Facsimile uitgave van de Atlas van Tropisch Nederland F.J. Ormeling sr. en R.P.G.A. Voskuil Voorgeschiedenis Onlangs verscheen er een facsimile uitgave van de Atlas van Tropisch Nederland, waarvan de oorspronkelijke editie in 1938 in Batavia uitkwam. Deze eerste editie kwam tot stand door samenwerking van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) en de Topografische Dienst van het toenmalige Nederlands-Indie. Het idee voor een dergelijke atlas was al meer dan der- tig jaar daarvoor geboren. In 1906 Steide de toenmalige secretaris van het KNAG, E. Heldring, voor dat het Ge nootschap zou moeten komen tot de uitgave van een "goede, handige atlas van Nederlandsch-lndie". Vanaf dat moment tot aan de uiteindelijke uitgave in 1938 zou door het KNAG veel tijd en geld in dit project worden gestoken. In 1909 werd binnen het Genootschap gesproken over de uitgave van een wetenschappelijke atlas van de kolo- nien in Oost- en West-Indie. De financiering was echter niet rond te krijgen; een probleem dat als een rode draad door de geschiedenis van dit project zou lopen. Op een gegeven moment toonden Martinus Nijhoff en uitgeverij Brill belangstelling. Een aantal van de te ma- ken kaarten zou gebruikt kunnen worden voor de twee- de druk van hun Encyclopaedie van Nederlandsch Oost-Indie, met als gevolg dat er in 1916 een commissie van vooraanstaande deskundigen werd ingesteld. Deze redactie- of atlascommissie zou onder leiding van het Genootschap de kaarten voor de atlas laten tekenen, waarna deze bij een firma in Den Haag zouden worden gedrukt. Maar al in 1920 moesten de werkzaamheden van de commissie worden gestaakt. Vanwege Sterke stij- gingen van de produktiekosten verzochten beide uitge- verijen om ontbinding van de overeenkomst met het KNAG. Pas in 1925 was er weer uitzicht op realisatie van de at las en werd een nieuwe atlascommissie ingesteld. Deze bestond uit L.A. Bakhuis (voorzitter); F.E. Spirlet, oud- officier van de Topografische Dienst in Nederlands- Indie en voormalig hoofd van de opnemingsdienst in Suriname (secretaris); J.L.H. Luymes, hoofd van de af- deling hydrografie; P.M. Oversluys, hoofd van de Topo grafische Inrichting in Den Haag en J.M. van Roon, oud-officier van de Topografische Dienst in Nederlands-Indie. Door het overlijden van leden onder- ging de samenstelling van de commissie in de loop der tijd verschillende wijzigingen. De eerste jaren werden besteed aan algemene werk zaamheden, zoals het vaststellen van het formaat, de inhoud en de lay-out van de atlas, de keuze van de kaartprojecties, de weergave van het relief enz. Met het eigenlijke tekenwerk kon nog niet worden begonnen, omdat nog steeds niet vaststond hoe de financiering van de atlas kon worden geregeld. De latere Utrechtse hoogleraar L. van Vuuren probeerde financiele steun voor de atlas te krijgen van de 'Treubmaatschappij' en van de 'Indische Ondernemingsraad' (directeuren van cultuurondernemingen). Dat leverde echter nauwelijks wat op. In 1927 diende het KNAG een subsidie-aanvraag in bij de Topografische Dienst in Batavia. Nader overleg leid- de er in 1928 toe dat deze instantie weliswaar niet in- stemde met financiele steun, maar toestemde zorg te dragen voor het drukken van de kaarten. Het Repro- duktiebedrijf van de dienst zou deze werkzaamheden uitvoeren tussen het andere werk door. Dit besluit had tevens tot gevolg dat een in 1927 geopperd plan van de Gouverneur-Generaal om door de Topgrafische Dienst in Batavia een 'gebruiksatlas' van Nederlands-Indie te laten vervaardigen, kon worden verlaten. De nu door het KNAG en de Topografische Dienst in Batavia te produceren 'Wetenschappelijke Atlas van Nederlandsch-lndie, Suriname en Cura?ao' moest: 1. geschikt zijn als naslagwerk voor algemeen praktisch gebruik, en 2. een overzicht geven van de stand van het weten- schappelijk onderzoek in de kolonien door middel van wat men destijds 'wetenschappelijke kaarten' (thematische kaarten) noemde. Het auteursrecht van de atlas zou berusten bij het KNAG. Vanaf 1931 werd de atlas in de jaarverslagen van de To pografische Dienst in Batavia aangeduid als de Atlas van Tropisch Nederland, een naam die de atlas uitein- delijk bij publikatie zou krijgen. Omslachtige produktiewijze Eerder uitgekomen atlassen van de Oostindische archi- pel waren samengesteld in Indie en voor het merendeel gedrukt in Nederland. Bij de nu te vervaardigen Atlas van Tropisch Nederland waren de rollen omgekeerd. Het KNAG in Nederland zorgde, vanaf 1928, voor de vervaardiging van de nettekeningen, hetgeen voor een deel gebeurde door in Nederland woonachtige oud- medewerkers van de Nederlands-Indische Topografische Dienst. De Topografische Dienst in Nederlands-Indie 28 KT 1992.XVIII.1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 30