NGL: nu en in de toekomst «d1C1 S. Stellingwerff Beintema Schaalvergroting Opleiding Het NGL Samenwerking NGL en NVK KT 1992.X V111.1 11 De Stichting Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde (NGL) wenst haar functie als coördinerende factor in de geodesie in de kö rnende jaren verder inhoud te geven door samenwerking met andere verenigingen op haar vakgebied en aanpalende vakgebieden. De ontwikkelingen, samenhangend met Europa 1992, laten zien dat schaalvergroting noodzakelijk is om op termijn te kunnen concurre- ren met collega-aanbieders op de markt. Dit betekent dat kleine be- drijven en diensten zullen worden opgeheven of zullen moeten gaan samenwerken met andere. In de landelijke dagbladen kunt u lezen hoe het bedrijfsleven zieh hierop voorbereid door overnames en sa- menwerkingsverbanden. Ook de voortdurende, beter gezegd continue, reorganisaties bij over- heidsdiensten hebben als doel deze organisaties beter aan te passen aan veranderende omstandigheden en eisen vanuit markt of politiek. Schaalvergroting is ook in het onderwijs aan de orde. In het hoger beroepsonderwijs gaan opleidingsinstituten Samen in grote regionale verbanden. Als een opleidingsinstituut te klein wordt komt de vraag naar voren wat het bestaansrecht van zulk een opleiding is en of die opleiding niet met een andere kan worden samengevoegd. Is die dis- cussie eenmaal begonnen, dan kost het veel moeite om aan te tonen wat het belang van het specialisme is en dat het echt nuttig is om veel geld en middelen te stoppen in het in stand houden van deze op leiding. Het is beter vooraf dit soort ontwikkelingen te onderkennen, zodat corrigerende maatregelen tijdig kunnen worden genomen. Enkele jaren geleden werd de Stichting Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde (het NGL) vanuit de kring van de landmeetkundige werkgevers (overheidsdiensten en particulier bedrijfsleven) en vanuit de landmeetkundige opleidingsinstituten gevraagd activiteiten te on- dernemen om een voorzien tekort aan goed opgeleid landmeetkundig personeel te voorkomen. Hiertoe zijn in overleg met de werkgevers, de opleidingsinstituten (MTS-en, hogescholen en TU) plannen ontwikkeld en uitgevoerd, welke als doel hadden om het vakgebied op een positieve manier on- der de aandacht van jongeren te brengen. Via de landelijke en regio nale pers is en wordt het belang van het vakgebied onder de aandacht van de bevolking gebracht. Bij de uitvoering van deze plannen bleek dat een aantal zaken verbetering behoefde: De naamgeving van degenen die het vak uitoefenen toont een enorme variatie: landmeters, landmeetkundigen, kartografen, foto- grammeters, geödeten, hydrografen. Hoe kun je potentiele Studenten door de bomen het bos laten zien? Daarom noemen we nu ieder 'geodeet'. Het particuliere bedrijfsleven was niet georganiseerd. Hoe kan het dan zijn belangen goed behartigen en waar is het aanspreekpunt? Het onderwijs vindt plaats op 3 niveaus, te weten 4 MTS-en (Gro ningen, Hengelo, Arnhem en Breda), 2 HBO-instellingen (Utrecht en Amsterdam) en de TU Delft. Geregeld overleg tussen deze opleidingen is er niet en hoe kun je dan de opleidingen op elkaar afstemmen? Wanneer we niet voor voldoende goed opgeleid personeel zorgen zal het werk door anderen, die niet over de beste kwalificaties beschik- ken, worden gedaan. Dit heeft weer tot gevolg dat de kwaliteit van het werk zal verminderen en tevens zal de vraag naar geodeet- specialisten verminderen. De gevoerde promotie-activiteiten hebben tot resultaat gehad dat de instroom van Studenten is toegenomen, waardoor op termijn het te kort aan goed