"J X w X v Figuur 5. Fictieve kaart die de kwaliteit weergeeft van de lo- catiegegevens van een rioolbuis. Als tenslotte P4 de waarschijnlijkheid is van de juist- heid van het model, dan is de uiteindelijke probabiliteit (PO: Pf p P4 Als de waarschijnlijkheden niet beschikbaar zijn, kun- nen 'zekerheidsfactoren' ('certainty factors' (CF)) of de 'fuzzy sub-set' theorie (Kaufmann, 1975) worden ge- bruikt. Zekerheidsfactoren kunnen op verschillende ma- nieren worden bepaald (zoals bijvoorbeeld via het vast- leggen van ideeen van deskundigen) en kunnen volgens Kaufmann een waarde aannemen tussen 0,0 en -Fl,0. Vergelijking (1) wordt dan vervangen door: CF MIN(CF1,CF2,CF3) Als CF4 de zekerheidsfactor is van de juistheid van de regel, dan wordt vergelijking (3) vervangen door: CFf MIN(CF,CF4) waarbij CF1, CF2, CF3 de zekerheidsfactoren zijn, die betrekking hebben op de drie reeksen gemeten variabe- len, en waarbij CFf de uiteindelijke zekerheidsfactor is als rekening wordt gehouden met de kwaliteit van de gegevens en de juistheid van het model. Het weergeven van fouten in locatie- en attribuut- gegevens Fouten in locatie- en attribuutgegevens kunnen grafisch worden weergegeven (zie figuren 5 en 6 voor eenvoudige voorbeelden). Logische consistentie, volledigheid en afkomst Gegevens over logische consistentie, volledigheid en af komst zouden in bijzondere tabellen ('relaties') van da tabestanden kunnen worden opgeslagen en worden ver- bonden met de relevante verzamelingen van objecten in die bestanden. Gevoeligheidsanalyse Tijdens de voorbereidingen voor de bepaling van de voortplanting van fouten, kunnen de gegevens van läge kwaliteit blijken te zijn. De vraag is of dat belangrijk is of niet. Er zijn GIS-gebruikers van wiskundige model- len, die redeneren dat zelfs siechte (of onnauwkeurige) gegevens beter zijn dan helemaal geen gegevens. Ande ren, die logische modellen gebruiken, kunnen zieh af- vragen of bijvoorbeeld de landbouwdeskundigen, die vervangen zijn door die modellen, zieh eigenlijk ooit 'probabilistisch' gedragen hebben. Een 'gevoeligheids analyse' ('sensitivity analysis') verschaft de hulpmidde- len die een GIS-gebruiker mogelijk in Staat steh om te bepalen of onnauwkeurige gegevens wel of niet ge- bruikt mögen worden. Een vorm van gevoeligheidsana lyse, die werd ontwikkeld door lodwick (1989), is de mate van gevoeligheid van de attributen ('m') en deze kan heel goed worden toegepast als een GIS nieuwe in- formatie over polygonen genereert. Om zulke analyses uit te voeren, worden eerst alle (n) GE 20% Probabi I i te i t 20%-1 5% Probab i I i te i t 15%—1 2% Probab i I i te i t LT 12% Probab i I i te i t Figuur 6. Fragment van een kaart welke de kwaliteit laat zien van de attribuutgegevens met betrekking tot de door een GIS geprodueeerde informatie over de geschiktheid voor de teelt van bananen. De kaart toont alleen de gebieden in geschikt- heidscategorie 2, alsmede de waarschijnlijkheid dat die clas- sificatie juist is. KT 1992.X VI 111 99.7Z probabi 1 iceitloc« B B 9 Riool Ccbouv M Mo«ra« V So. B (3) X, 20

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 22