lustraties van hoge kwaliteit. Een
aantal is in kleur uitgevoerd.
Door de voortsnellende technische
ontwikkelingen worden steeds hogere
eisen gesteld aan het visuele aspekt
van de informatieoverdracht. De
ontwikkelingen in de kartografie van
de laatste jaren maken duidelijk dat
de kartograaf hierin ook met z'n tijd
mee moet gaan. Dit boek biedt daar-
toe een overzicht van mogelijkheden
die vanuit de gezichtshoek van de
grafisch ontwerper voorhanden zijn.
G.W.J. van Omme
Mijksenaar, P. (i.s.m. de Stichting
Vervoerskartografie te Amsterdam).
Maps. Kaarten en plattegronden van
bergtop tot oceaanbodem. Rotter
dam: Stichting Kunstprojecten, 1990.
56 pp. 23,5 X 29 cm. ISBN
90-71893-03-0. Prijs f27,50.
De katalogus Maps. Kaarten en plat-
tegronden van bergtop tot oceaanbo
dem hoort bij een gelijknamige ten-
toonstelling ter gelegenheid van het
vijfentwintigjarig bestaan van het
Bureau Toezicht Bouwwerken. Deze
tentoonstelling was in het najaar van
1990 te zien in het Museon in Den
Haag en in januari jl. in hotel Gooi-
land in Hilversum. Onduidelijk is of
en waar de tentoonstelling verder in
Nederland te zien zal zijn.
Tentoonstellnig en katalogus zijn sa-
mengesteld door Paul Mijksenaar,
daarin bijgestaan door o.a. de Stich
ting Vervoerskartografie en een aan
tal deskundigen.
Mijksenaar kijkt anders tegen kaar
ten aan dan de meeste kartografen.
Dat is enerzijds ingegeven door zijn
beroep als grafisch vormgever en an-
derzijds door zijn bezetenheid van
kaarten. Het gebied dat hij tot de
kartografie rekent is daarbij heel wat
groter dan menig kartograaf zou wil
len toegeven. De kaartfragmenten,
die voor het merendeel in kleuren-
druk zijn uitgevoerd, zijn een bloem-
lezing uit dit brede veld van de kar
tografie, waartoe ook plattegronden
van gebouwen en de inrichting van
de keuken gerekend worden.
In de katalogus komen tal van kaar
ten aan bod waar het publiek dage-
lijks mee te maken krijgt zoals weer-
kaarten, stadsplattegronden en
vervoerskaarten. Mijksenaar zet ver-
schillende visies van kaartenmakers
naast elkaar. Dat kunnen verschillen-
de visies op dezelfde werkelijkheid
zijn; een prachtig voorbeeld daarvan
is de serie fragmenten van stadsplat
tegronden van Amsterdam. Of het
zijn vergelijkbare visies op verschil-
lende werkelijkheden, waarvan de
zestien fragmenten van stadsplatte
gronden van verschillende Steden
met stations en spoorlijnen een spre-
kend voorbeeld zijn.
Diverse bekende kartografische
hoogstandjes komen aan bod bij de
vergelijking van onder andere relief-
weergave en de vervoerskaarten van
verschillende Steden, waaronder de
kaarten van de Londense onder-
grondse en de nachtvervoerskaart
van Rotterdam. Ongewone kaarten
zijn bijvoorbeeld de beide fragmen
ten van een stadsplattegrond van
Berlijn: voor de Oost-Berlijners
bestond West-Berlijn op de kaart al-
leen maar als niemandsland. Bizar is
een door Amsterdamse ambtenaren
tijdens de tweede wereldoorlog ver-
vaardigde kaart van de spreiding van
de joden in Amsterdam.
De tekst van de katalogus, met name
de bijdrage van Mijksenaar, is luch
tig van toon en past daardoor goed
bij de gekozen kaartfragmenten. De
tekstbijdragen van de deskundigen
uit de kartografie sluiten hier wat
minder goed bij aan.
Maps is grafisch erg aantrekkelijk
uitgevoerd. De afbeeldingen, waar
van een groot aantal al eens eerder
gebruikt is voor de bekende Spruijt-
kalender 1982-'83, zijn van hoge
kwaliteit. Een aardig werk om te be-
zitten of om kado te geven. De kata
logus is, zolang de voorraad strekt,
te verkrijgen door 35,- (/27,50
plus administratie en verzendkosten)
over te maken op giro 222413 t.n.v.
Bureau Paul Mijksenaar te Am
sterdam.
G.W.J. van Omme
Goodchild, M.F. S. Gopal, Accu-
racy of Spatial Databases. London:
Taylor and Francis, Ltd., 1989. 290
pp., 50 figuren, 28 tabellen. Prijs
£35,- (hardcover) of £18,- (pa-
perback).
Dit boek is een verzameling artike-
len, die in 1988 werden gepresenteerd
op een bijeenkomst van het Ameri-
kaanse National Center for Geo
graphie Information and Analysis
(NCGIA). Het doel van die bijeen
komst was het opstellen van een
agenda voor het onderzoek naar
fouten in de informatie, die wordt
gebruikt of gegenereerd door geogra-
fische informatiesystemen (GIS).
Met dit doel voor ogen is het onver-
mijdelijk dat de meeste artikelen
'Position papers' zijn.
In het voorwoord worden de volgen-
de zeven punten aangegeven als basis
voor een initiatief om onderzoek te
doen:
1. de precisie van GIS-bewerkingen
is bijna oneindig;
2. alle ruimtelijke gegevens zijn van
een beperkte nauwkeurigheid;
3. de precisie van GIS-bewerkingen
overtreft de nauwkeurigheid van
de gegevens;
4. bij konventionele kartografische
analyse is de precisie gewoonlijk
aangepast aan de nauwkeurig
heid;
5. bij GIS-analyses betekent het ver
mögen om de schaal te verande
ren en gegevens uit verschillende
bronnen te kombineren, dat de
precisie niet aan de nauwkeurig
heid is aangepast;
6. er zijn geen adequate middelen
om de nauwkeurigheid van kom
plexe geografische Objekten te be-
schrijven;
7. het uiteindelijke doel van het on
derzoek naar fouten in GIS-
informatie is het bereiken van een
manier waarop elk GIS-produkt
een onbetrouwbaarheidslabel
krijgt.
Het boek bevat 23 artikelen en in elk
daarvan worden punten voor de on-
derzoeksagenda aangedragen. Hoe-
wel het geen boek voor Studenten is,
is het nuttig voor diegenen die aktief
betrokken raken bij een van de
meest recente 'hot topics' in de kar
tografie. Dit is speciaal het geval als
men zieh snel op de hoogte wil stel
len van de ontwikkelingen sinds de
vroege publikaties van Blakemore
(1984) en Chrisman (1982) (waarin
het koneept van de 'epsilon band'
wordt behandeld).
Het boek is verdeeld in zeven delen
en van elk daarvan volgt hier een
kort overzicht.
De inleiding (Deel 1) bevat een arti-
kel, geschreven door Veregin (Uni-
versity of California). Hij presen
teert een rangorde van foutaspekten:
identifikatie van de foutenbron;
KT 1991.XVII.3
57