geschoold personeel zal kunnen worden opgeheven. In de Stichting Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde wordt samengewerkt door 4 verenigingen: Vereniging van Technische en Administratieve Ambtenaren van het Kadaster (VTAK) Vereniging van Landmeetkundigen (VVL) Nederlandse Vereniging voor Geodesie (NVG) Vereniging Meetkundige Dienst Rijkswaterstaat (VMDR). Elke vereniging organiseert voor haar leden eigen activiteiten. Daar- naast worden gezamenlijk rayonbijeenkomsten, studiedagen en het tweejaarlijke 3-daagse Congres georganiseerd. Tevens wordt door de redactie, waarin alle verenigingen zijn vertegenwoordigd, het tijd- schrift NGT-Geodesia uitgegeven. Naast de 2000 leden-abonnees heeft NGT-Geodesia 1300 losse abonnementen. Het bestuur van de Stichting NGL wordt gevormd door 9 leden uit de aangesloten verenigingen. Binnen de Nederlandse geodetische gemeenschap wordt het NGL als een neutrale organisatie beschouwd, waardoor het mogelijk is om als initierende en bindende kracht te werken voor de gezamenlijke belan gen van het vakgebied. Het NGL is tot stand gekomen door samenwerking en heeft als inten- tie deze samenwerking verder gestalte te geven door overleg met aan palende verenigingen, want er zijn op ons vakgebied vele, veelal klei ne verenigingen. De verbrokkeling van de verenigingsstruetuur, welke zo eigen is aan ons Nederlanders, heeft echter tot gevolg dat er een te grote overlap in activiteiten is, waardoor bestuurlijke energie niet op- timaal wordt benut. Tevens heeft dit tot gevolg dat de kans bestaat dat men zieh tegen el kaar gaat afzetten, wat niet in het belang van het vakgebied als ge- heel is. Samenwerken geeft inzicht in elkaars Specialismen en kracht om het nut en belang van het gehele vakgebied aan anderen aan te tonen. In de laatste jaren heeft het NGL al gezamenlijke studiedagen geor ganiseerd met de Nederlandse Vereniging voor Kartografie (NVK) en de Vereniging voor Vastgoedinformatie (VVI). Deze tendens zal zieh voortzetten, waarbij momenteel een studiedag te zamen met de Hy drographie Society, Benelux Branch, op de agenda Staat. Het bestuur van de Stichting NGL steh samenwerking met de Neder landse Vereniging voor Kartografie op prijs. De leden van de bij het NGL aangesloten verenigingen en die van de NVK kunnen van elkaar leren. De werkterreinen liggen dicht bij elkaar en zullen verder naar elkaar toeschuiven. Het gebruik van geografische informatiesystemen doet steeds meer geödeten achter grafische beeldschermen belanden en steeds meer kartografische Produkten komen digitaal beschikbaar. Op welke concrete manier deze samenwerking gestalte zou moeten krijgen heb ik nog niet voor ogen. Gezien het hiervoor geschetste denk ik echter dat het voor alle leden nuttig zal zijn. Eerste stappen zijn reeds gezet in gesprekken tussen de redacties van Kartografisch Tijdschrift en NGT-Geodesia. Het NGL is trots op NGT-Geodesia en de NVK is terecht trots op het Kartografisch Tijd schrift: een prachtig blad. Omdat de meeste leden via de tijdschriften het voornaamste contact met hun vereniging hebben, zal kennisneming van elkaars specia- lismen daarin het beste vorm kunnen krijgen. Ideaal zou het zijn wanneer beide tijdschriften in een oplage van 4000 exemplaren aan alle leden en abonnees gestuurd zouden kunnen worden. Hier ligt echter nog een financiele hindernis. Noot Ir. S. Stellingwerff Beintema is voorzitter van de Stichting Ne derlands Genootschap voor Landmeetkunde (Burg. Bulten- laan 5, 2215 PL Voorhout, tel. kantoor 023-314192, tel. thuis 02522-14939).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 13