Figuur 7. De Computer met de CD-ROM in een cartridge.
to's te bestellen. Met behulp van deze luchtfoto's kun-
nen de ontbrekende wijken/wegen gedigitaliseerd wor
den. Daarna worden ze aan het complete digitale
bestand toegevoegd dat dan op een nieuwe CD-ROM
wordt uitgebracht. In april 1991 is de eerste nieuwe en
via deze methode geactualiseerde CD-ROM uit-
gekomen.
Door de vele toevoegingen op deze nieuwe CD is de
kans op afwijkingen, omdat bepaalde wegen niet gedi
gitaliseerd zijn, veel kleiner geworden. Bovendien zijn
nu vrijwel alle straatnamen van geheel Nederland op-
genomen.
Elk jaar zal er een nieuwe CD-ROM verschijnen die
steeds geactualiseerd is aan de hand van recente lucht
foto's van alle nieuwe wegen en woonwijken (figuur 7).
Toekomstige ontwikkelingen
De CD-ROM die gebruikt wordt voor de Travelpilot
heeft een geheugencapaciteit van 550 Mb. Op dit mo-
ment is daar 64Mb van in beslag genomen voor het ge
fiele Nederlandse wegennet. Er is daardoor genoeg ge-
heugenruimte beschikbaar voor additionele informatie.
Interessant is dan natuurlijk om te weten wat de ge-
bruikers het liefst toegevoegd zien aan de huidige CD.
Gevraagd naar suggesties, geven de respondenten aller-
eerst aan dat een regelmatige herziening van de kaart
prioriteit moet hebben.
Als additionele informatie op de electronische kaart
zouden veel mensen graag zien dat ook de waterwegen
en de spoorlijnen gedigitaliseerd worden. Er blijken au-
tomobilisten te zijn die behoefte hebben aan deze her-
kenningspunten in het landschap.
Daarnaast wordt gevraagd naar het opnemen van ben-
zinetankstations en wegrestaurants. Belangrijk vindt
men ook het digitaliseren van andere landen. Op dit
moment zijn alleen Nederland en Duitsland gedigitali
seerd. Vele gebruikers zouden graag zien dat er ook
CD's komen van landen als Belgie en Frankrijk.
Fleetmanagement
Andere wensen zijn voornamelijk afkomstig van de wat
grotere 'fleetowners'. Zij zouden graag zien dat de Tra
velpilot makkelijker uitwisselbaar zou zijn tussen de
verschallende auto's. Op die manier zou niet het gehele
Wagenpark van Travelpilots te hoeven worden voorzien.
De Travelpilot zou dan steeds makkelijk geplaatst kun-
nen worden in de auto die een bepaalde dag de meeste
onbekende bestemmingen moet bezoeken.
Het zijn ook deze grotere 'fleetowners' die geinteres-
seerd zijn in mogelijke 'fleetmanagement' toepassingen.
De Travelpilot-computer is hierop al voorbereid en
voorzien van een communicatiepoort (RS 232). In de
toekomst zal het mogelijk zijn via deze communicatie
poort automatisch statusgegevens, zoals de geografische
locatie van de auto's, naar een centrale unit bij het des
betreffende bedrijf te zenden en vanuit de centrale
boodschappen naar de auto's door te geven. Deze data
zullen via het autotelefoon- of mobilofoonnet worden
verzonden. Op deze wijze is het mogelijk om centraal
alle met Travelpilot uitgeruste auto's te volgen.
Ten slotte
Meer dan 90% van de respondenten geeft aan redelijk
tot zeer tevreden te zijn met de aanschaf van de Bosch
Travelpilot.
Van degenen die aangeven niet tevreden te zijn werd dit
bij het merendeel veroorzaakt doordat ze een inbouw-
probleem niet hadden herkend. Bij vrijwel al deze
respondenten is dat inmiddels verholpen.
In situaties waarin haast is geboden blijkt een geauto-
matiseerde vorm van kaartlezen zeer comfortabel te
werken. De moderne technologie zorgt voor een snel en
efficient alternatief voor de conventionele wijze van
kaartlezen.
Noot
Drs. N.J.G. Gielen is Product Manager Mobiele Communica-
tie bij Blaupunkt B.V. (Joan Muyskenweg 24, 1096 CJ Am
sterdam, tel. 020-5682372). Hij is verantwoordelijk voor de
kwaliteit van de Nederlandse geografische informatie die voor
de Travelpilot gebruikt wordt. Het in dit artikel beschreven
onderzoek is door hem verricht.
Literatuur
Heres, L. (1991), Via Incognita. De stand der techniek op het
gebied van Reis Informatiesystemen en de daarmee samen
hangende kartografische aspekten. Kartografisch Tijdschrift
XVII.3, pp. 19-25.
Teerlink, S.L. (1990), Travelpilot - een onderzoek voor Bosch
Telecom naar een nieuw autonavigatiesysteem. Rotterdam:
Erasmus Universiteit.
KT 1992.XVIII.1
i t) .r.,-*
27