kering van de kopjes, wordt Karto grafie ineens veel beter leesbaar. Vol- gens de schrijvers is dit boek nog steeds 'in de eerste plaats een inlei- ding in de kartografie voor het ho- ger onderwijs.afgestemd op geo- grafen, geödeten, landmeters, pianologen, architekten en ande ren Het hoort eigenlijk samen te gaan met het zelf laten vervaardigen van kaartontwerpen of het uitwerken tijdens een prakticum(waar bij) docenten praktische instruktie verlenen.' De schrijvers richten zieh dus nog steeds niet tot de kartogra- fen! En dat is jammer, omdat die van dit standaardwerk heel wat kun- nen opsteken. Kartografie bevat nu tien hoofdstuk- ken, tegen elf in de eerste druk. Ver- geleken met de vorige uitgave is er een nieuw hoofdstuk toegevoegd over topografie, waarin het vroegere KT 1991.XVII.2 hoofdstuk over reliefweergave is op- genomen. Heel opvallend is dat het hoofdstuk computerkartografie niet meer voor- komt in de nieuwe druk. Dit onder- werp is nu in alle hoofdstukken gei'ntegreerd en wordt behandeld bij de toepassingsmogelijkheden. Zo worden geografische informatiesyste- men bijvoorbeeld al in het eerste hoofdstuk behandeld. En bestands- organisatie komt in het tweede hoofdstuk ter sprake bij het verza- melen van gegevens, evenals de nauwkeurigheidsaspekten van digita le bestanden. Hoofdstuk drie, Bewerken van het materiaal, werd zelf grondig bewerkt en in de literatuurlijst uitgebreid met een aantal voor dit doel bruikbare computerprogramma's. In het nieuwe vijfde hoofdstuk, To pografie, wordt helaas geen aan- dacht besteed aan kaarten op grotere schaal dan 1:50.000, zoals bijvoor beeld de GBKN, stadskarteringen en andere grootschalige topografische kaarten. Als illustratie van een grootschalige kaart wordt in het eerste hoofdstuk (fig. 1.3) bovendien een nogal arm- zalig fragment opgenomen, zoals we in de Franse Guide Michelin kunnen vinden en waarmee veel Nederlandse kartografen zieh gepasseerd zullen voelen. Maar goed: aan het zesde hoofd stuk, Grafische Vormgeving, werd nu een paragraaf over programmatuur toegevoegd voor het vervaardigen van thematische kaarten. En het hoofdstuk Kaartproduktie begon in de eerste druk met een historisch overzicht van de druktech- nieken; nu vormt een vergelijking van konventionele en computer- gesteunde produktiewijze het uit- gangspunt. Verder komen hier onder andere beeldschermkaarten, vierkleu- rendruk, laserplotters en verschillen- de korrektieproeven aan de orde. Maar Produktieplanning en kost- prijscalculatie, blijft nog steeds be- perkt tot de ruime ene pagina van de eerste druk! En ook blijft men pennen, passers en loepen nog aanduiden met teken- materialen, waar tekengereedschap- pen worden bedoeld (fig. 7.3). In het tiende hoofdstuk over Officie- le kartografische instanties wordt nu behalve de ANWB ook Wolters- Noordhoff Atlas Productions tot de 'wettige' instellingen gerekend, maar niet de gemeentelijke kartografische afdelingen van de grote Steden, die toch ook al jaren kaartseries uitgeven. Opmerkelijk is verder dat nu het oude bladoverzicht van de topografi sche kaart 1:50.000 is opgenomen (fig. 10.5), terwijl in de eerste druk de gewijzigde versie van de toekomst stond afgebeeld. In de katalogus 1991 van de TDN vinden we een tus- senvorm met geringe aanpassing in Zuid-Limburg! Ook bij deze druk kunnen dus wel enkele kanttekeningen worden ge- maakt, maar verwonderlijk is dat niet bij zo'n gedegen behandeling en met zo veel illustraties. Die grote hoeveelheid kaartfragmenten heeft bijvoorbeeld het nadeel dat de frag- menten soms te klein werden om nog duidelijk te zijn. En de weergave in zwartdruk van oorspronkelijk ge- kleurde kaarten geeft ook een min der goede indruk van de toegepaste kartografische expressiemiddelen. De duidelijke kleurige fragmenten op paginaformaat tonen aan hoe het ei genlijk standaard zou moeten zijn, als de kosten minder belangrijk waren. Resumerend kunnen we zeggen dat we in Kartografie te maken hebben met een zeer waardevolle en goed verzorgde uitgave, die ook voor kar tografen heel goed als standaardin- formatie kan funktioneren. A.H. Verroen 53

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 55