gebruikers-interaktie, afhankelijk van de ervaring van
de gebruiker. Een gebruiker die de optie 'ervaren' kiest
mag de verzadiging van de middelste kleur van de reeks
zelf bepalen. Daarmee kan hij verschillende uitkomsten
met elkaar vergelijken. Tabel 1 laat de ideale waarden
voor de drie kleuraspekten zien, waarbij voor de verza
diging van de middelste kleur de waarde 3 gekozen is.
Tabel 2 toont de uiteindelijke antwoorden van het com-
puterprogramma op de gestelde taak, waarbij - naar
het subjektieve oordeel van de auteurs - een zodanige
mate van verzadiging werd gekozen, dat de uitvoer het
beste leek (in dit geval ook 3).
Tabel 1. Ideale waarden voor de kleurvariabelen ten behoeve
van een kleurenreeks met gekozen begin- en eindkleuren.
De kleuren moeten gekozen worden uit de slechts 342
kleuren van de kleurenkaart. De 'ideale' kleuren zijn
dus niet altijd beschikbaar en bij het beschouwen van
de reeks hypsometrische tinten in tabel 2 valt het op
dat er wel enige variatie is in de waarnemingsverschillen
tussen opeenvolgende stappen. Er is bijvoorbeeld een
nogal groot verschil in kleursoort tussen de kleuren 543
en 553, terwijl er geen verschil in verzadiging bestaat.
Ook zijn de laatste drie kleuren allemaal van hetzelfde
soort, dat wil zeggen ze hebben dezelfde azimut. Dit
komt door het feit dat er in de kleurenkaart maar wei
nig kleursoorten zijn met een läge verzadiging. De
proefpersonen hadden natuurlijk met de zelfde Proble
men te maken, en de meesten hadden, ondanks hun
praktische ervaring, twee uur of meer nodig om tot een
bevredigend resultaat te komen. Geen twee Studenten of
stafleden kwamen tot hetzelfde resultaat. Hun reeksen
hypsometrische tinten en de door de Computer geselek-
teerde reeks werden geevalueerd door andere Studenten
en stafleden, op een schaal van 1 (zeer siecht) tot en
met 5 (zeer goed), met de aanduiding 'bruikbaar' voor
een beoordeling van 3. Gemeten door deze kritische
jury, lag de gemiddelde uitslag per reeks tussen de 1,28
en 4,00, met een gemiddelde beoordeling van 2,81 voor
de computerreeks. Deze reeks, de beste resultaten van
de Studenten en enkele door stafleden gekozen reeksen
kunt u aanschouwen op een gedrukte losse bijlage bij
dit nummer van het Kartografisch Tijdschrift4.
Deze beperkte proef toont aan dat het programma een
ervaren kartograaf nog niet kan evenaren. Het program
ma levert echter een resultaat binnen enkele sekonden,
en een ervaren kartograaf kan zeer snel kleine verande-
ringen aanbrengen om de selektie te verbeteren.
Konklusies en vooruitzichten
Tot dusver zijn de resultaten van dit onderzoeksprojekt
bemoedigend. Verdere ontwikkelingen verlopen längs
drie hoofdlijnen: verfijning van het bestand aan 'regels'
en verbetering van de 'defaults', vereenvoudiging van
de aanwijzingen voor zeer onervaren gebruikers en de
ontwikkeling van meer modulen voor andere kleurkeu-
zetaken. Een voorbeeld op het gebied van de tweede
onderzoeksrichting is de ontwikkeling van een systeem
voor de uniforme benaming van kleuren, inklusief bij-
voeglijke naamwoorden als 'bleek', 'donker', 'dof' en
'sterk'. Met gewone woorden kunnen gebruikers daar
mee dan de kleuren specificeren.
Noten
Allan Brown M.A. is als universitair docent verbünden aan de
afdeling Kartografie van het ITC (Postbus 6, 7500 AA En-
schede, tel. 053-874477). Ze-shen Wang (China) volgt een
Ph.D.-opleiding bij diezelfde afdeling.
Hun artikel is een vertaling van de paper die door hen beiden
werd gepresenteerd op het 15e internationale kartografische
kongres van de ICA, dat van 23 September t/m 1 Oktober
1991 in Bournemouth, Engeland, werd gehouden.
1. Een driedimensionale waarnemingsuniforme kleurenruimte
is een theoretisch koncept. In een dergelijke ruimte zijn de
waarnemingsverschillen tussen twee willekeurig gekozen
kleuren direkt gerelateerd aan de fysieke afstand tussen die
kleuren. In de praktijk is een volledig waarnemingsunifor
me kleurenruimte niet haalbaar, behalve voor onderdelen
van de kleurenruimte of voor elk van de aspekten van
kleur (helderheid, kleursoort, verzadiging) afzonderlijk.
2. Bij het drukken van rasters hebben we te maken met het
feit, dat sommige printers geen nauwkeurig bepaalde punt-
grootten kunnen afdrukken, zoals bij gebruik van konven-
tionele rastertechnieken wel het geval kan zijn. Als alterna-
tief worden bij dergelijke printers verschillen in
grijswaarden gesimuleerd door puntjes in bepaalde Patro
nen te plaatsen. De meeste kleurenprinters hebben daar-
naast de eigenschap, dat de punten maar in een beperkt
aantal kleuren kunnen worden afgedrukt (meestal 7 plus
het wit van het papier). Om toch meer visuele kleurver-
schillen te genereren worden punten met verschillende ba-
siskleuren in bepaalde patronen gekombineerd, veelal in
blokken van twee bij twee of twee bij vier. Beide technie-
ken worden met de term 'dithering' aangeduid.
3. De ITC 'Ostwald'-kleurenkaart was als losse bijlage ge-
voegd bij het Kartografisch Tijdschrift 1983.IX.3.
4. Kleuren reeksen voor relief tinten - handmatige vs. Com
puter selectie. Gedrukte losse bijlage in kleur bij dit num
mer van het Kartografisch Tijdschrift.
Literatuur op blz. 35.
28
KT 1991.XVII.4
Kleurkode
101
665
Azimut
Helderheid
Verzadiging (x 10)
308 324 340 355 11 27 42 58
8 20 33 45 58 70 82 95
10 15 20 25 30 25 20 15
74
107
10
Tabel 2. Door het computerprogramma uit de ITC 'Ost
wald'-kleurenkaart geselekteerde hypsometrische tinten (met
dezelfde begin- en eindkleuren als in tabel 1).
Kleurkode
101 202 312 522 532 543 553 554
665
Azimut
Helderheid
Verzadiging (x 10)
308 308 335 0 20 29 74 74
8 16 25 40 52 73 85 92
10 20 20 30 30 20 20 10
74
107
10