Bloch, D., Geographische Namen
kurz erklärt. 2. durchgesehene Auf
lage. Gotha: VEB Hermann Haack,
1989. Geographische Bausteine,
Neue Reihe, Heft 34, 246 pp.
ISBN3-7301-0641-4. Prijs DM 12,-.
Een nuttig boekje voor kaart- en at-
lasgebruikers, en zeker ook voor at-
lasredakteuren, waarin herkomst en
betekenis van aardrijkskundige na-
men of toponymen in niet-Duitse
taalgebieden in het Duits worden
verklaard. Uit de door VEB Her
mann Haack uitgegeven school- en
gezinsatlassen werden circa 3500 na-
men gekozen, waarvan achtereenvol-
gens worden vermeld: 1. de bijbeho-
rende soortnaam (bijv. Siedlung,
Landschaft, Fluss), 2. de geografi-
sche lokatie (bijv. USA, Australien,
UdSSR), 3. de taal waarin de naam
voorkomt of waaruit zij is afgeleid
en 4. de vertaling van de naam dan
wel haar afleiding (bijv. Dar es Sa-
lam, Arab. Haus des Friedens; Na
mibia, Nama, Land wo es nichts
gibt; Kalifornien, Span., von Calida
Fornalis Heisser Ofen).
De kriteria gebruikt bij de selektie
zijn niet duidelijk. Het aantal van
3500 namen vormt immers slechts
een betrekkelijk klein percentage van
het totale aantal namen dat in gang
bare schoolatlassen voorkomt (Bos-
atlas circa 20.000). Vermoed wordt
dat voornamelijk die namen zijn uit-
gezocht waarvan de herkomst ge-
makkelijk te herkennen is en die dus
geen Problemen opleveren. Het grote
aantal van circa 1000 naar histori
sche personen vernoemde namen -
de zgn. eponymen - die globaal ge-
zien toch slechts sporadisch voorko-
men, zou voor deze veronderstelling
pleiten. Overigens heeft het bijeen-
brengen van deze eponymen ook zijn
nuttige kant. Het is interessant te
zien welke uiteenlopende kategorieen
van personen längs deze weg de on-
sterfelijkheid hebben verworven. On-
der hen bevinden zieh zeevaarders,
ontdekkers en poolreizigers, vervol-
gens vrijheidsstrijders, revolutionai-
ren, volkshelden, staatslieden en
bestuurders, maar ook geologen,
geografen, landmeters-kartografen,
biologen, pelsjagers en missionaris-
sen en zelfs een eenzame dichter of
komponist. De Lage Landen zijn in
deze rij met namen als de Houtman-
rotsen, de Barentszzee, Mauritius,
Tasmanie en de Tasmanzee, Straat
Lemaire, het eiland Jan Mayen (naar
zeevaarder Jan Jacobsz May) en met
het Wilhelminagebergte en de Julia
natop in Suriname niet siecht verte-
genwoordigd. Rekordhouder op het
gebied van vernoemde revolutionai-
ren is zonder twijfel de Sovjetunie,
maar de tijd zal leren in hoeverre
hun onsterfelijkheid waardevast is.
Het Nederlandse woongebied komt
met een tiental namen waaronder
's-Gravenhage (Des Grafen Gehege),
Edam (Damm am Fluss Ee),
's-Hertogenbosch (Des Herzogs
Wald) en Amersfoort (Furt am Fluss
Amer, heute Eem) magertj es voor
den dag.
Behalve probleemloze afleidingen
bevat de lijst toch nog enkele tiental-
len twijfelgevallen, zoals Marseille,
vermutlich phönisisch: Hafen Got
tes; Delhi, Hindi, vermutlich Schwel
le, Grösse; London, keltisch, vermut
lich von Llyndin Sumpfort.
