systeem fungeren de gebruikers dan als meetpunten.
Momenteel worden in het kader van het SOCRATES-
projekt de mogelijkheden en onmogelijkheden van
GSM onderzocht. De eerste resultaten zijn veelbelovend
(catling et al., 1991).
007, waar ben je?
Taxicentrales, ambulancediensten, politiecorpsen, geld-
transporteurs: zij alle willen graag op de hoogte blijven
van de positie van de voertuigen die tot hun 'vloot' be-
horen. Vanwege de veiligheid (geldtransport), maar ook
vanwege doelmatigheid: welke taxi is het dichtst in de
buurt van de klant die zojuist gebeld heeft?
De Systemen, die zieh op deze gebruikersgroep richten,
heten in het autonavigatie jargon 'Fleet Management
Systemen', of ook wel 'Automatic Vehicle Location
Systeme'. Zij bestaan alle uit dezelfde basiskompo-
nenten:
een plaatsbepalingssysteem in iedere auto;
een telekommunikatieverbinding tussen auto's en
centrale; en
een centrale meldkamer waar de informatie wordt
verwerkt.
Er zijn reeds een groot aantal prototypes op de markt.
In een aantal Amerikaanse Steden zijn zelfs al Systemen
operationeel (banks, 1989; saldin skoblicki, 1989).
Kartografische aspekten
Alle genoemde Systemen zijn afhankelijk van een nu-
meriek gegevensbestand, in de wandelgangen vaak 'de
digitale wegenkaart' of simpelweg 'de kaart' genaamd.
Qua inhoud zijn deze bestanden in veel opzichten ver-
gelijkbaar met papieren wegenkaarten en stadsplatte-
gronden. Qua strukturen (topologisch en anderszins)
lijken deze bestanden veel op de bestanden die in ande
re geografische informatiesystemen gebruikt worden.
Op een aantal punten hebben inhoud en strukturen
echter hun eigen markante trekjes.
Inhoud
EI et spreekt bijna vanzelf dat wegen een zeer centrale
plaats in deze bestanden innemen. Alle gegevens wor
den gerangschikt rond bestandsobjekten die wegelemen-
ten voorstellen. Deze gegevens zijn onder andere: we-
genklassifikatie, eenrichtingsverkeer, verboden voor
bepaalde kategorieen voertuigen, beperkingen met be-
trekking tot afmetingen, afslagverboden, straatnamen,
wegnummers, bewegwijzering en parkeervoorzieningen.
Topologische struktuur
Aan de weergave van de wegenstruktuur worden in het
algemeen bijzondere eisen gesteld. Voor de representatie
Figuur 4. Een korrekte topologische weergave is uitermate be-
langrijk.
van bijvoorbeeld een eenvoudige T-kruising (figuur 4)
is het van groot belang, dat deze situatie wordt 'ver-
taald' in de wegelementen AB, BC en BD, waarbij B de
rol van 'kruising' speelt. Een vertaling in een tweetal
wegelementen AC en BD is onacceptabel, omdat BD
dan voor een doodlopende straat wordt aangezien.
Ook ongelijkvloerse kruisingen stellen zo hun bepaalde
eisen. In klassieke wegenkaarten wordt zoiets meestal
afgebeeld als in figuur 5. Mensen zijn in Staat om dit
direkt te interpreteren als 'een weg die via een viadukt
over een andere weg wordt geleid'. Het feit dat C met
D verbonden is, leiden we daarbij op een zeer indirekte
manier af en is mede gebaseerd op een uitgebreide alge-
mene kennis over 'wegen' en wat daarbij al dan niet
gebruikelijk is. De huidige generatie Rl-systemen is ech
ter nog niet zo slim dat ze dit soort indirekte feiten snel
en betrouwbaar af kan leiden. Dat betekent dat in het
bestand de onderlinge verbondenheid van de wegele
menten op een veel meer direkte manier weergeven zal
moeten zijn.
Figuur 5. Kennis van ongelijkvloerse kruisingen is van essen-
tieel belang.
22
KT 1991.XVII.3