te karteren over een op een aparte laag aanwezige on-
dergrond van grenzen. Men heeft hierbij de keuze om
de distributie weer te geven door middel van een stip-
penkaart, een gridkaart of een isolijnenkaart.
Cartographer is een nieuw vektor-gebaseerd karte-
ringspakket voor de Mac. Dit programma is voorname-
lijk gericht op het verwerken van gegevens over Ameri-
kaanse Straten. Het is in Staat om DIME-, TIGER- en
ETAK-gegevens te importeren, weer te geven, te bewer-
ken en om er zoekopdrachten mee uit te voeren. De
analytische kapaciteiten zijn beperkt, hoewel het wel
mogelijk is om een gescand beeld over een vektorbeeld
heen te leggen. Een ander, pas uitgebracht pakket is
MacPower: een geavanceerd programma dat is Staat is
om tal van formaten te importeren en te exporteren.
Hiernaast kunnen vektorgegevens via digitalisering en
rastergegevens via scannen worden ingevoerd. Het be-
schikt over bewerkings- en meetinstrumenten en facili-
teiten voor zoekakties en overlaybewerking. Het is voor-
namelijk een middel om landmeetkundige gegevens te
verwerken en beschikt dan ook over de mogelijkheid
tot uitvoeren van geometrische bewerkingen.
De drie krachtigste pakketten voor de Mac zijn geba-
seerd op een speciale ruimtelijk strukturering. Ze kun
nen volledig geogekoppelde gegevens verwerken en on-
dersteunen enkele vormen van ruimtelijke analyse. Alle
drie beschikken ze over de mogelijkheid om een koppe-
ling tussen geometrische en attribuutgegevens tot stand
te brengen en om op beide soorten gegevens tegelijker-
tijd bewerkingen uit te voeren. Zij zijn daarom de eni-
ge, voor de Mac beschikbare pakketten, die het predi-
kaat Geografisch Informatiesysteem (GIS) verdienen.
MacMap is een vektor-gebaseerd programma dat in
Staat is om topologische informatie over alle lijnen in
een kaart op te slaan en te bewerken. Het beschikt ook
over instrumenten voor digitaliseren en korrigeren van
ruimtelijke gegevens. Zo kan men bijvoorbeeld be
werkstelligen of voorkomen dat een knooppunt onstaat
waar twee lijnen elkaar kruisen. Het is ook mogelijk
om gebieden van een grijswaarde of een figuratie te
voorzien. Dit kan echter alleen wanneer de grenzen po-
lygonen zijn. De wäre kracht van MacMap is echter ge
legen in de mogelijkheid tot het definieren van begin-
en eindpunten van een route waartussen de kortste weg
kan worden bepaald. Hierbij kan zowel van een af-
standskriterium gebruik gemaakt worden als van elk
ander aanwezig attribuut zoals tijd. Hiernaast is Mac
Map in Staat om fotografische beeiden op te slaan en
weer te geven. Deze beeiden zijn verbonden aan bepaal-
de punten op de kaart. Deze mogelijkheid is met name
bruikbaar bij zeer grote kaarten of plattegronden.
Een ander krachtig vektor-gebaseerd kartografisch pak
ket voor de Mac is Mapinfo. Dit pakket is ontworpen
rond een relationele database waarin zieh ruimtelijk ge-
relateerde gegevens bevinden, die kunnen worden inge-
zien op een groot aantal grafische of niet-grafische ma-
nieren. Het sleutelonderdeel van Mapinfo is de
zogenaamde 'browser'. Dit is een tabel met ruimtelijk
gekoppelde gegevens die via een ID-kode kunnen wor
den gekoppeld aan een vektorkaart ('a mapper' in het
Maplnfo-jargon). Gegevens kunnen ook verkort worden
weergegeven door middel van de zogenaamde
'grapher', waarmee een kruistabel kan worden weerge
geven in de browser. Mapinfo is in Staat om grafiek in
PICT-formaat te importeren, die punten en lijnen in
elke willekeurige kombinatie kan bevatten. Wanneer het
PICT-bestand polygonen bevat, dan worden deze als
zodanig gei'mporteerd en voorzien van een Mapinfo ID.
Het pakket is ook in Staat om een groot aantal tekst-
formaten te importeren, waaronder spreadsheets (via
het SYLK-formaat) en databases (dbase-formaat). De
meest krachtige eigenschap van Mapinfo is het feit dat
het de volledige syntax van SQL-queries ondersteunt.
Dit houdt in dat men in Staat is om selekteeroperaties
samen te stellen waarmee bepaalde grafische gegevens
uit een kaart worden gekozen. Met deze gegevens kan
vervolgens een nieuwe kaart samengesteld worden (fi-
guur 3).
Waarschijnlijk het meest geavaneeerde pakket op de
Mac voor vektor-georienteerd karteren en GIS is Map-
Grafix (figuur 4).Dit pakket is een volledig geogekop
pelde vektor-GIS met beheer over geprojekteerde geo-
grafische gegevens en een koppeling met een externe
database met attribuutgegevens (koppeling vindt plaats
door identifikatiekode's, ID's genoemd). MapGraphix
is in Staat een grote digitaliseertafel aan te sturen (waar-
bij automatische transformatie van koördinaten plaats-
vindt) en beschikt over een groot aantal bewerkings-
instrumenten, waaronder een serie kromme-definities.
MapGraphix is ook in Staat om spaghetti-digitalisering
te ondersteunen. Het kan polygonen samenstellen uit
afzonderlijke lijnstukken. Hierdoor ontstaan gestruktu-
reerde geogekoppelde datasets: op het tijdstip dat dit
artikel werd geschreven (voorjaar 1990) was deze eigen
schap uniek in de wereld van de Mac. Ingevoerde gege
vens worden opgeslagen in een serie logische kaartlagen
die naar believe aan- of uitgeschakeld kunnen worden,
met betrekking tot aktiviteiten zoals weergave of analy
se. Het programma is ook in Staat om affiene transfor-
maties uit te voeren en kan een willekeurig objekt in
een kaart op basis van z'n koördinaten 'globaal' lokali-
seren. Het is tevens in Staat om met behulp van de
'map merge'-funktie kaarten met verschillende schalen
en/of kaartranden te integreren tot een kaart. Voor het
veranderen van projektieparameters wordt het hulppro-
gramma MapView met MapGrafix meegeleverd, dat een
groot aantal standaardprojekties bevat.
Door het toekennen van ID's kunnen geografische Ob
jekten worden gekoppeld aan gegevens die een beschrij-
ving van het objekt bevatten en zieh in een externe da
tabase (zoals FoxBase of 4th Dimension) bevinden. Het
resultaat van zoekakties in deze database kan ruimtelijk
door MapGrafix worden weergegeven. Het pakket be
schikt over een aantal zoekfaciliteiten die in verschillen
de soorten gebieden, zoals cirkels of polygonen kunnen
worden toegepast. Ook kunnen bepaalde ruimtelijke ei-
genschappen van het objekt, zoals oppervlakte of cen-
trolde als zoekargument dienen. De uitvoer kan worden
weggeschreven naar PICT of EPS (waardoor de geo-
koppeling verloren gaat), of naar CGDef, een ASCII-
KT 1991.XVII.3 37