Tenslotte bevat dit boekje nog een
lijst van circa 500 generieke termen
uit ongeveer 65 talen met verklarin-
gen in het Duits, die kunnen bijdra-
gen tot beter begrip van de niet op-
genomen geografische namen: Playa,
Span., Strand; Teil, Arab., heuvel;
Giri, Hindi, berg; Zuid, Ndl, Süden;
enz.
Een nuttige aanvulling op dit naslag-
werkje vormt het bij dezelfde uitge-
ver versehenen boekje van H. Täu-
bert, Geographische Namen - richtig
ausgesprochen, 4e druk, 1985. In de
DDR werd nu eenmaal aan aard
rijkskundige namen veel aandacht
besteed.
F.J. Ormeling sr
Deys, H.P, De Gelderse Vallei: Ge-
schiedenis in oude kaarten. Utrecht:
HES Uitgevers, 1988. 263 pp., ill.,
krt. ISBN 90-6194-077-X. Prijs
f 115,-.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft de
beoefening van de lokale en regiona
le geschiedenis in Nederland een be-
langrijke ontwikkeling doorgemaakt.
Naast een explosieve groei van het
aantal verenigingen en instellingen
dat zieh aktief met historisch onder-
zoek bezighoudt, zijn er van profes-
sionele zijde talrijke initiatieven ont-
plooid om dat onderzoek van een
theoretische en methodische onder-
bouw te voorzien. Ook de histori
sche kartografie heeft zieh op het
punt van die deskundigheidsbevorde-
ring niet onbetuigd gelaten, gezien
het grote aantal artikelen, boeken en
facsimile's dat gedurende de afgelo-
pen twee decennia werd gepubliceerd
en waarin de lokaal-historicus over
het belang van de kartografie voor
historisch onderzoek en de re-
konstruktie van in het verleden
plaatsgevonden veranderingen in het
landschap wordt geinformeerd. Dat
de historische kartografie desalniet-
temin nog altijd de schijn heeft een
antiquarische wetenschap te zijn,
heeft alles te maken met de over-
vloed aan platenatlassen waarin de
geschiedenis van provincies en
landstreken wordt verbeeld. Hoewel
dergelijke werken appelleren aan de
grote belangstelling die er in Neder
land voor oude, en vooral fraai ge-
kleurde kaarten bestaat, en daaraan
ook hun voornaamste legitimiteit
ontlenen, voegen zij aan de kennis
van de kartografie weinig toe.
Het boek De Gelderse Vallei: Ge
schiedenis in oude kaarten, dat
Henk Deys in 1988 schreef, hoort in
die reeks platenatlassen niet thuis.
Hoewel het boek met 115, vaak pagi-
navullende, afbeeldingen heel ruim is
geillustreerd, wordt die overvloed
aan visuele informatie ruimschoots
gekompenseerd en toegelicht met
meer dan 150 pagina's uitstekend ge-
dokumenteerde tekst, waarin de au-
teur een groot aantal nieuwe gege-
vens heeft bijeengebracht. Na een
kort inleidend hoofdstuk waarin de
grote lijnen in de geschiedenis van
de Gelderse Vallei worden uiteenge-
zet, belicht de auteur met een aan-
stekelijk enthousiasme in een elftal
hoofdstukken een aantal historische
en waterstaatkundige aspekten van
de Gelderse Vallei. Hij probeert
daarbij de kartografie van de Gel
derse Vallei, dat is het laag gelegen
gebied tussen de Rijn en de voorma-
lige Zuiderzee, van Rhenen en Wage
ningen in het zuiden tot Amersfoort
en Nijkerk in het noorden, in een
bredere historische en geografische
kontekst te definieren. Een dergelijke
benadering, waartoe overigens Ma-
rijke Donkersloot-de Vrij de toon
zette met haar Studie De Vechtstreek:
Oude kaarten en de geschiedenis van
het landschap, steh de onderzoeker
in Staat om de omstandigheden te
evalueren waaronder kaarten tot
stand kwamen, op welke wijze deze
54
KT 1991.XVII.2