Beheersing van fouten binnen een GIS
J.E. Drummond
Het onderwerp fouten in geografische informatiesystemen (GIS) is de laatste jaren een 'hot topic' in wetenschappelijk
onderzoek. Uit de bespreking (in KT 1991.XVII.3, pp. 57-59) van het boek van goodchild gopal (1989) bleek, dat on
derzoekers vaak slechts op een ad hoc basis het hoofd bieden aan fouten op kaarten of in geografische informatie. In-
middels zijn mensen zoals Chrisman (chrisman mcgranaghan, 1990) o/guptill (1989), die een gevestigde naam heb-
ben op dit gebied, echter begonnen om een taxonomie van fouten te ontwikkelen. Zij passen daarbij standaard
gegevensbestandstechnieken toe om foutenvariabelen op te slaan en te verwerken.
Het doel van dit artikel is te bespreken wat er binnen de GIS-onderzoekswereld de laatste tijd is bereikt met betrekking
tot fouten en om te laten zien hoe foutenvariabelen, samen met andere feiten, in het gegevensbestand van een GIS kun-
nen worden opgeslagen en bewerkt.
U als lezer moet misschien nog overtuigd worden van
het feit dat fouten bij GIS zeer belangrijk zijn. Figuur
1 geeft een overzicht van een GIS-omgeving en naar
aanleiding daarvan kunnen enige opmerkingen worden
gemaakt.
De figuur toont dat kaarten een produkt van een GIS
kunnen zijn. Ze dragen bij tot besluitvorming en elke
fout in die kaarten, waarvan kaartgebruikers zieh
meestal niet bewust zijn, vermindert de effectiviteit van
die besluitvorming.
De figuur laat ook zien dat kaarten een bron van gege-
vens kunnen zijn voor invoer in een GlS-gegevens-
bestand. Vandaar dat fouten in het kartografisch bron-
nenmateriaal foutieve gegevens in de database opleve-
ren.
Men kan uit de figuur ook aflezen dat de gegevens ver
werkt worden in het 'database management' systeem
(DBMS) van een GIS. Een dergelijke verwerking geeft
nieuwe informatie, maar die is foutief als de verwerking
foutief is.
Tenslotte laat de figuur zien dat de verwerking van ge
gevens iteratief is in het DBMS. Een gegeven kan vele
malen opgeslagen, weer opgevraagd en bewerkt worden
en bij elke bewerking kunnen de fouten toenemen.
Het is duidelijk dat we ons daarom moeten bezighou-
den met:
1. fouten in de gegevensbronnen voor een GIS;
2. fouten in de GIS-bewerkingen;
3. het registreren van elke bewerking die de gegevens in
een GIS ondergaan;
4. fouten in de door een GIS geprodueeerde in
formatie.
Hoewel figuur 1 al een grafische beschrijving geeft van
een GIS, is het toch nuttig om het achterliggende con-
cept ook in woorden weer te geven. Volgens stutheit
(1990) is een geografisch informatiesysteem (als dat van
figuur 1):
een systeem van Computer hardware, Software en
procedures ontworpen ter ondersteuning van het inwin-
nen, beheer, bewerken, analyseren en weergeven van
ruimtelijke gegevens voor het oplossen van ingewikkel-
de planning en management Problemen".
De procedures, die in Stutheit's definitie worden be-
schreven als bewerking (bijvoorbeeld veranderingen van
kaartprojectie) en analyse (bijvoorbeeld geschiktheids-
bepaling voor de verbouw van bepaalde gewassen) kun
nen in een computerprogramma worden ingepast. In
het vervolg zullen we ze (bewerkings)modellen noemen.
Zo kan er een nog eenvoudiger definitie van een GIS
INPUT
DATA BASE
MANAGEMENT
SYSTEM
OUTPUT
Map data
Input
Fiekj data
Maps
|7 Storage
Retrieval
Photo data
Tables
Reports
Satellite
data
Processing
Digital data
other Digital
data
Output
Tables
Reports
Figuur 1. De GIS-omgeving.
KT 1992.XVIII.1
13