iets anders dan geografische gege-
vens (p. 34, linker kolom, regels 3 en
11)? Is een digitaal landschapsmodel
(DLM) een kaart? Voor Barwinski
(zelfde nummer KT) duidelijk niet,
voor Müller is het een schaalonaf-
hankelijke kartografische database,
een kaart in digitale vorm, en dat
terwijl er naast een DLM ook een
DKM, een digitaal kartografisch
model bestaat. Waarom zouden de
Duitsers toch dit onderscheid ma-
ken? Het is mijns inziens fundamen-
teel voor het geografisch gegevens-
verwerkingsproces en dus voor een
kartografisch onderzoeksmodel
(waarbij ik met 'geografisch' na-
tuurlijk wat anders bedoel dan met
'kartografisch'). Wordt het niet hoog
tijd dat de Nederlandse kartografen
de diskussie, die verleden jaar door
Luc Heres in dit blad werd voorge-
steld en waar niemand op reageerde,
aangaan? Dan kunnen ze mogelijk
ontdekken, dat hun opvattingen over
aard en funktie van (digitale model-
len van) kaarten en digitale modellen
van de wereld, en ook over het
schaalbegrip, aan een hoognodige
herziening toe zijn en dat een veran-
dering van zienswijze leidt tot ver-
heldering van het zieht op wat nader
onderzoek vraagt, onder andere het
generalisatieprobleem en de funktie
van de grafische voorstelling in door
digitale modellen ondersteunde han-
delingssituaties.
De twee voorgaande punten van kri-
tiek betroffen de theorie over de
geografische gegevensverwerking,
van opname tot gebruik. Er is ook
een theorie over de struktuur van de
geografische gegevens zelf. Deze is
sterk bei'nvloed door ontwikkelingen
in de informatika. Daar is niets op
tegen mits de kartografen maar niet
in de war raken. En nu komt mijn
derde punt van kritiek, dat ook weer
betrekking heeft op de steeds meer
om zieh heengrijpende taalvervui-
ling. Müller steh op p. 32 het vol-
gende: 'De konventionele methode
om de positie van een objekt ge-
scheiden van zijn attribuutgegevens
op te slaan, zoals bijvoorbeeld in
Arc/Info gebeurt, is niet ideaal (in
overeenstemming met de 'USGS di
gital Standards' wordt in dit verband
(cursivering RvdS) onder een objekt
verstaan: de digitale representatie
van een entiteit).Ik heb school ge-
gaan, vertrouwen gekregen in de re
gels van de logika, en op basis van
deze beweringen als volgt doorgere-
deneerd. De positie van een objekt
de positie van de digitale repre
sentatie van een entiteit een plek-
je ergens in het geheugen of op de
schijf van een Computer. Hier klopt
iets niet, werkelijkheid en beschrij-
ving zijn, zoals in de kartografie niet
ongebruikelijk, door elkaar gehaald:
het eerstgenoemde objekt is juist de
entiteit waarvan in de USGS-
definitie sprake is! Waarom voelden
de kartografen zieh toch geroepen
om een term in te voeren die zo af-
wijkt van het normale taalgebruik,
daarmee een babylonische spraakver-
warring introducerend?
Het werken aan een geintegreerd on
derzoeksmodel verdient steun. Maar
ik wil hier dringend aanbevelen, dat
de kartografen en andere producen-
ten, verwerkers en gebruikers van
ruimtelijke gegevens, eerst maar eens
goed gaan nadenken en overleggen
over de struktuur van het ruimtelijk
gegevensverwerkingsproces en over
de termen die daarbij gehanteerd
moeten worden, voordat ze met de
bouw van zo'n model verder gaan.
Anders veroorzaakt het model een
nog grotere chaos in onderzoek en
onderwijs. Is het geen prachtige uit-
daging voor de kartografen om het
initiatief te nemen tot een konferen-
tie over deze fundamentele zaken?
Rene van der Schans, Bennekom
Antwoord op de reaktie van R. van
der Schans
Ik ben erg blij met het kommentaar
van Van der Schans. Ik hoop dat het
een dialoog op gang brengt, die zo
erg nodig is voor de totstandkoming
van een onderzoeksagenda voor de
kartografie en voor de identifikatie
van onderzoeksprioriteiten.
Zijn kritiek rieht zieh op de volgen-
de drie punten:
1. Het informatieproduktieproces,
dat ik beschreef, omvat niet het
kaartgebruik en de extra informa-
tie die wordt geprodueeerd door
het kaartgebruiksproces.
2. Er is verwarring tussen het digi
taal landschapsmodel (DLM) en
het digitaal kartografisch model
(DKM), omdat voor mij het
DLM een schaalonafhankelijk
kartografisch model zou zijn en
vandaar een kaart in digitale
vorm, net als het DKM. Kartogra
fen zouden er voor op moeten
passen om hun eigen vak niet te
vervuilen met woorden die ver-
warrend zijn.
3. Het heeft geen zin om over de po
sitie van een objekt te spreken als
het objekt wordt gedefinieerd als
de digitale weergave van een enti
teit (in overeenstemming met de
'USGS digital Standards').
Ik zal reageren in de omgekeerde
volgorde; van de meer speeifieke
naar de meer algemene kwesties.
3. Ik ben het met Van der Schans
eens dat de formulering verwarrend
is. In mijn aangehaalde zin moet het
woord objekt vervangen worden
door entiteit, als men de USGS-
maatstaven wil volgen. Het is onge-
lukkig, dat het woord objekt, dat te-
genwoordig veel wordt gebruikt in de
GIS-literatuur, verschillende beteke-
nissen kan hebben afhankelijk van
de kartografische instelling of de au-
teur. De USGS steh een bepaalde de-
finitie voor. Een objekt is de digitale
weergave van een fysieke entiteit (zo
als een huis, een weg, e.d.). De ver-
bintenis van een objekt en een enti
teit levert een verschijnsel ('feature')
op. Maar anderen hanteren andere
definities. Volgens smith e.a. (1987)
is een ruimtelijk objekt bijvoorbeeld
ruimtelijke lokatie plus attribuut.
Volgens maguire e.a. (1990), daaren-
tegen, is een objekt elk verschijnsel
('feature') van belang! Elke poging
tot verheldering moet aangemoedigd
worden en het kommentaar van Van
der Schans is bruikbaar. Maar ik
ben het niet eens met zijn pessimisti
sche opvatting over een babylonische
spraakverwarring. Het feit dat GIS-
koneepten worden gebruikt met ver
schillende betekenissen weerspiegelt
alleen de dynamiek van nieuwe GIS-
aktiviteiten, waarbij verschillende
vakmensen zieh aansluiten die niet
altijd de zelfde taal spreken. Zodra
GIS meer volwassen wordt zal ook
de terminologie verhelderen.
2. Ik heb mijn artikel zorgvuldig na-
gekeken, maar de zinsnede "schaal-
onafhankelijke kartografische data
base" niet aangetroffen. Deze
uitdrukking is natuurlijk tegenstrij-
dig, omdat de term 'kartografische'
weergave (zelfs in de niet visuele
vorm van een kartografisch bestand)
inhoudt op een bepaalde schaal
KT 1991.XVII.4
17