Kaartlezen in de jaren negentig; een onderzoek onder de
gebruikers van de Bosch Travelpilot
N.J.G. Gielen
Voor het zoeken van de weg, het doel waarvoor kaarten vanouds worden gebruikt, voldoen papieren kaarten niet altijd
even goed. Voor het snel vinden van een bestemming zijn ze niet altijd even geschikt. Bekend zijn de tafereien van een
toerist die met een kaart in zijn hand alsnog om de weg moet vragen.
Dil komt omdat kaartlezen toch een zeker inzicht vereist. In de jaren tachtig heeft de automatisering ook op dit gebied
zijn intrede gedaan. Door de grote veranderingen op het gebied van harde electronica (goedkope en snelle rekenproces-
soren, goedkope gegevensopslag) is er ruimte ontstaan voor een aantal nieuwe Produkten. De meeste van deze zoge-
naamde Reis Informatiesystemen zijn nog in ontwikkeling. Enkele andere zijn al op de markt, maar moeten hun econo-
misch bestaansrecht nog bewijzen Theres, 1991).
In dit artikel wordt een dergelijk Reis Informatiesysteem, de Bosch Travelpilot, nader besproken. Daarbij wordt speciaal
mgegaan op de ervaringen van de mensen die al längere tijd gebruik maken van dit autonavigatiesysteem.
Hoe werkt de Travelpilot?
De Bosch Travelpilot is een autonoom navigatiesysteem
voor in de auto. Het bestaat uit een aantal componen-
ten die alle in de auto gemonteerd dienen te worden (fi-
guur 1).
Voor vertrek toetst de bestuurder van de auto via de
monitor de bestemming in. Daarbij kan het gaan om
een straatnaam, een treinstation, een vliegveld of een
belangrijk gebouw. Op de monitor toont de Travelpilot
aan de bestuurder op een digitale kaart van het Neder-
landse wegennet, continu de exacte locatie van de auto
en de richting naar de ingetoetste bestemming. Het
vaststellen van de afgelegde weg wordt gedaan door het
aantal omwentelingen van de wielen te meten. De wiel-
sensoren meten daarnaast bij het rijden van bochten
het verschil in afgelegde weg tussen beide wielen. Daar-
uit kan de hoek van de gereden bocht gemeten worden.
Naast de wielsensoren wordt een electronisch kompas
gebruikt om de rijrichting ten opzichte van het magne
tische noorden te meten. Deze meetresultaten worden
vergeleken met de digitale wegenkaart. De positie van
de auto wordt op de kaart als een pijl afgebeeld (fig. 2).
Deze pijl heeft een vaste plaats op het scherm en wijst
altijd naar boven. Het straatbeeld wordt dus zo ge-
toond als het door de bestuurder door de voorruit
wordt gezien. De kaart schuift tijdens het rijden als het
wäre onder de pijl door en wordt bij bochten dienover-
eenkomstig gedraaid. Eigenlijk is dit het principe van
de meerijdende kaartlezer die zijn vinger op de kaart
houdt en tegelijk de kaart meedraait met de bewegingen
van de auto. De Travelpilot geeft daarnaast dan ook
nog middels een andere pijl de richting naar de inge
toetste bestemming. Kortom de Travelpilot geeft de
bestuurder antwoord op de twee centrale vragen ten
aanzien van navigatie: waar ben ik en waar moet ik
naar toe?
Introductie op de Nederlandse markt
De Bosch Travelpilot werd in mei 1989 op de Westduit-
se markt geintroduceerd. Precies een jaar later volgde
de introductie op de Nederlandse markt.
Kort daarna is door drs. S.L. Teerlink van de Erasmus
Universiteit te Rotterdam onderzocht welke marktseg-
menten voor Travelpilot te identificeren zijn en wat de
oordelen zijn over Travelpilot in deze marktsegmenten
(teerunk, 1990). Een paar bevindingen van dit weten-
schappelijk onderzoek waren dat de Travelpilot gezien
werd als een navigatiesysteem met unieke voordelen,
dat het een zeer innovatief geografisch produkt was en
beter voorzag in de behoefte van de automobilist dan
kaartmaterialen. Veel van de conclusies van dit onder
zoek waren echter gebaseerd op interviews met perso-
nen die kort met de Travelpilot hadden kennisgemaakt.
Daarom is besloten om nogmaals een marktonderzoek
te verrichten, nu naar de ervaringen van de huidige ge
bruikers van de Travelpilot, die al langer met het sys-
teem werken.
Figuur 1. De verschillende componenten in de auto: monitor,
Computer, wielsensoren en kompas.
KT 1992.XVIII.1
23