Het valt te verwachten dat een soortgelijk resultaat zal worden verkregen op daadwerkelijke rasterkaarten. Een optimale oplossing ligt hierbij echter niet in de lijn der verwachtingen. Ten hoogste zal een zeker deel van de Problemen verdwenen zijn. Het viel buiten het bestek van dit onderzoek om te bepalen hoe groot dit gedeelte in de praktijk zal zijn. Hiervoor is aanvullend onder zoek nodig. F.J. Ormeling - Onderwijs in de kartografie: opvoedkundige konsequenties van de huidige informatietechnologie In de periode 1980-1987 zijn een achttal konferenties gehouden over kartografie-onderwijs, en het resultaat daarvan was algehele overeenstemming over het opne- men van de volgende onderwerpen in het tot dan toe bestaande onderwijsprogramma: ruimtelijke koncepten, gegevensverwerking, kaartgebruik, dataverwerving en beeldverwerking, dokumentatie en informatiepolitiek. Sedert 1987 zijn er een aantal belangrijke veranderingen geweest op het gebied van de informatietechnologie: de doorbraak van de geografische informatiesystemen, de grootschalige toepassing van 'desk-top' kartografie of 'electronic Publishing'-pakketten en de bouw van kennis- of expertsystemen. Waar het om gaat in het kartografie-onderwijs is geo grafische informatie bij de kaartgebruiker te krijgen in de gevisualiseerde vorm die deze nodig heeft. Daarbij is met name de ontwikkeling van strategieen voor deze vi- sualisatie van belang, om verschillende groepen ge- bruikers te kunnen bereiken. Om dergelijke strategieen te kunnen ontwikkelen heeft men kennis nodig van de eigenschappen van de gegevens, van de eigenschappen van het publiek waarvoor de informatie bestemd is, en van de doelstellingen van de informatie-overdracht. Bo- vendien moet de beoogde informatie beschikbaar zijn. Dat laatste wordt bepaald door de informatiepolitiek van de overheid. Die bepaalt immers uiteindelijk welke informatie wordt verzameld en aan de Staatsbürgers ter beschikking wordt gesteld (figuur 2). In een aantal ge- vallen wordt bij een karteringsopdracht geen oorspron- kelijke informatie ingezameld, maar moet men zieh be- helpen met bestaand kaartmateriaal; dat moet dan meestal ten behoeve van de nieuwe visualisatie-opdracht worden getransformeerd. Het is namelijk meestal niet zo dat die bronkaart de meest geschikte karteermethode heeft, de juiste projektie of meetkundige ondergrond, en de juiste mate van generalisatie voor de nieuwe doel- stelling. Door de opkomst van nieuwe bronnen van ruimtelijke gegevens, zoals de remote sensing, wordt de integratie van gegevens steeds belangrijker. Niet alleen moeten kaartgebruikers de informatie uit de kaart die ze bestu- deren integreren met het terrein waar die informatie op slaat, maar ze moeten ook verschillende kaarten, veld- werkgegevens, luchtfoto's en remote-sensingbeelden van hetzelfde gebied kunnen integreren. De integratie van ruimtelijke gegevens kan een van de INFORMATION POLICY Figuur 2. Ambtenaren, die uitvoering moeten geven aan de informatiepolitiek van de overheid, hebben in de praktijk een grote invloed op de kartografie (zwart/wit-opname van een gek/eurde tekening van A. Lurvink, naar een idee van F.J. Ormeling)(paper Ormeling). doelstellingen zijn van een kennis- of expertsysteem. Andere doelstellingen van dergelijke Systemen zijn het kaartontwerp, de generalisatie of de projektiekeuze, of deelaspekten van het kaartontwerp zoals kleurkeuze, en symboolselektie. Hoewel kennissystemen nog niet in de kartografische praktijk worden toegepast, wordt er bij onderwijsinstellingen wel veel aandacht aan besteed, onder andere omdat de produktie van die Systemen het onder woorden brengen van kartografische regels in- houdt, die men ook in het onderwijs weer gebruiken kan. De rol van het verkrijgen van gegevens wordt in het on derwijs meer en meer benadrukt omdat met name de remote sensing steeds belangrijker wordt. Kartografen moeten er kennis van hebben omdat ze enigszins dezelf- de taal moeten spreken als de deskundigen op het ge bied van remote sensing, en het door hen gekreeerde beeldmateriaal moeten kunnen interpreteren en analyse- ren alvorens ze het in kaartvorm kunnen omzetten. Beeldverwerkingskennis is daarbij eveneens noodza- kelijk. Ook de dokumentatie, die nog steeds geen plaats heeft in de kartografieleerboeken, moet snel een plaats krij gen in het kartografie-onderwijs, al was het alleen maar vanwege de duizenden kaarten die elk jaar voor niets worden vervaardigd omdat ze, onvoldoende gedoku- menteerd, niet bij de gebruiker die ze nodig heeft te- recht komen. Tenslotte is aandacht voor de wortels van ons vak van belang. Dat historisch besef is niet alleen aardig, het is ook funktioneel. Dagelijks worden er bij de deskundi gen op het gebied van geografische informatiesystemen, die maar in geringe mate van kartografische huize zijn, onderzoeken gedaan naar vraagstukken die al lang door kartografen zijn uitgezocht. Alleen al daarom is enig idee van de ontwikkeling van het eigen vak nuttig. De kennis van onze achtergronden en van de huidige doelstellingen van het vak geven daarnaast de kartogra fen die met digitale Systemen werken, eventueel in KT 1991.XVII.4 55 stßvEyoi

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1991 | | pagina 57