Via incognita L. Heres De stand der techniek op het gebied van Reis Informatiesystemen en de daarmee samenhangende kartografische aspekten Om te beginnen Er zijn mensen die er plezier in scheppen om op goed geluk op reis te gaan. De verrassingen waarvoor zij kö rnen te staan nemen zij op de koop toe; sterker nog, vormen een deel van het reisplezier. Maar lang niet iedereen voelt zieh een Livingstone in de dop: de meeste mensen gaan graag goed geinfor- meerd op stap en maken dankbaar gebruik van de in- formatie die onderweg geboden wordt. Er is daarom in de loop der tijden een hele infrastruktuur ontstaan van zaken als straat- en plaatsnaamborden, wegwijzers, VVV-kantoren, hotelgidsen, wegenkaarten, stadsplatte- gronden, filemeldingen, weerberichten enz. Door de grote veranderingen op het gebied van de har- de elektronika (goedkope en snelle rekenprocessoren, goedkope gegevensopslag) is er ruimte ontstaan voor een aantal nieuwe Produkten. In enkele gevallen gaat het om echt iets nieuws, maar in veel gevallen gaat het om een bestaand produkt in een nieuw elektronisch jas- je. Sommige Produkten zijn al verkrijgbaar, aan andere wordt nog hard gewerkt. Dit artikel geeft een overzicht van een aantal zogeheten 'Reis Informatiesystemen' (Rl-systemen), en besteedt daarbij speciaal aandacht aan de kartografische aspek ten ervan. Van Brest naar Marseille De Franse bandenfabrikant Michelin, misschien nog meer bekend van de rode hotelgidsen en wegenkaarten, exploiteert sinds jaar en dag een informatiesysteem on- der de naam 'Itineraire' (reisweg). Dit systeem werkt als volgt: de klant belt op en vraagt: hoe kom ik het beste van gemeente A naar gemeente B? Een dag later vindt hij een briefje op de mat waarop in termen van wegnummers (N71, D203 enz.) en plaatsnamen Staat vermeld welke wegen hij moet volgen om vanuit A in B te komen. Itineraire kan nog steeds in deze klassieke vorm worden geraadpleegd, maar heeft er sinds twee jaar een modern broertje bijgekregen: de Itineraire-Minitel, als onderdeel van een meer uitgebreid informatiesysteem, dat door Michelin onder de naam 'Ami' via Minitel wordt aan- geboden. Minitel is de naam van een telekommunikatiesysteem van de Franse PTT. Het bestaat in konkreto uit een klein beeldscherm en een toetsenbord en maakt gebruik van het telefoonnet. Men kan er allerlei gegevensbestan- den mee raadplegen, die door derden worden aangebo- den. De apparatuur is indertijd door de Franse PTT gratis bij zo'n 5 miljoen huishoudens gei'nstalleerd. De gebruiker betaalt alleen voor de 'gesprekskosten', die worden verrekend op een manier die analoog is aan die van de 06-nummers in Nederland. Van de Itineraire op Minitel wordt inmiddels veel ge bruik gemaakt: woordvoerders van Michelin zeggen twee miljoen vragen per jaar te verwerken, met een piek in de zomervakanties (zie ook KT 1990.XVI.4, P- 5). Van Everton Road naar Clark Street Itineraire zoekt een weg van de ene gemeente naar de andere en is daarom in het bijzonder bedoeld voor in terlokale reizen. Op lokaal niveau, binnen een bepaalde stad, heeft men er uiteraard niet zoveel aan: daar reist men van straat naar straat. Op deze behoefte probeert een produkt als 'Driver Gui de' in te speien. Driver Guide is de naam van een route-informatiesysteem, dat door het Amerikaanse be- drijf Navigation Technologies is ontwikkeld. Het kan op de balies van hotels en benzinepompstations in Cali- fornie worden aangetroffen. Na inworp van een muntstuk kan de gebruiker een be- stemming intypen (straatnaam, huisnummer). Driver Guide berekent dan de snelste route en spuwt daarna een papierstrook uit waarop de route in de vorm van een straatnamenlijst en enkele stukken verbindende tekst Staat aangegeven (volg straat gedurende me- ter, sla daarna rechts af de .straat in). Waar ben ik nu? Een vraag die iedere reiziger zieh (vaak onbewust) steh is: waar ben ik nu? Het (meestal ook onbewuste) ant- woord op deze vraag bepaalt mede de verdere route naar het einddoel. De klassieke manier om deze vraag te beantwoorden bestaat uit een kombinatie van: kijken naar plaatsnaam- en straatnaamborden, orienteringspunten (z.g. 'landmarks'), op de kaart kijken, of een voorbij- ganger aanschieten. Sinds het begin van de jaren tachtig is daar echter een mogelijkheid bijgekomen in de vorm van plaatsbepa- KT 1991.XVII.3 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 21